Literatuur: deel 1, Inleiding in het recht, Deel 2: Privaatrecht H.5
De Nederlands grondwet in 1814 ingegaan na vertrek Napoleon.
Het gaat altijd om de eiser en de gedaagde.
Nederlands recht
Artikel 1 daar begint het mee (eerste artikel).
Privaat recht
Tussen burger en burger, eiser en gedaagde. Ze zijn gelijkwaardig.
- Personen- en familie recht (trouwen, scheiden kinderen)
- Rechtspersonenrecht (B.V., N.V., stichting en organisatie)
- Vermogensrecht (geld, belasting, juridisch vermogen)
o Verbintenissenrecht (contracten)
o Goederenrecht (eigenaar, bezitter, houder)
Publiekrecht
Tussen staat en burger, andere verhoudingen. Niet gelijkwaardig.
- Onrechtmatige daad (WA, verkeringen)
- Staatsrecht (wat doet de kamer?)
- Administratief recht (bestuursrecht, gemeente)
- Strafrecht (OM, criminaliteit)
Rechtelijk macht (privaat)
1. Eerste aanleg
a. Kantonrechter
b. Rechtbank
2. In hoger beroep gaan
a. Rechtbank
b. Hoger gerechts hof
3. Cassatie
a. Hoogeraad
Rechtshandhaving door overheid Eigenrichting
Politie, rechters. (overheid) Het recht in eigen hand nemen
Materieel recht Formeel recht
Rechten en plichten van burger waar ze Alle regels die aangeven hoe ik mijn recht kan
dagelijks mee te maken hebben behalen
Objectief Subjectief
Zijn alle regels samen Het recht van één persoon (bijv. bij een lening)
Dwingend recht (dient) Aanvullend recht (tenzij)
Regels waar je je precies aan moet houden Zelf regeleingen treffen tussen onderlinge partijen
1
, Wet => deelverzameling van recht (geschreven)
Recht => zijn de regels (ongeschreven)
(zijn geen synoniemen)
de rechtsbronnen:
de wet
jurisprudentie => uitspraken van rechters
verdrag => landen en staten, overeenkomsten
gewoonte(recht) => ongeschreven regels
Het Burgerlijk Wetboek:
Boek 1 : Personen- en familierecht
Boek 2 : Rechtspersonenrecht
Boek 3 : Vermogensrecht in het algemeen
Boek 4 : Erfrecht
Boek 5 : Zakelijke rechten
Boek 6 : Algemeen gedeelte van het verbintenissenrecht
Boek 7 : Bijzondere overeenkomsten
Boek 7a: Bijzondere overeenkomsten; vervolg
Boek 8 : Verkeersmiddelen en vervoer
Art. 2:251 BW
2 staat voor boek
251 voor artikelnummer
Privaat = Burger tussen burger (kan ook overheid zijn)
Publiek =Vreemdelingen recht (overheid, studiefinanciering, belasting)
Privaat
Verbintenissen recht open stelsel, oneindig veel mogelijkheden (zolang het binnen de wet
gebeurd)(Binnen de wet staat de moeder altijd vast er is er maar één, de vader kan
verschillen).
Goederen recht gesloten stelsel, beperkt aantal mogelijkheden dit recht bepaald wanneer je
eigenaar, houder of bezitter bent.
1 volledig recht en 7 open rechten.
Gelaagde structuur, eerst de algemene regels en dan specifieke. ( bijv. huur, koop,
huwelijksovereenkomst)
2
De Nederlands grondwet in 1814 ingegaan na vertrek Napoleon.
Het gaat altijd om de eiser en de gedaagde.
Nederlands recht
Artikel 1 daar begint het mee (eerste artikel).
Privaat recht
Tussen burger en burger, eiser en gedaagde. Ze zijn gelijkwaardig.
- Personen- en familie recht (trouwen, scheiden kinderen)
- Rechtspersonenrecht (B.V., N.V., stichting en organisatie)
- Vermogensrecht (geld, belasting, juridisch vermogen)
o Verbintenissenrecht (contracten)
o Goederenrecht (eigenaar, bezitter, houder)
Publiekrecht
Tussen staat en burger, andere verhoudingen. Niet gelijkwaardig.
- Onrechtmatige daad (WA, verkeringen)
- Staatsrecht (wat doet de kamer?)
- Administratief recht (bestuursrecht, gemeente)
- Strafrecht (OM, criminaliteit)
Rechtelijk macht (privaat)
1. Eerste aanleg
a. Kantonrechter
b. Rechtbank
2. In hoger beroep gaan
a. Rechtbank
b. Hoger gerechts hof
3. Cassatie
a. Hoogeraad
Rechtshandhaving door overheid Eigenrichting
Politie, rechters. (overheid) Het recht in eigen hand nemen
Materieel recht Formeel recht
Rechten en plichten van burger waar ze Alle regels die aangeven hoe ik mijn recht kan
dagelijks mee te maken hebben behalen
Objectief Subjectief
Zijn alle regels samen Het recht van één persoon (bijv. bij een lening)
Dwingend recht (dient) Aanvullend recht (tenzij)
Regels waar je je precies aan moet houden Zelf regeleingen treffen tussen onderlinge partijen
1
, Wet => deelverzameling van recht (geschreven)
Recht => zijn de regels (ongeschreven)
(zijn geen synoniemen)
de rechtsbronnen:
de wet
jurisprudentie => uitspraken van rechters
verdrag => landen en staten, overeenkomsten
gewoonte(recht) => ongeschreven regels
Het Burgerlijk Wetboek:
Boek 1 : Personen- en familierecht
Boek 2 : Rechtspersonenrecht
Boek 3 : Vermogensrecht in het algemeen
Boek 4 : Erfrecht
Boek 5 : Zakelijke rechten
Boek 6 : Algemeen gedeelte van het verbintenissenrecht
Boek 7 : Bijzondere overeenkomsten
Boek 7a: Bijzondere overeenkomsten; vervolg
Boek 8 : Verkeersmiddelen en vervoer
Art. 2:251 BW
2 staat voor boek
251 voor artikelnummer
Privaat = Burger tussen burger (kan ook overheid zijn)
Publiek =Vreemdelingen recht (overheid, studiefinanciering, belasting)
Privaat
Verbintenissen recht open stelsel, oneindig veel mogelijkheden (zolang het binnen de wet
gebeurd)(Binnen de wet staat de moeder altijd vast er is er maar één, de vader kan
verschillen).
Goederen recht gesloten stelsel, beperkt aantal mogelijkheden dit recht bepaald wanneer je
eigenaar, houder of bezitter bent.
1 volledig recht en 7 open rechten.
Gelaagde structuur, eerst de algemene regels en dan specifieke. ( bijv. huur, koop,
huwelijksovereenkomst)
2
