100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Samenvatting nodig? Hoofdstuk 7 taal

Beoordeling
-
Verkocht
-
Pagina's
12
Geüpload op
04-08-2024
Geschreven in
2020/2021

Dit is een samenvatting van hoofdstuk 7 basiskennis taalonderwijs. In het studiejaar was dit voor periode 3 van belang.










Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Documentinformatie

Heel boek samengevat?
Nee
Wat is er van het boek samengevat?
7
Geüpload op
4 augustus 2024
Aantal pagina's
12
Geschreven in
2020/2021
Type
Samenvatting

Voorbeeld van de inhoud

Hoofdstuk 7
Leesvaardigheden voor begrijpend lezen
Bepalen van het leesdoel
Informatie zoeken: gericht op namen en feiten.
Mening vormen: gericht op het vinden van standpunten, het onderscheid tussen meningen
en feiten, argumenten voor of tegen en de logische opbouw van een redenering.
Ontspannen: gericht op de (spanning)opbouw van de tekst, identificatie met de
verhaalfiguren en de sfeertekening.
Handeling uitvoeren: gericht zoeken naar aanwijzingen voor je gedrag of een heldere
beschrijving van een werkwijze.
Betekenis van woord(groep)en bepalen
Tekst meer dan 10% niuewe woorden > niet te begrijpen.
Betekenis van een woord te vinden in de tekst door:
- Door middel van een definitie of synoniem.
- Lang woord > hak het woord in stukjes en kijk welk deel je begrijpt.
- Door context
Figuurlijk taalgebruik is ook lastig te begrijpen. Dit is wel nodig, want anders ontga je de
betekenis van de zin.
Relaties in de tekst leggen
Tussen woorden, woordgroepen en zinnen relatiesleggen die uitgedrukt worden.
Taal-denkrelatie: logische reacties die een lezer aanbrengt tussen woorden, woordgroepen
en zinnen. Te herkennen aan voeg-, signaal- of verwijswoorden. Manier aanleren om het
telkens bij iedere tekst weer te doen, niet alleen verbanden leggen. Door bijvoorbeeld
oorzaak gevolg probleem vragen. (cognitieve taalfunctie)
Voorbeelden:
- Vraag-antwoordstructuren: hoe gaan we dit doen > we nemen gewoon iemand in
dienst.
- Chronologische volgorde: om drie uur gingen we snel naar huis en daarna snel naar
bed.
- Voorbeelden: een hemelbed is een meubelstuk
- Vergelijkingen: in ben ouder dan mijn broer
- Middel-doelrelaties: met een mobiele telefoon ben je overal bereikbaar
- Voorwaardelijke structuren: als je de volgende keer op tijd bent, zal ik het door de
vingers zien

, Relaties buiten de tekst leggen
Informatie die de lezer uit de tekst afleidt.
Associaties bij een bepaald woord > hemelbed: bed met een afdakje. Bij ‘herdershond’
kunnen associaties van mensen verschillen > hondenliefhebber of iemand die door een
herdershond is gebeten.
Het leggen van een relatie met je eigen kennis gaat meestal automatisch en onbewust.
Kinderen leren actiever naar een tekst kijken door de gelezen informatie in verband te
brengen met hun voorkennis. Ook vragen om hun eigen betekenisassociaties te
verduidelijken.
Structuur van de tekst herkennen
Als je als lezer de structuur doorziet, is het makkelijker om een tekst te begrijpen > zaken
worden helder.
Kan door opbouw tekst en relaties leggen tussen verschillende delen van een tekst.
Hetzelfde als relaties leggen in de tekst maar dan op een hoger niveau. Kinderen moeten
inzien dat sommige teksten een vaste structuur hebben met steeds dezelfde relaties tussen
de delen.
Structuur opsporen door te letten op:
- Vormgeving > kopjes, alinea’s
- Signaalwoorden > in de eerste plaats, vervolgens
- Vaste structuren > vraag – antwoord
Tekstsoort herkennen
Door opbouw, taalgebruik of het begin van een tekst. Inhoud teksten 2 soorten:
Fictie: verbeelding / fantasie. De schrijver bouwt een eigen wereld op door zijn verbeelding te
mengen met gegevens uit de werkelijkheid.
Non-fictie / referentiële: geen verbeelding / fantasie. Zakelijke teksten waarbij de schrijver
controleerbare gegevens gebruikt uit onze werkelijkheid.
Doelstelling teksten (weet- / doeteksten):
Verhalende teksten: verzonnen gebeurtenissen of persoonlijke weergave van de realiteit.
Bedoeling om lezer te amuseren.
Informatieve teksten: de auteur beschrijft de werkelijkheid. Doel om de lezer informatie te
geven en zijn kennis van de werkelijkheid te verrijken.
Directieve teksten: hoe je een bepaalde handeling / procedure uit moet voeren. Aanwijzingen
en instructies.
Beschouwende teksten: wat iemand vindt van de werkelijkheid, mening auteur. Argumenten
standpunt of oplossingen probleem (commentaar / recensie).
Argumentatieve tekst: een ander overtuigen van je standpunt. Schrijver wilt meer van de
lezer dan bij een beschouwende tekst. Hij wilt iemand beïnvloeden en overhalen (sollicitatie /
advertentie).
€2,99
Krijg toegang tot het volledige document:

100% tevredenheidsgarantie
Direct beschikbaar na je betaling
Lees online óf als PDF
Geen vaste maandelijkse kosten

Maak kennis met de verkoper
Seller avatar
isabelverspeek

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
isabelverspeek Hogeschool Leiden
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
1
Lid sinds
1 jaar
Aantal volgers
0
Documenten
8
Laatst verkocht
5 maanden geleden

0,0

0 beoordelingen

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo makkelijk kan het dus zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen