Belangrijke examentips voor theorie-examen rijbewijs B (auto)
Bij dag als zicht ernstig wordt beperkt dimlicht aan.
Wegrijden vanuit een uitrit alle weggebruikers voor laten gaan.
Parkeerverbod gaat in NA het geplaatste bord.
Op een trambaan geldt GEEN parkeer- of stilstaanverbod, maar hierbij mag je de
tram niet hinderen.
Tram stopt alleen voor dieren (zebrapad + haaientanden).
Adviessnelheid is gebaseerd op normale omstandigheden, bij gladheid een lagere
snelheid aanhouden.
Niet rijden met barst in de voorruit geen beschadigingen of verkleuringen
toegestaan op de ruiten.
Autoweg: gelijkvloerse kruispunten (= kruisend verkeer), geen gescheiden
rijbanen (= tegenliggers) en een korte invoegstrook.
Vluchtroute (bord L22): bij tunnels, geluidswallen en bruggen op een
autosnelweg.
Snelweg: minimaal 60 km/uur rijden.
Verbod inhalen motorvoertuigen: bromfiets is geen motorvoertuig, mag dus wel
ingehaald worden.
Op voorrangsweg geldt een parkeerverbod, in de berm mag echter we
geparkeerd worden.
Eenrichtingsweg + snelweg NIET achteruit rijden.
Stilstaan op rijbaan buiten de bebouwde kom stadslicht en achterlicht
gebruiken.
Voor veranderen van rijstrook mag je onderbroken streep en blokmarkering
overschrijden.
Vermoeid gaan rijden: kans veroorzaken ongeluk stijgt.
Niet rijden met defect stadslicht: auto voorzien van 2 werkende.
Bij naderen stilstaande file is het voeren van waarschuwingsknipperlichten
toegestaan.
Onverharde weg: voorrang verlenen aan alle bestuurders op de verharde weg.
Noodzakelijk achteruit rijden tijdens bijzondere manoeuvre is toegestaan op
eenrichtingsweg.
Naderen tegenligger met onderschatte inhaalpoging: wanneer er achter jou
voldoende ruimte is, dan afremmen en eventueel uitwijken naar de berm.
Ontsluitingsweg: dubbele asstreep, hierop geen bromfietsen, snorfietsen en
fietsen tegenkomen.
, Voorsorteren bij splitsing van 3 of meer rijstroken of als 2 rechterstroken zijn
geblokkeerd, is auto met een aanhanger van meer dan 7 meter ook toegestaan
op een andere rijstrook.
Rijbewijs E: met rijbewijs B / C / D een andere aanhanger voorttrekken dan
toegestaan (in ieder geval meer dan 750 kilogram).
Gemiddelde reactietijd om te remmen: 1 seconde.
Bij haaientandenbord: extra aandacht boor inhalende bestuurders op de
kruisende weg.
Verbod voor vrachtwagens om in te halen is niet geldig voor andere bestuurders.
Gehandicapt persoon in een wagentje beweegt zich NIET moeilijk voort en
behoeft GEEN voorrang te krijgen.
Parkeerschijfzone is enkel geldig op de momenten aangegeven op het onderbord.
Bij volgen moet je voldoende afstand op je voorganger houden (2-secondenregel
of de snelheid +10%).
Vluchtstrook mag niet gebruikt worden als rijstrook, bij pech de auto in de berm
zetten en hulp inschakelen.
Voor parkeren mag je gebruik maken van de berm.
Als andere weggebruikers zich niet aan de regels houden, mag je GEEN voorrang
nemen.
Ter hoogte van de pijlen op uitrijstrook verplicht om deze richting te (blijven)
volgen.
Storing motormanagement: contact met garage opnemen voor overleg.
Aanhanger en vrachtwagen: maximaal 3 meter breed.
Mistlicht voorzijde: als het zicht ernstig belemmerd wordt.
In geval van nood kiezen voor de veiligste optie (busbaan is rustiger dan de
gewone rijbaan).
Auto parkeren aan de uiterst linker- of rechterzijde van de weg.
Gele onderbroken streep = parkeerverbod.
Lading die meer dan 1 meter uitsteekt = markeringsbord.
Lifehammer gebruiken: met de scherpe punt zo dicht mogelijk bij de sponning
aan de onderzijde van het raam slaan.
Volgafstand bij regen en andere slechte weersomstandigheden vergroten.
Brommobielen volgen de regels van motorvoertuigen bij een inhaalverbod.
Stroomweg = dubbele groen gevulde asstreep, hierop geen fietsers, bromfietsers
of landbouwvoertuigen tegenkomen.
Voorrangsrotonde: voorrang verlenen aan bestuurders op ongelijkwaardige
voorrangsrotonde.
