OPENINGSVRAAG
1. Het correcte antwoord is d
2. Het correcte antwoord is b
BUIGING DOOR EEN ENKELE SPLEET/SCHIJF
Met breedte D v/d orde
van λ
Monochromatisch licht dat een smalle spleet doorgaat
➔ de golven verspreiden zich na het passeren van de spleet in alle richtingen
Evenwijdige stralen monochromatisch licht passeren de smalle spleet
➔ lopen vrijwel evenwijdig voordat ze het scherm bereiken (is ver weg)
a) De stralen lopen rechtdoor. Ze zijn in fase, dus zal er n het midden een lichte rechthoek/lijn te
zien zijn
b) De stralen vallen in onder een hoek θ
➔ De stralen bovenaan zullen een golflengte meer afeggen dan de stralen onderaan. Ze zijn
180° uit fase en zullen destructief interfereren
Iedere straal did door de onderste helft v/d spleet gaat, heeft een overeenkomstige straal die
door de bovenste helft gaat (afstand D/2 )
3
c) De hoek θ is groter, waardoor de stralen bovenaan 2 λmeer zullen afleggen dan de onderste
➔constructieve interferentie
, Algemeen:
Minima
Maxima
Bij m = 0 is het grootste maxima
INTENSITEIT N HET BUIGINGSPATROON VAN EEN ENKELE SPLE ET
BUIGING BIJ HET DUBBELSPLEETEXPERIMENT
Bij het experiment van Young gingen we uit van oneindig smalle spleten, zodat de centrale
buigingspiek over het gehele scherm is verspreid
➔ in realiteit zal de buiging de intensiteit v/d heldere interferentiefranjes aan de zijkanten v/h centrum
verminderen, waardoor ze niet allemaal even helden worden weergegeven
Berekening
Een scherm met spleten (breedte D) op d afstand van elkaar
De afstand tot het scherm (l) is in verhouding met d veel groter
➔ de golfamplitude van elke spleet in elk punt op het scherm is vrijwel gelijk:
I is recht evenredig met E²: