Samenvatting Tutorial
Verdieping Formeel Belastingrecht
1
,Week 1
21 november bezoek rechtbank
Week 6 (3)
Bijeenkomst 1
Taak 1 Te mooi om waar te zijn
Diana wil, naast haar dienstbetrekking, een nagelstudio in de vorm van een
eenmanszaak beginnen. Ze heeft zich netjes ingeschreven bij de Kamer van Koophandel
en heeft een BTW-nummer aangevraagd bij de Belastingdienst. Omdat Diana niet zo
thuis is in boekhoudkundige en fiscale aangelegenheden, heeft haar partner Ben beloofd
om alle administratieve zaken voor zijn rekening te zullen nemen. Een medewerker van
de Belastingdienst kondigt een startersbezoek aan, zoals dat gebruikelijk is bij
beginnende ondernemers. Op de dag van het bezoek is Diana alleen thuis. Ben moest
onverwacht voor zijn eigen baas naar Amerika. Hij heeft wel een lijstje met vragen
achtergelaten die Diana in ieder geval moet stellen. Het gesprek met de medewerker van
de Belastingdienst verloopt buitengewoon plezierig. Diana vertelt hem dat de nagelstudio
voor haar eigenlijk een nevenwerkzaamheid is en dat deze vrij kleinschalig van opzet is.
Ze vraagt hoe het zit met het ondernemerschap voor de omzetbelasting en de
inkomstenbelasting en geeft verder aan dat haar vriendinnen, die in dezelfde positie als
zij verkeren, allen zijn aangemerkt als ondernemers, zowel voor de omzetbelasting als
voor de inkomstenbelasting. De medewerker van de Belastingdienst, die eigenlijk alleen
op de hoogte is van de omzetbelasting, verzekert Diana dat zij voor beide belastingen als
ondernemer kan worden aangemerkt. Een week na het gesprek ontvangt Diana per post
het verslag van het startersbezoek. Verbouwereerd kijkt Diana naar de conclusie waarin
is opgenomen dat haar nevenwerkzaamheden voor de inkomstenbelasting zullen worden
aangemerkt als resultaat uit overige werkzaamheden. