100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Samenvatting nederlands jaar 2 toets 1

Beoordeling
5,0
(1)
Verkocht
15
Pagina's
59
Geüpload op
25-07-2024
Geschreven in
2022/2023

twee boeken: basiskennis taalonderwijs bevat hoofdstukken:5,6,11 taal en didactiek, aanvankelijk technisch lezen, bevat hoofdstukken: 2,4,5,6,7,8,9












Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Documentinformatie

Heel boek samengevat?
Nee
Wat is er van het boek samengevat?
2,4,5,6,7,8,9
Geüpload op
25 juli 2024
Aantal pagina's
59
Geschreven in
2022/2023
Type
Samenvatting

Onderwerpen

Voorbeeld van de inhoud

H5 beginnende geletterdheid

5.1 geletterdheid
4-jarige kinderen zijn al behoorlijk geletterd (prentenboeken thuis, kinderprogramma’s).
Geletterdheid: de belangstelling voor het geschreven woord en de inzichten die kinderen
ontwikkelen in de functies van geschreven taal. Bij oudere kinderen betekenend het vermogen om te
lezen en schrijven. Het heeft betrekking op bepaalde aspecten:
 Boekoriëntatie
 Verhaalbegrip
 Functies van geschreven taal
 Relaties tussen gesproken en geschreven taal
 Taalbewustzijn
 Alfabetisch principe
 Functioneel schrijven en lezen
 Technisch lezen en schrijven start
 Technisch lezen en schrijven vervolg
 Begrijpend lezen en schrijven
In groep 3 staat het aanvankelijk lezen centraal, ze leren letters en eenvoudige woorden lezen.
Hogere groepen geven aandacht aan technisch en begrijpend lezen. Het gaat erom dat kinderen zich
kunnen redden in de maatschappij als er beroep wordt gedaan op hun lees- en schrijfvaardigheid
(handleiding, ondertiteling). Functionele geletterdheid: die vaardigheid om zich in een geletterde
samenleving te redden. Het niveau wordt bepaald door de vaardigheid technisch lezen (AVI-toetsen).
Hebben kinderen niet aan het eind E6 dan lopen ze een groot risico op functioneel analfabeet te
worden (ze kunnen lezen of schrijven, maar onvoldoende om zich te redden in de samenleving). er
zijn 3 fasen van geletterdheid.
1. Ontluikende geletterdheid. Deze heeft betrekking op de periode voor school (0 tot 4 jaar).
Het leren omgaan met geschreven taal is een proces. Interactie met ouders speelt een rol.
Voorlezen kan enorm helpen of taalspelletjes. Door verschillen in thuissituatie kan het niveau
uiteenlopen. Worden kinderen thuis niet voorgelezen dan hebben ze minder kans om hun
geletterdheid te ontwikkelen. De taal waarin het gebeurt is niet van belang. Het gaat vooral
om het ontdekken van de algemene functies van geschreven taal. De ontwikkeling kan niet
losstaan van de mondelinge taalontwikkeling. Door te reflecteren om mondeling wordt het
voor het kind makkelijker om zich ook over schriftelijk taalgebruiken eigen te maken.
2. Beginnende geletterdheid. Groep 1 t/m 3 van de basisschool. De meeste kinderen hebben al
kennis opgedaan over boeken en letters. Deze fase omvat ook het aanvankelijk lezen.
3. Gevorderde geletterdheid. Periode na groep 3, bevat voortgezet leen en stellen. Ze leren
sneller woorden te herkennen en richten de aandacht op de betekenis en de bedoeling van
een tekst. Ze leren strategieën en de betekenis van woorden achterhalen. Twee belangrijke
onderdelen van dit zijn stellen en begrijpend lezen.

5.2 tussendoelen beginnende geletterdheid.
De tussendoelen zijn een richtlijn voor de inhoud van het taalonderwijs in de groepen 1 t/m 3. Ze
hebben betrekking op aanvankelijk, technisch en begrijpend lezen. Ze zijn niet precies omschreven:
het gaat om de ontwikkelingsdoelen, deze zijn moeilijk te toetsen. Je moet ze door observatie
vaststellen.

,5.3 ontwikkeling geletterdheid
De belangstelling voor geschreven taal komt vroeg op gang (speelgoedboekjes). Lees- of schrijfgedrag
komt vanaf 2 jaar (schrijven eerder dan lezen). Schrijven is namelijk een concretere handeling dan
lezen.
Spontane schrijfontwikkeling
Jonge kinderen zijn al bewust met taal bezig. Week of 6 de eerste geluidjes en te experimenteren
met taal. Die geluidjes monden uit in complete zinnen die de meeste kleuters kunnen spreken. Een
belangrijke rol speelt het metalinguïstisch bewustzijn: vermogen om na te denken over de vorm en
het gebruik van taal en om onbewuste kennis over de regels van taal te verwoorden. Bij het schrijven
van woorden moeten kinderen nadenken welke klanken ze horen. Meertalige kinderen beschikken
hier al vroeg over, omdat ze meer taalsystemen kennen. De spontane schrijfontwikkeling ontwikkelt
zich bij kinderen in de peuterleeftijd. Vanaf een jaar of 2 beginnen ze met schrijven. Ze zijn nog niet
in staat een woord op te delen in klankgroepen. Je hebt verschillende fase
1. Het tekenen van woorden. Kind maakt nog geen onderscheid tussen schrijven en tekenen,
maar heeft ontdekt dat je woorden op papier kunt weergeven.
2. Het krabbelen van nog niet herkenbare lettertekens. Het kind heeft door dat voor schrijven
abstractere tekens worden gebruikt.

, 3. Het schrijven van letterachtige vormen of letters. Kind ontdekt dat woorden opgebouwd zijn
uit letters.
4. Het weergeven van woorden door één of enkele letters. Het fonologisch bewustzijn is al
zover ontwikkeld dat een kind enige notie nodig heeft van de klank-letterkoppeling. Ze geven
in het begin vaak de eerste klank weer of alleen de medeklinkers. Ook schrijven ze vanaf
beide kanten.
5. Invented spelling. Het besef klank-letterkoppeling is nog verder ontwikkeld en schrijven
kinderen klanken en woorden zoals die horen. Gebruiken verschillende vormen fonetisch
schrift.
Het gaat langzaam steeds meer lijken op spelling.

Spontane leesontwikkeling.
Het is moeilijk weer te geven vanwege de verbondenheid met de schrijfontwikkeling. Leren lezen,
komt voort vanuit de klank-letterkoppeling van het schrijven. bij schrijven kunnen kinderen uitgaan
van woorden die ze kennen (muis/huis). De eerste stap in de leesontwikkeling is het leesgedrag
imiteren. Dit noemen we pseudolezen. Daarna komt spontaan lezen op gang.
Pseudolezen
Als peuters veel worden voorgelezen, komt het ooit dat ze zelf een boek ‘voorlezen’. Het is hier
voornamelijk imiteren van het voorleesgedrag van de ouders en het weergeven van het verhaal door
plaatjes. Bij dit soort lezen is een ontwikkeling te zien, waarbij kinderen steeds meer verschillende
vormen van leesgedrag eigen maken. Als een kind nieuw leesgedrag eigen maakt zal hij de andere
ook nog gebruiken. Verschillende leesgedragingen zijn:
1. Commentaar geven op plaatjes. Het gaat vooral om het benoemen wat er op de plaatjes
staat. Ze regeren op de plaatjes zonder enige samenhang tussen hun opmerkingen. Ze
noemen de voorwerpen die ze zien en geven kort commentaar.
2. Het volgen van het verhaal op de plaatsjes. Het kind is in staat met behulp van de p [laatjes
de verhaallijn te volgen. Het weet al zinnen te produceren die in het verhaal passen.
3. Het verhaal weergeven in dialoogvorm. Ze gebruiken stemmetjes om aan te geven wie er
spreekt. Verhaal nog niet samenhangend.
4. Het verhaal weergeven in monoloogvorm. Complete verhaallijn vertellen. gebruiken intonatie
en er wordt nog veel verwezen naar de plaatjes.
5. Het verhalen weergeven in een mengeling van spreektaal en schrijftaal. Kinderen leren dat je
voorleestaal verschilt van je spreektaal. Gebruiken intonatie. Ook zien ze dat dat de
schrijftaal qua woordkeus en zinsopbouw afwijkt van spreektaal. Afhankelijkheid van prenten
wordt minder.
6. Het memoriseren van teksten. Ze ontdekken dat de tekst van een verhaal in letters vastligt.
Ze zijn in staat kleine veranderingen vast te stellen bij degene die voorleest, ‘nee dat staat er
niet’.
Spontaan lezen
Kinderen ontdekken geleidelijk de functie van het geschreven woord. Tijdens pseudolezen zien ze dat
het verhaal vastligt in de tekst. Sommige kinderen weigeren hierdoor voor te lezen (ken de letters
nog niet, niet alle woordjes geleerd). Ze hebben iets ontdekt van de manier waarop taal wordt
weergegeven. Andere proberen echt te lezen  zoeken naar bekende woorden of letters. Het is
geen imitatie meer, ze proberen echt de tekst te decoderen. Ook bij spontaan lezen is een
ontwikkeling te zien, dit zijn 3 fasen:
1. Globaal lezen van bekende woorden. In het begin lezen ze door gebruik te maken van het
visuele woord. Herkennen het woord op visuele eigenschappen. Ook woorden die een
persoonlijke betekenis hebben (eigen naam, woorden die vaak voorkomen).
2. Lezen door analyse van bekende woorden. Bekende woorden gaan ze vergelijken en komen
erachter dat woorden bestaan uit letters. Vooral door rijmwoorden maken kinderen zich de
klank-letterkoppeling eigen.
3. Zelfstandig lezen van nieuwe woorden. Zijn zelfstandig in staat woorden te lezen. Rijm = rol.

, De leesontwikkeling na deze fase noemen het aanvankelijk lezen en het voortgezet technisch lezen,
aangeduid met AVI-niveaus. Er zijn een 5-tal fase in het lezen van woorden. Voornamelijk kennis van
alfabet:
1. De pre-alfabetische fase. Nog niet naar schoolgaande kinderen. weinig kennis van letters en
weten niet dat woorden zijn opgebouwd uit klanken. Ze herkennen de woorden als plaatjes
en doen alsof ze kunnen lezen.
2. De partieel alfabetische fase. Woorden kunnen lezen door middel van één of enkele letters.
Zijn nog niet in staat alle letters in woord te verklanken.
3. De volledig alfabetische fase. Kennen alle letters en zijn in staat woorden direct te
herkennen.
4. De geconsolideerde alfabetische fase. Lezen verloopt vlot en vloeiend en herkennen
lettercombinaties snel.
5. De geautomatiseerde alfabetische fase. Eindpunt leesontwikkeling. Kenmerk: flexibel
toepassen van verschillende leesstrategieën.
Het is belangrijk dat je weet waar je kinderen zich bevinden zo kan je je instructie erop afstemmen.

5.4 auditieve vaardigheden
bij het leren lezen is het essentieel dat een kind zich bewust wordt dat een woord uit klanken
bestaat. Dat inzicht ontstaat niet spontaan. Het vermogen om te kunnen reflecteren op de klankvorm
van de taal noemen we, fonologisch bewustzijn. Het is onderdeel van het metalinguïstisch bewustzijn
(taalbewustzijn). Het komt laat in ontwikkeling (begint rond 3 de jaar), omdat spraakklanken in de
gesproken taal nauwelijks een rol spelen, het is een stroom van klanken. Een fase verder is het
fonemisch bewustzijn, woorden zijn opgebouwd in fonemen. Fonemen zijn klanken die door een
letter of combinatie worden weergegeven (huis). Als kinderen kunnen rijmen, hebben ze de fonemen
ontdekt. Met beide is een kind in staat om auditieve vaardigheden toe te passen (hulp gehoor
klanken onderscheiden). Het onderscheiden van klanken is het belangrijkst, maar er zijn andere
vaardigheden. Spraakklank = foneem. Een foneem is een klank die betekenisverschil tussen woorden
veroorzaakt. Je hebt 6 auditieve vaardigheden.
 Auditieve objectivatie. Letten op de klank en niet op betekenis. Dus een kabouter is een lang
woord maar een klein ding. Reus is een kort woord, maar heel groot. Kan je oefenen door
rijmspelletjes te doen.
 Auditieve discriminatie. Verschil horen tussen woorden of klanken. Nat en mat, bak en pak.
In leesmethode wordt rekening gehouden dat bijna dezelfde klanken niet na elkaar worden
aangeleerd.
 Auditieve analyse. Een woord opsplitsen in klanken. Hakken. Deze is moeilijker dan de
vorige. Je kunt een woord pas analyseren in klanken als je ook in staat bent om de klanken
te onderscheiden. Kinderen gaan bij auditieve analyse vooral af op de articulatie. Dit kan
snel fouten opleveren.
 Auditieve synthese. Losse klanken samenvoegen tot woord. Onderdeel van de elementaire
leeshandeling. Plakken.
 Temporeel ordenen. De volgorde van klanken onthouden. Je maakt gebruik van het auditief
geheugen. Gebeurt vaak een wisseling maar i.p.v. raam. Ook omkeringen komen vaak voor
dorp = drop.
 Klankpositie bepalen. Aangeven waar je een klank in een woord hoort. Wat hoor je waar.
Waar hoor je v in vuur. Wat hoor je achteraan in huis. Hangt samen met auditieve analyse.




5.5 visuele vaardigheden

Beoordelingen van geverifieerde kopers

Alle reviews worden weergegeven
9 maanden geleden

5,0

1 beoordelingen

5
1
4
0
3
0
2
0
1
0
Betrouwbare reviews op Stuvia

Alle beoordelingen zijn geschreven door echte Stuvia-gebruikers na geverifieerde aankopen.

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
De reputatie van een verkoper is gebaseerd op het aantal documenten dat iemand tegen betaling verkocht heeft en de beoordelingen die voor die items ontvangen zijn. Er zijn drie niveau’s te onderscheiden: brons, zilver en goud. Hoe beter de reputatie, hoe meer de kwaliteit van zijn of haar werk te vertrouwen is.
theduke2804 ipabo Amsterdam
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
175
Lid sinds
2 jaar
Aantal volgers
43
Documenten
15
Laatst verkocht
1 maand geleden

4,3

16 beoordelingen

5
9
4
4
3
2
2
0
1
1

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo makkelijk kan het dus zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen