Leerdoelen:
-Heeft inzicht in de vermelde kennisgebieden, t.a.v. Diagnostiek, behandelmogelijkheden, interventies,
complicaties en toekomst
Heelkunde: Shock
Shock:
• Een klinische toestand die ontstaat bij een disbalans tussen vraag en aanbod van O 2 op cellulair
niveau die zorgt voor weefselhypoxie (te weinig 02 in de weefsels)
o Shock is inadequate weefselperfusie (er komt te weinig bloed of zuurstof in de weefsels)
• Bloedflow onvoldoende om aan de zuurstofbehoefte van de weefsels te voldoen
o Onvoldoende zuurstof
o Brein heeft de hoogste zuurstofbehoefte
o Onvoldoende voedingstoestand
• Shock is geen apart ziektebeeld! Gevolg van!
• Klinische diagnose, alleen te diagnosticeren door te kijken!
• Geen meetinstrument of laboratoriumtest (kunt geen weefselperfusie meten)
- Symptomen herkennen
- Geen 1 meetinstrument of getal dat zegt deze patiënt in shock is
-Myocardischemie
-Primair → oorzaak shock
-Secundair → gevolg ernstige hypoxie
Fysiologie:
• Glucosemetabolisme
• Zuurstof nodig (aëroob)
• Mitochondriën
o Energieleveranciers van de cel
• Transporteren van zuurstof:
o Erytrocyten, transporteren zuurstof
o Hemoglobine
o Adequate ventilatie
o Circulatie en perfusie
o Perfusie (doorstroming van bloed)
o Perfusiebehoefte
▪ Rust ongeveer 5L/min
▪ Inspanning tot 20L/min (kan ook ziekte zijn)
▪ Voor perfusie is nodig:
• Bloeddruk
1. Pomp
▪ Hart
2. Vaten
▪ Arteriële vaatweerstand
3. Intravasculair volume
1
,Pathofysiologie:
• Falende perfusie op weefsel niveau
• Cellulaire hypoxie
• Anaëroob metabolisme →
o Lactaat als afvalstof i.p.v. CO2
• Minder rendement van glucoseverbranding
o 36 vs 2 ATP
• Te kort aan energie (ATP)
o Functieverlies membraanpompen (Na/K)
o Cel zwelling
o Lekkage cel inhoud
• Activatie immuunsysteem
-Celdood → orgaanschade → multiple organ failure → dood
Kliniek van patiënt in shock:
1. Tachycardie:
• Oudere patienten krijgen vaak geen tachycardie bij een shock
o Door de medicatie die ze gebruiken → beta blockers
▪ Doel medicatie is dat je niet reageert op stress en dus de hartslag niet zal versnellen
• Oudere patiënten hebben vaak geen hele lage bloeddruk tijdens shock, omdat ze normaal een
hogere bloeddruk hebben
o Enige symptoom dat je dan ziet is snelle ademhaling
• Tachycardie heeft invloed op de heart rate
2. Hypotensie:
• Is een laat verschijnsel!!!
• Een normale bloeddruk kan ook shock zijn
• Bloeddruk = Cardiac output x Vaatweerstand
• Compensatiemechanismen:
o Tachycardie
o Vasoconstrictie
3. Tachypneu:
• Je gaat sneller ademhalen/ ventileren om de zuren kwijt te raken
• Anaeroob metabolisme (zonder zuurstof)
• Lactaatproductie (= zuur)
• Metabole acidose (Het bloed wordt zuur omdat de organen niet goed werken)
• Compensatie door daling van pCO2 (druk van CO2 in het bloed)
2
,4. Hypoperfusie van de huid:
• Als eerste in de extremiteiten om organen nog langer van bloed te kunnen voorzien.
• Vasoconstrictie
o Bleek
o Klam
o Koel
• Geen hypoperfusie bij:
o Neurogene shock: verlies tonus, door schade aan zenuwletsel kan vaattoestand geregeld
worden.
o Septische shock: permeabiliteit, dan staan juist alle vaten open
o Anafylactische shock : Je krijgt dan juist vasodilatatie, roodheid van de huid, warme huid
van de extremiteiten
5. Oligurie:
• Slechte perfusie van weefsels
o Dus ook van de nieren
o Urineproductie betrouwbare maat van centrale perfusie
o Diurese monitoren
• Minimale diurese
o 0,5 ml/kg/uur
o Dus 80kg: minimale diurese 40 ml/uur
Schema shock:
Blood pressure
• Cardiac output x systemic vascular resistance (vaatweerstand)
Cardiac output
1. Stroke volume
o Hoeveel bloed er uit pompt
2. Heart rate
o Snelheid dat bloed er uit gepompt wordt
Stroke volume
1. Myocardial contractility
o Hoe hard knijpt het hart samen
2. Preload
o Toevoer naar het hart
o Opnieuw vullen van het hart
3. Afterload
o Tegendruk vanuit het bloed in de
aorta → klepweerstand
o Na systole en bij ongezond hart
ook tegendruk van de hartklep
3
, Doel shockbehandeling:
• Adequate perfusie weefsels
• Hemodynamische toestand normaliseren
o Vulling
o Vasopressor = vasoconstrictie = verhogen perifere vaatweerstand
o Noradrenaline, efedrine
o Inotropica (middelen om de cardiac output te verhogen)
o Dobutamine
o Transfusie
- Maat is urine productie: min 0,5ml/kg/uur
- (Hartfrequentie <100: normale RR, lactaat genormaliseerd)
Septische shock is een van de weinige shock waar je de gevolgen eerst moet bestrijden!!!
Vormen van shock:
1.Hypovolemische shock: preload
• Verstoord 02 transport als gevolg van verminderde circuleren volume = hypovolemie
• Anemie
• Hypoxemie
• Pancreatitis → verhoogd vocht in buikholte
• Te kort circulerend volume
o Diarree (trauma, snel/langzaam) / braken
o Bloeding / dehydratie
2.Haemorrhagische shock: stroke volume
• Oorzaak:
o Traumatische bloeding
o Nabloeding
• Behandeling:
o (het is net een infectie)
o SOURCE CONTROLE!!!!
o Tot die tijd: permissive hypotension
Permissive hypotensie:
• Hogere bloeddruk = grotere bloeding
• Vullen zonder source controle = grotere bloeding
• Tegelijkertijd verdunning:
o Hb
o Stollingsfactoren
o Hypothermie
• Doel
o Minimale resuscitatie tot bloeding weer onder controle is
• Bij:
o Trauma patienten
o AAAA geruptueerd aneurysma
o Nabloeding
4