100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Antwoorden

Newton antwoorden uitwerkingen 5vwo H11

Beoordeling
2,0
(1)
Verkocht
1
Pagina's
16
Geüpload op
16-10-2019
Geschreven in
2017/2018

Newton antwoorden uitwerkingen 5vwo H11

Instelling
Vwo










Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Documentinformatie

Geüpload op
16 oktober 2019
Aantal pagina's
16
Geschreven in
2017/2018
Type
Antwoorden
Persoon
Onbekend

Voorbeeld van de inhoud

11 Vaardigheden
Wiskunde in de natuurkunde | vwo
Uitwerkingen basisboek
11.1 REKENVAARDIGHEDEN

1
18 7 5 18 28 60 106 53
a + + = + + =
120 30 10 120 120 120 120 60
¿ .
( )
4 2 3 4 ×2 ×3 8×3 3 1 1
b × × = = = = = .
9 7 8 9× 7 ×8 9 ×7 × 8 9 ×7 3 ×7 21
4 2 4 15 4 ×15 2 ×15 30
c ÷ = × = = = .
11 15 11 2 11 × 2 11 11

2
2
l l l
a 2π
√ 9,81
2
=0,452  2 π ( √ )
9,81
2
=0,4522  4 × π ×
9,81
=0,4522 

0,452 × 9,81
l= =0,0508.
4 × π2
1 2 × 4,7 2 ×4,7
b
2
×10,5 ×u 2=4,7  u2=

( 3,156 ∙107 )
2
10,5

 u=
10,5 √
=0,95.

c = 
3
6,67384 ∙ 10 ×1,9884 ∙ 1030
−06
r
2
3 ( 3,156 ∙ 107 ) ×6,67384 ∙ 10−6 ×1,9884 ∙ 1030
r = =1,0518∙ 1039 (in rekenmachine laten staan!) in rekenmachine laten staan!) ) 

3 1 /3
r =√1,0518 ∙ 1039=( 1,0518 ∙10 39) =1,017 ∙1013.

3
a De remkracht blijf gelijk en de beginsnelheid is 90/50 = 9/5e x zo groot. De remweg is evenredig met v begin2,
90 2
dus is srem =13,8 ×
( )
50
=45 m.
b De beginsnelheid blijft gelijk en de remkracht wordt 6,5/8,4 x zo groot. De remweg is omgekeerd evenredig
8,4
met de remkracht, dus is srem =13,8 × =18 m.
6,5

4
2,07
a De omtrek is 2 π ∙ r dus 2,07=2 π ×r  r = =0,3295 m (in rekenmachine laten staan!) in rekenmachine laten

staan!) ). De oppervlakte is π ∙ r 2 dus A=π ∙ r 2=π ×0,32952 =0,341m 2.
b Maak een tekening:
Pythogoras: a 2+ 4,52=5,82  a= √ 5,82−4,52=3,66 m.
De omtrek is 5,8+ 4,5+3,66=14,0 m .
1
De oppervlakte is × 4,5× 3,66=8,2m 2.
2
c De straal van de bal is 14 cm.
4 4
Het volume van de bal is π ∙ r 3= π ×14 3=1,1 ∙10 4 cm3 =0,011 m 3.
3 3 Figuur 1
De oppervlakte van de bal is 4 π ∙ r 2=4 π × 142=2,5∙ 103 cm 2=0,25 m 2.


© ThiemeMeulenhoff bv Pagina 1 van 16

, d Het volume van een cilinder is π ∙ r 2 ∙ h dus 340 ∙10−3=π ×r 2 ×1,20 
340 ∙10−3
r=

π × 1,20
=0,300 m. De diameter is dus 60,0 cm.

5 De springdrum wordt in de hand (in rekenmachine laten staan!) op de foto ontbreekt helaas de hand) gehouden, dus de hoogte zal ongeveer
10 cm zijn. Op de foto is de golflengte ongeveer 2 x zo groot als de springdrum. We schatten de golflengte dus op
v 2
2 x 10 = 20 cm. De frequentie is dan v=λ ∙ f  f= = =10 Hz. Dit wijkt erg veel af van de gegeven
λ 0,20
grondtoon van 300 Hz, dus de hypothese van Sandra is onjuist.




6
0,880−0,833 0,047
a Bewering 1: De relatieve toename van de slagfrequentie is = =0,056 en de relatieve
0,833 0,833
2,50−2,40 0,10
afname van de slaglengte is = =0,040 . Deze bewering is juist.
2,50 2,40
Bewering 2: De snelheid van Joep is gelijk aan de slaglengte maal de slagfrequentie. De oorspronkelijke
snelheid is dus 2,50 ×0,833=2,083 m/s en de snelheid waarop Joep wil gaan trainen is
2,40 ×0,880=2,112 m/s . De snelheid neemt toe dus deze bewering is ook juist.
2,112−2,083
b De snelheidstoename is ×100 %=1,4 %
2,083

1

a Beide stralen zijn even groot, dus S= ( n−1 ) ∙ ( 1R + R1 )=( n−1 ) ∙ R2 . Het gaat om een waterlens, dus n is de

2
brekingsindex van water  Binas tabel 18  n=1,330 voor rood licht  40=( 1,330−1 ) × 
R
( 1,330−1 ) × 2
R= =0,0165 m=1,7 cm.
40
1
b R1 wordt een factor 2 kleiner: R1= ∙ R en R2 wordt een factor 2 groter: R2=2 ∙ R. Dit invullen in de formule
2
voor de sterkte van de lens geeft:
1 1 2 1 4 1 5 2,5
S= ( n−1 ) ∙
( 1
∙R
+
2∙R
)
= ( n−1 ) ∙ + (
R 2∙ R
=( n−1 ) ∙) +
2 ∙ R 2∙ R (
=( n−1 ) ∙
2∙ R )
=( n−1 ) ∙
R ( ) ( )
2
.
2,5 2
is groter dan dus de sterkte van de lens wordt groter.
R R