Bij dag als zicht ernstig wordt beperkt dimlicht aan.
Wegrijden vanuit een uitrit alle weggebruikers voor laten gaan.
Parkeerverbod gaat in NA het geplaatste bord.
Op een trambaan geldt GEEN parkeer- of stilstaanverbod, maar hierbij mag je de
tram niet hinderen.
Tram stopt alleen voor dieren (zebrapad + haaientanden).
Adviessnelheid is gebaseerd op normale omstandigheden, bij gladheid een lagere
snelheid aanhouden.
Niet rijden met barst in de voorruit geen beschadigingen of verkleuringen
toegestaan op de ruiten.
Autoweg: gelijkvloerse kruispunten (= kruisend verkeer), geen gescheiden
rijbanen (= tegenliggers) en een korte invoegstrook.
Vluchtroute (bord L22): bij tunnels, geluidswallen en bruggen op een
autosnelweg.
Snelweg: minimaal 60 km/uur rijden.
Verbod inhalen motorvoertuigen: bromfiets is geen motorvoertuig, mag dus wel
ingehaald worden.
Op voorrangsweg geldt een parkeerverbod, in de berm mag echter we
geparkeerd worden.
Eenrichtingsweg + snelweg NIET achteruit rijden.
Stilstaan op rijbaan buiten de bebouwde kom stadslicht en achterlicht
gebruiken.
Voor veranderen van rijstrook mag je onderbroken streep en blokmarkering
overschrijden.
Vermoeid gaan rijden: kans veroorzaken ongeluk stijgt.
Niet rijden met defect stadslicht: auto voorzien van 2 werkende.
Bij naderen stilstaande file is het voeren van waarschuwingsknipperlichten
toegestaan.
Onverharde weg: voorrang verlenen aan alle bestuurders op de verharde weg.
Noodzakelijk achteruit rijden tijdens bijzondere manoeuvre is toegestaan op
eenrichtingsweg.
Naderen tegenligger met onderschatte inhaalpoging: wanneer er achter jou
voldoende ruimte is, dan afremmen en eventueel uitwijken naar de berm.
Ontsluitingsweg: dubbele asstreep, hierop geen bromfietsen, snorfietsen en
fietsen tegenkomen.
, Voorsorteren bij splitsing van 3 of meer rijstroken of als 2 rechterstroken zijn
geblokkeerd, is auto met een aanhanger van meer dan 7 meter ook toegestaan
op een andere rijstrook.
Rijbewijs E: met rijbewijs B / C / D een andere aanhanger voorttrekken dan
toegestaan (in ieder geval meer dan 750 kilogram).
Gemiddelde reactietijd om te remmen: 1 seconde.
Bij haaientandenbord: extra aandacht boor inhalende bestuurders op de
kruisende weg.
Verbod voor vrachtwagens om in te halen is niet geldig voor andere bestuurders.
Gehandicapt persoon in een wagentje beweegt zich NIET moeilijk voort en
behoeft GEEN voorrang te krijgen.
Parkeerschijfzone is enkel geldig op de momenten aangegeven op het onderbord.
Bij volgen moet je voldoende afstand op je voorganger houden (2-secondenregel
of de snelheid +10%).
Vluchtstrook mag niet gebruikt worden als rijstrook, bij pech de auto in de berm
zetten en hulp inschakelen.
Voor parkeren mag je gebruik maken van de berm.
Als andere weggebruikers zich niet aan de regels houden, mag je GEEN voorrang
nemen.
Ter hoogte van de pijlen op uitrijstrook verplicht om deze richting te (blijven)
volgen.
Storing motormanagement: contact met garage opnemen voor overleg.
Aanhanger en vrachtwagen: maximaal 3 meter breed.
Mistlicht voorzijde: als het zicht ernstig belemmerd wordt.
In geval van nood kiezen voor de veiligste optie (busbaan is rustiger dan de
gewone rijbaan).
Auto parkeren aan de uiterst linker- of rechterzijde van de weg.
Gele onderbroken streep = parkeerverbod.
Lading die meer dan 1 meter uitsteekt = markeringsbord.
Lifehammer gebruiken: met de scherpe punt zo dicht mogelijk bij de sponning
aan de onderzijde van het raam slaan.
Volgafstand bij regen en andere slechte weersomstandigheden vergroten.
Brommobielen volgen de regels van motorvoertuigen bij een inhaalverbod.
Stroomweg = dubbele groen gevulde asstreep, hierop geen fietsers, bromfietsers
of landbouwvoertuigen tegenkomen.
Voorrangsrotonde: voorrang verlenen aan bestuurders op ongelijkwaardige
voorrangsrotonde.
