Samenvatting OG 5 Pomp af

OG 1.3.05: Pomp-af!

1.Ademhaling

Soort ademhaling:

o Buikademhaling:
 Minder E
 Diafragma trekt samen
 In rust
 Groter longvolume

o Borstademhaling:
 Meer E  Tussenribspieren activeren
 O2 transport
 Oppervlakkige ademhaling:
 Minder longvolume
 meer lucht in dode ruimte
 O2 en CO2 sneller rondgepomt
 Haal je het minst O2 uit


Vitale capaciteit
= Max hoeveelheid lucht die bij 1 ademahalingscyclus in of uit de luchtwegen kan worden gebracht.

, 2. Warmteproductie

Zweten:
o Gastransport O2
o Temperatuur regulatie: 37°
 Verbruik ATP  warmte afgeven
 Behouden van homeostase
o Water drinken  uitdroging voorkomen
o Slechte stoffen uit lichaam
o Vasodilatatie = verwijding bloedvaten



3. Energiebronnen

Fosfaatbatterij:
o = reserves die zijn opgeslagen
o We nemen voedingstoffen op
o Er komen monosachariden binnen
 Een klein deeltje ATP voor onderhoud & herstel, groei, secretie en opgeslagen
reserves Vb: bloedstolling
 In mitochondriën: filteren
 60% warmte
 40% ATP
o Anaëroob
o Kort en krachtig, meest vermogen in korte tijd