Accounting Information System & Internal Control
BIV = alle activiteiten met betrekking tot het systematisch verzamelen, vastleggen en verwerken van gegevens
gericht op:
• Het besturen-in-engere-zin (alternatieve mogelijkheden)
• Het doen functioneren en het beheersen van een huishouding
• Ten behoeve van de verantwoording die daarover moet worden afgelegd
COSO = Het verkrijgen van een redelijke mat van zekerheid omtrent het bereiken van doelstellingen in de
categorieën:
1. Strategische doelstellingen
2. Betrouwbaarheid van de (financiële) verantwoordingsinformatie(verzorging)
3. Effectiviteit en efficiëntie van bedrijfsprocessen
4. Naleving van relevante wet- en regelgeving
Interne controle = het toetsen van de werkelijkheid (Ist) aan de norm (Soll). Het is daarom belangrijk dat de
Soll goed wordt vastgesteld.
Soll (Norm) eisen:
• Objectief vast te stellen
• Vooraf te bepalen
• Haalbaar
• Onderscheidend tussen ‘goed’ en ‘slecht’
Soorten controle:
• Zelf controle
• Interne controle
• Externe controle
Controle begrippen:
• Directe (check op factuur) / Indirecte (afhankelijk van andere gegevens)
• Formele (paraaf factuur) / Materiele (past de besteding van een factuur binnen de afdeling)
• Positieve (juistheid) / Negatieve control (volledigheid)
• Detail (positieve controles) / Totaal controle (negatieve controles)
• Steekproef (deel populatie) / Verbandscontrole (gaat om het totaal)
Typologie:
• Verband tussen opgeofferde en verkregen waarden (geld = goederen)
• Verband tussen toestand en gebeuren (betrouwbaarheid informatie → inventarisatie)
, Bedrijven zonder een Handelsbedrijven die in hoofdzaak op rekening Groothandel, importeurs
technische leveren
omzettingsproces Handelsbedrijven die in hoofdzaak tegen contante Winkels, warenhuizen
betaling leveren
Industriële bedrijven Bedrijven met Met vaste Steenbakkerijen,
met technische homogene massaproductie brouwerijen
omzetten massaproductie Met roterende Elektrische centrales,
massaproductie suikerfabrieken
Bedrijven met Die enkelvoudig Tafelzilver, glas,
heterogene massaproducten maken aardwerk, biscuits
massaproductie Die samengestelde Schepen,
massaproducten maken confectiekleding,
rijwielen, auto’s
Bedrijven met seriestuk- Met serieproductie Zusterschepen,
en stukproductie scheepsmotoren
Met stukproductie Maatkleding, schepen,
constructiewerk
Bedrijven waarin nog Bedrijven met doorstroming van goederen die Café en restaurant,
zekere goederen eigendom van het bedrijf zijn uitgeverij dagblad
beweging kan worden Bedrijven met doorstroming van goederen die Veilingen, wasserijen,
herkend eigendom van derden zijn stomerij
Bedrijven die via vaste leidingen bepaalde stoffen Gas, elektriciteit,
energie of diensten leveren waterlevering
Bedrijven die informatie of informatiediensten Applicatieservice
leveren providers
Bedrijven waarbij de Bedrijven waarbij specifieke reserveringen van de Ziekenhuizen, hotels,
dienstverlening bestaat ruimten plaatsvindt transport personen
uit of gepaard gaat met Bedrijven waarbij geen specifieke reservering van de Zwembad, tram, bus,
beschikbaarstelling van ruimte plaatsvind trein
ruimte
Overige dienstverleningsbedrijven en beroepen Schoonmaakbedrijven,
bemiddelingsbureaus
Begrotingen:
• Exploitatiebegroting
• Investeringsbegroting
• Liquiditeitsbegroting
, Tentamen → In het stuk van de begroting moet het volgende naar voren komen:
• Welke begroting? = beschrijving begroting
• Wie stelt de begroting op?
• Totstandkoming van tarieven voor mens en machine uren
• Standaardkostprijs
Onder verantwoordelijkheid van de directie wordt een meerjarenplan en – begroting opgesteld. MJP en MJB
zijn gebaseerd op de missie, de doelstellingen van de onderneming, het recente verleden en de
marktverwachtingen.
Uit de meerjarenplan en -begroting wordt het jaarplan en de jaarbegroting afgeleid.
Dit start met de omzetbegroting, opgesteld door hoofd Verkoop en gespecificeerd
naar productgroepen en afnemerscategorieën.
Naast de hiervoor genoemde begrotingen worden door de afdelingshoofden kostenbegrotingen per afdeling
opgesteld.
Op basis van deze kostenbegrotingen worden met behulp van bedrijfseconomisch verantwoorde
verdeelsleutels en rekening houdend met gewenste productiviteitsratio’s en bezettingsgraden tarieven
berekend voor mens- en machine-uren (administratie)
Op basis hier van, en op basis van de productspecificaties, berekent het BB de standaardkostprijs per soort
product.
De directie stelt de begrotingen en tarieven vast.
Richtlijnen = zijn de norm voor der wijze waarop of waaraan de uitvoering van activiteiten moeten worden
voldoen (preventieve controle maatregelen):
• Procedures (inkoop, investeringen, offerte, verkopen, kortingen)
• Productievoorschriften
• Bewaringsrichtlijnen
• Verkoopvoorwaarden
• Kasprocedure
• Inventarisaties
Controle technische functiescheiding
• Primaire functiescheiding = tussen afdelingen
• Secundaire functiescheiding = binnen afdelingen
Kenmerken:
• Opsplitsen functies zodat functies slechts een deel van de keten omvatten
• Scheiden functies beschikken van functies met bewaren
• Scheiding beschikken, bewaren en uitvoeren van administratie en controleren
• Kwijting → elkaar controleren
• Uitvoerende medewerkers mogen maar beperkte tijd, geld en goederen onder toezicht
• Administratieve bewaarfuncties (debiteuren, crediteuren) niet door degene die de administratie voert
BIV = alle activiteiten met betrekking tot het systematisch verzamelen, vastleggen en verwerken van gegevens
gericht op:
• Het besturen-in-engere-zin (alternatieve mogelijkheden)
• Het doen functioneren en het beheersen van een huishouding
• Ten behoeve van de verantwoording die daarover moet worden afgelegd
COSO = Het verkrijgen van een redelijke mat van zekerheid omtrent het bereiken van doelstellingen in de
categorieën:
1. Strategische doelstellingen
2. Betrouwbaarheid van de (financiële) verantwoordingsinformatie(verzorging)
3. Effectiviteit en efficiëntie van bedrijfsprocessen
4. Naleving van relevante wet- en regelgeving
Interne controle = het toetsen van de werkelijkheid (Ist) aan de norm (Soll). Het is daarom belangrijk dat de
Soll goed wordt vastgesteld.
