Chemie samenvatting H1.1 t/m 1.5 (3x)
Scheiden en zuiveren
Stofeigenschappen: kenmerkende eigenschappen van een stof
- geur, kleur, brandbaarheid, smaak, giftigheid, smeltpunt, kookpunt,
oplosbaarheid, dichtheid, magnetisch, glanzend, fase
Monster: een kleine hoeveelheid van een stof voor een onderzoek.
- vaak een wit poeder
Fase of aggregatietoestand: de toestand waar een stof in zit ( vast, vloeibaar of gas)
- wit poeder is altijd vast bij kamertemperatuur
- andere stoffen zijn bij kamertemperatuur
vloeibaar of vast
Dichtheid: de hoeveelheid massa aanwezig is in een bepaald volume
- de formule staat hiernaast
Kwalitatief onderzoek: vaststellen of de stof die op het etiket staat vermeld,
ook daadwerkelijk in de verpakking zit.
Zuivere stof: een stof dat bestaat uit één soort stof.
Mengsel: bestaat uit 2 of meerdere stoffen.
- heeft de eigenschappen van alle stoffen, zo kan je een lijstje maken van de eigenschappen
van het mengsel.
je hebt ook mengsels met een vloeistof, je hebt 2 soorten:
1. heterogeen: een mengsel van stoffen die niet volledig gemengd zijn
à emulsie: 2 vloeistoffen die samen niet mengen:
- 2 lagen vloeistof of troebel mengsel
- emulgator: is een stof dat slecht mengbare stoffen
gemengd houd.
à Suspensie: vloeistof met vaste stof die niet oplost
- troebel, er zweven stukjes in de vloeistof, zakt na
een tijd omlaag.
2. Homogeen mengsel: een mengsel van stoffen die volledig gemengd zijn.
à Oplossing: helder, vaste stof (gas vloeistof) is opgelost in de vloeistof
- vloeistof is het oplosmiddel
Soorten mengsels:
schuim: mengsel van kleine gasbelletjes
rook: een mengsel van roet en as in lucht
nevel: zijn kleine vloeistofdruppeltjes in een gas
als de druppeltjes kleiner zijn dan 0,2mm noem je het mengsel een aerosol
legering of alliage: een mengsel van metalen
heeft andere eigenschappen dan afzonderlijke metalen
, A: kookpunt of kooktraject C: smeltpunt of smelttraject
B: stolpunt of stoltraject
1.2 scheidingsmethoden
Laboratorium schaal: als je iets op kleine schaal doet (uit 1 aardappel zetmeel winnen)
industriële schaal: als je iets op grotere schaal doet ( uit 1000 aardappelen zetmeel winnen)
- een scheiding op laboratoriumschaal is niet altijd bruikbaar voor scheiding op industriële schaal
Suspensies scheiden
3 soorten
Filtreren: je scheid het mengsel door middel van een filter.
- je houd het filtraat( de vloeistof) en residu ( de vaste stof) over.
zeven: door verschil in deeltjes grootte kun je vaste stoffen in een suspensie scheiden
bezinken: na een tijdje zakken de bestandsdeeltjes naar de bodem.
- komt doordat vaste stoffen een grotere dichtheid hebben dan vloeistof
- na het bezinken scheid je de vloeistof van het bezinksel door middel van afschenken.
- blijft altijd wel wat vloeistof tussen het vaste stof achter
- voor suspensies, is gebaseerd op verschil in dichtheid
je kan bij bezinken door middel van centrifugeren deeltjes sneller laten zinken.
Extraheren
extractie of extraheren: scheidingstechniek waarbij stoffen worden afgezonderd uit een bepaald
materiaal en worden overgebracht naar een andere fase
- gebaseerd op verschil in oplosbaarheid tussen de bestanddelen van een mengsel van vaste stoffen.
extractiemiddel: De vloeistof noemen we het extractiemiddel.
residu: de vaste stof die overblijft
Scheiden en zuiveren
Stofeigenschappen: kenmerkende eigenschappen van een stof
- geur, kleur, brandbaarheid, smaak, giftigheid, smeltpunt, kookpunt,
oplosbaarheid, dichtheid, magnetisch, glanzend, fase
Monster: een kleine hoeveelheid van een stof voor een onderzoek.
- vaak een wit poeder
Fase of aggregatietoestand: de toestand waar een stof in zit ( vast, vloeibaar of gas)
- wit poeder is altijd vast bij kamertemperatuur
- andere stoffen zijn bij kamertemperatuur
vloeibaar of vast
Dichtheid: de hoeveelheid massa aanwezig is in een bepaald volume
- de formule staat hiernaast
Kwalitatief onderzoek: vaststellen of de stof die op het etiket staat vermeld,
ook daadwerkelijk in de verpakking zit.
Zuivere stof: een stof dat bestaat uit één soort stof.
Mengsel: bestaat uit 2 of meerdere stoffen.
- heeft de eigenschappen van alle stoffen, zo kan je een lijstje maken van de eigenschappen
van het mengsel.
je hebt ook mengsels met een vloeistof, je hebt 2 soorten:
1. heterogeen: een mengsel van stoffen die niet volledig gemengd zijn
à emulsie: 2 vloeistoffen die samen niet mengen:
- 2 lagen vloeistof of troebel mengsel
- emulgator: is een stof dat slecht mengbare stoffen
gemengd houd.
à Suspensie: vloeistof met vaste stof die niet oplost
- troebel, er zweven stukjes in de vloeistof, zakt na
een tijd omlaag.
2. Homogeen mengsel: een mengsel van stoffen die volledig gemengd zijn.
à Oplossing: helder, vaste stof (gas vloeistof) is opgelost in de vloeistof
- vloeistof is het oplosmiddel
Soorten mengsels:
schuim: mengsel van kleine gasbelletjes
rook: een mengsel van roet en as in lucht
nevel: zijn kleine vloeistofdruppeltjes in een gas
als de druppeltjes kleiner zijn dan 0,2mm noem je het mengsel een aerosol
legering of alliage: een mengsel van metalen
heeft andere eigenschappen dan afzonderlijke metalen
, A: kookpunt of kooktraject C: smeltpunt of smelttraject
B: stolpunt of stoltraject
1.2 scheidingsmethoden
Laboratorium schaal: als je iets op kleine schaal doet (uit 1 aardappel zetmeel winnen)
industriële schaal: als je iets op grotere schaal doet ( uit 1000 aardappelen zetmeel winnen)
- een scheiding op laboratoriumschaal is niet altijd bruikbaar voor scheiding op industriële schaal
Suspensies scheiden
3 soorten
Filtreren: je scheid het mengsel door middel van een filter.
- je houd het filtraat( de vloeistof) en residu ( de vaste stof) over.
zeven: door verschil in deeltjes grootte kun je vaste stoffen in een suspensie scheiden
bezinken: na een tijdje zakken de bestandsdeeltjes naar de bodem.
- komt doordat vaste stoffen een grotere dichtheid hebben dan vloeistof
- na het bezinken scheid je de vloeistof van het bezinksel door middel van afschenken.
- blijft altijd wel wat vloeistof tussen het vaste stof achter
- voor suspensies, is gebaseerd op verschil in dichtheid
je kan bij bezinken door middel van centrifugeren deeltjes sneller laten zinken.
Extraheren
extractie of extraheren: scheidingstechniek waarbij stoffen worden afgezonderd uit een bepaald
materiaal en worden overgebracht naar een andere fase
- gebaseerd op verschil in oplosbaarheid tussen de bestanddelen van een mengsel van vaste stoffen.
extractiemiddel: De vloeistof noemen we het extractiemiddel.
residu: de vaste stof die overblijft