Box 2 aanmerkelijk belang
Wat is een aanmerkelijk belang
Hoofdregel ⇒ Aandelen behoren tot een zogenaamd aanmerkelijk belang indien
een particulier (natuurlijk persoon) >5% van aandelen bezit (art. 4.6). Een lager
percentage aandelen worden behandeld in box 3.
Er is sprake van de rangorderegeling, daarom wordt het eerst in box 2 behandeld en daarna
pas in box 3.
Let op : art 4.7 en 4.6c. Voorbeelden aandachtspunten:
1) Geplaatst kapitaal → 100 aandelen van 1 euro nominaal, dus ev is 100. Stel
2 nieuwe aandelen a 1 euro. Meneer B wilt er twee hebben en is bereid 25
euro te betalen per aandeel, dus totaal 50 euro. Het ev is nu 150. Toch
heeft meneer B geen aanmerkelijk belang want het zijn maar 2 aandelen
van de 100.
2) Fiscaal partners → Als we twee personen hebben met allebei 3% van de
aandelen. Als ze fiscaal partner zijn hebben zij uiteindelijk een
aanmerkelijk belang van 3+3=6%.
3) Direct en indirect → Meneer A heeft een percentage van 50% in Groen BV en
ook 4% in Blauw BV (direct). Indirect is er een percentage van 2%*50% =
2%. Dus een aanmerkelijk belang van 2+4=6%.
4) Soorten aandelen moeten apart worden behandeld (art 4.7).
5) Geldt ook voor winstbewijzen en opties indien het recht geeft op meer dan 5% van
het geplaatst aandelenkapitaal.
Artikel 4.4 koopopties gelijkstelling. Dus de aanvullende bepalingen:
- Artikel 4.9 : meesleepregeling = heeft iemand een AB, dan vallen aandelen
van een ander soort en winstbewijzen ook in box 2. → Als eentje van de
winstbewijzen, aandelen of koopopties meer dan 5% is, worden de andere
ook meegenomen.
Voorbeeld: Stel je hebt 5% koopopties en 4,99% aandelen, tel je deze twee bij elkaar
op, op basis van 4.6 lid b.
- Artikel 4.10 : meetrekregeling = iemand heeft zelf geen AB, maar zijn partner of
bloed- of aanverwanten in de rechte lijn van hem of zijn partner wel.
Gevolgen
Voordelen uit dit aandelenbezit worden belast in Box 2.
Werkelijke voordelen worden belast (geen forfait) tegen vast tarief van 25% (art. 2.12) +
deels te verrekenen met ingehouden dividendbelasting, (waardoor per saldo slechts 10%
aanvullende belasting behoeft te worden betaald).
Wat is een aanmerkelijk belang
Hoofdregel ⇒ Aandelen behoren tot een zogenaamd aanmerkelijk belang indien
een particulier (natuurlijk persoon) >5% van aandelen bezit (art. 4.6). Een lager
percentage aandelen worden behandeld in box 3.
Er is sprake van de rangorderegeling, daarom wordt het eerst in box 2 behandeld en daarna
pas in box 3.
Let op : art 4.7 en 4.6c. Voorbeelden aandachtspunten:
1) Geplaatst kapitaal → 100 aandelen van 1 euro nominaal, dus ev is 100. Stel
2 nieuwe aandelen a 1 euro. Meneer B wilt er twee hebben en is bereid 25
euro te betalen per aandeel, dus totaal 50 euro. Het ev is nu 150. Toch
heeft meneer B geen aanmerkelijk belang want het zijn maar 2 aandelen
van de 100.
2) Fiscaal partners → Als we twee personen hebben met allebei 3% van de
aandelen. Als ze fiscaal partner zijn hebben zij uiteindelijk een
aanmerkelijk belang van 3+3=6%.
3) Direct en indirect → Meneer A heeft een percentage van 50% in Groen BV en
ook 4% in Blauw BV (direct). Indirect is er een percentage van 2%*50% =
2%. Dus een aanmerkelijk belang van 2+4=6%.
4) Soorten aandelen moeten apart worden behandeld (art 4.7).
5) Geldt ook voor winstbewijzen en opties indien het recht geeft op meer dan 5% van
het geplaatst aandelenkapitaal.
Artikel 4.4 koopopties gelijkstelling. Dus de aanvullende bepalingen:
- Artikel 4.9 : meesleepregeling = heeft iemand een AB, dan vallen aandelen
van een ander soort en winstbewijzen ook in box 2. → Als eentje van de
winstbewijzen, aandelen of koopopties meer dan 5% is, worden de andere
ook meegenomen.
Voorbeeld: Stel je hebt 5% koopopties en 4,99% aandelen, tel je deze twee bij elkaar
op, op basis van 4.6 lid b.
- Artikel 4.10 : meetrekregeling = iemand heeft zelf geen AB, maar zijn partner of
bloed- of aanverwanten in de rechte lijn van hem of zijn partner wel.
Gevolgen
Voordelen uit dit aandelenbezit worden belast in Box 2.
Werkelijke voordelen worden belast (geen forfait) tegen vast tarief van 25% (art. 2.12) +
deels te verrekenen met ingehouden dividendbelasting, (waardoor per saldo slechts 10%
aanvullende belasting behoeft te worden betaald).