Soll (Norm) eisen:
• Objectief vast te stellen
• Vooraf te bepalen
• Haalbaar
• Onderscheidend tussen ‘goed’ en ‘slecht’
Soorten controle:
• Zelf controle
• Interne controle
• Externe controle
Controle begrippen:
• Directe (check op factuur) / Indirecte (afhankelijk van andere gegevens)
• Formele (paraaf factuur) / Materiele (past de besteding van een factuur binnen de afdeling)
• Positieve (juistheid) / Negatieve control (volledigheid)
• Detail (positieve controles) / Totaal controle (negatieve controles)
• Steekproef (deel populatie) / Verbandscontrole (gaat om het totaal)
Typologie:
• Verband tussen opgeofferde en verkregen waarden (geld = goederen)
• Verband tussen toestand en gebeuren (betrouwbaarheid informatie → inventarisatie)
, Bedrijven zonder een Handelsbedrijven die in hoofdzaak op rekening Groothandel, importeurs
technische leveren
omzettingsproces Handelsbedrijven die in hoofdzaak tegen contante Winkels, warenhuizen
betaling leveren
Industriële bedrijven Bedrijven met Met vaste Steenbakkerijen,
met technische homogene massaproductie brouwerijen
omzetten massaproductie Met roterende Elektrische centrales,
massaproductie suikerfabrieken
Bedrijven met Die enkelvoudig Tafelzilver, glas,
heterogene massaproducten maken aardwerk, biscuits
massaproductie Die samengestelde Schepen,
massaproducten maken confectiekleding,
rijwielen, auto’s
Bedrijven met seriestuk- Met serieproductie Zusterschepen,
en stukproductie scheepsmotoren
Met stukproductie Maatkleding, schepen,
constructiewerk
Bedrijven waarin nog Bedrijven met doorstroming van goederen die Café en restaurant,
zekere goederen eigendom van het bedrijf zijn uitgeverij dagblad
beweging kan worden Bedrijven met doorstroming van goederen die Veilingen, wasserijen,
herkend eigendom van derden zijn stomerij
Bedrijven die via vaste leidingen bepaalde stoffen Gas, elektriciteit,
energie of diensten leveren waterlevering
Bedrijven die informatie of informatiediensten Applicatieservice
leveren providers
Bedrijven waarbij de Bedrijven waarbij specifieke reserveringen van de Ziekenhuizen, hotels,
dienstverlening bestaat ruimten plaatsvindt transport personen
uit of gepaard gaat met Bedrijven waarbij geen specifieke reservering van de Zwembad, tram, bus,
beschikbaarstelling van ruimte plaatsvind trein
ruimte
Overige dienstverleningsbedrijven en beroepen Schoonmaakbedrijven,
bemiddelingsbureaus
Begrotingen:
• Exploitatiebegroting
• Investeringsbegroting
• Liquiditeitsbegroting
, Tentamen → In het stuk van de begroting moet het volgende naar voren komen:
• Welke begroting? = beschrijving begroting
• Wie stelt de begroting op?
• Totstandkoming van tarieven voor mens en machine uren
• Standaardkostprijs
Onder verantwoordelijkheid van de directie wordt een meerjarenplan en – begroting opgesteld. MJP en MJB
zijn gebaseerd op de missie, de doelstellingen van de onderneming, het recente verleden en de
marktverwachtingen.
Uit de meerjarenplan en -begroting wordt het jaarplan en de jaarbegroting afgeleid.
Dit start met de omzetbegroting, opgesteld door hoofd Verkoop en gespecificeerd
naar productgroepen en afnemerscategorieën.
Naast de hiervoor genoemde begrotingen worden door de afdelingshoofden kostenbegrotingen per afdeling
opgesteld.
Op basis van deze kostenbegrotingen worden met behulp van bedrijfseconomisch verantwoorde
verdeelsleutels en rekening houdend met gewenste productiviteitsratio’s en bezettingsgraden tarieven
berekend voor mens- en machine-uren (administratie)
Op basis hier van, en op basis van de productspecificaties, berekent het BB de standaardkostprijs per soort
product.
De directie stelt de begrotingen en tarieven vast.
Richtlijnen = zijn de norm voor der wijze waarop of waaraan de uitvoering van activiteiten moeten worden
voldoen (preventieve controle maatregelen):
• Procedures (inkoop, investeringen, offerte, verkopen, kortingen)
• Productievoorschriften
• Bewaringsrichtlijnen
• Verkoopvoorwaarden
• Kasprocedure
• Inventarisaties
Controle technische functiescheiding
• Primaire functiescheiding = tussen afdelingen
• Secundaire functiescheiding = binnen afdelingen
Kenmerken:
• Opsplitsen functies zodat functies slechts een deel van de keten omvatten
• Scheiden functies beschikken van functies met bewaren
• Scheiding beschikken, bewaren en uitvoeren van administratie en controleren
• Kwijting → elkaar controleren
• Uitvoerende medewerkers mogen maar beperkte tijd, geld en goederen onder toezicht
• Administratieve bewaarfuncties (debiteuren, crediteuren) niet door degene die de administratie voert