7

Fs 2 kg ∙m 2
Fs ∙s
a [ v ]= [√ ]
ml
2
 [ v ]=
ml [ ] 
m
2
=
N
 N ∙ s2
s [ ml ] [ ml ]= 2 =
m
s2
m 2
kg ∙ m kg
= 2 = .
m m


© ThiemeMeulenhoff bv Pagina 2 van 16

, b De frequentie moet 300/200 = 1,5 x zo groot worden. Voor de golfsnelheid geldt: v=λ ∙ f , waarbij de
golflengte λ hierbij constant blijft, dus moet de golfsnelheid v 1,5 x zo groot worden. Volgens de formule is de
golfsnelheid is evenredig met √ F s dus zal de spankracht 1,5 2
= 2,25 x zo groot moeten worden.


8 Oriëntatie:
De warmtedoorgangscoëfficiënt μ wordt 3,5/1,2 = 2,5 x zo klein, dus zal ook de warmtestroom P 2,5 x zo klein
worden. Het jaarlijks gasverbruik V is recht evenredig met de warmtestroom, dus dit zal ook 2,5 x zo klein worden.
Uitwerking:
V dubbelglas 1,2 ∙10 3 3 3
V vacuümglas = = =0,48∙ 10 m . De besparing is dus 1,2 ∙103 −0,48 ∙103 =0,7 ∙103 m 3.
2,5 2,5

9
1,57∙ 10−3 −4
a De straal van het beeld van de Krabnevel is =7,85 ∙ 10 m .
2
2
De oppervlakte is dus A=π ∙ r 2=π × ( 7,85 ∙ 10−4 ) =1,94 ∙10−6 m2 . De oppervlakte van één pixel is

−11 2 1,94 ∙10−6 4
5,48 ∙10 m , dus het aantal pixels met informatie over de krabnevel is −11
=3,53∙ 10 .
5,48∙ 10
b De straal van de Krabnevel is ongeveer 5,5 lichtjaar. Dat is
5,5 ×300 000 ∙10 3 ×365,25 × 24 ×3600=5,21∙ 1016 m . De diameter is in werkelijkheid dus
16 17 1,04 ∙10 17 19
2 ×5,21 ∙10 =1,04 ∙10 m . Dat is −3
=6,6∙ 10 x zo groot.
1,57∙ 10

10 Stel dat wex L van de eerste vloeistof voegen bij y liter van de tweede vloeistof. De totale hoeveelheid vloeistof is
0,50 × x+ 0,12× y
dan x + y=1,0 L. Het alcoholpercentage van deze vloeistoffen samen is dan: =0,30 
x+ y
0,50 × x +0,12 × y=0,30× ( x+ y ). Nu moeten we de volgende 2 vergelijkingen oplossen:
x + y=1,00,50 × x +0,12 × y=0,30× ( x+ y ). Vul y=1,0−x in in de tweede vergelijking:
0,50 × x +0,12 × ( 1,0−x )=0,30 × ( x +1,0−x )  ( 0,50−0,12 ) × x+ 0,12=0,30 
0,30−0,12
x= =0,474 L=474 mL en y=1,0−0,474=0,526 L=526 mL .
0,38

11 Stel dat de lengte van de rechthoek x cm is en de breedte y cm. De oppervlakte is dan x ∙ y en de omtrek
2 ∙(x+ y). De twee vergelijkingen zijn dus: x ∙ y=200 en 2 ∙ ( x + y )=90.
Schrijf de tweede vergelijking als y=45−x en vul dit in in de eerste vergelijking: x × ( 45−x )=200 
45 x−x 2=200  x 2−45 x +200=0. Dit is op te lossen met de abc-formule:
45 ± √ 452−4 ×1 ×200 45 ± √ 1225 45 ±35  x=5 of x=40. Als x=5 volgt dat
x= = =
2 ×1 2 2
y=45−5=40 en als x=40 volgt dat y=45−40=5. De rechthoek is dus 5 bij 40 cm.

12
a v uit =⃗
⃗ v ¿ +⃗
∆ v.




© ThiemeMeulenhoff bv Pagina 3 van 16

Beoordelingen van geverifieerde kopers

Alle reviews worden weergegeven
1 jaar geleden

2,0

1 beoordelingen

5
0
4
0
3
0
2
1
1
0
Betrouwbare reviews op Stuvia

Alle beoordelingen zijn geschreven door echte Stuvia-gebruikers na geverifieerde aankopen.

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
De reputatie van een verkoper is gebaseerd op het aantal documenten dat iemand tegen betaling verkocht heeft en de beoordelingen die voor die items ontvangen zijn. Er zijn drie niveau’s te onderscheiden: brons, zilver en goud. Hoe beter de reputatie, hoe meer de kwaliteit van zijn of haar werk te vertrouwen is.
chemistrymaster2012 Vrije Universiteit Amsterdam
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
323
Lid sinds
8 jaar
Aantal volgers
220
Documenten
7
Laatst verkocht
12 uur geleden

Over de jaren heb ik veel materiaal verzameld, vraagt en gij zult krijgen. Vooral Voortgezet onderwijs materiaal

4,1

138 beoordelingen

5
76
4
31
3
13
2
3
1
15

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo makkelijk kan het dus zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen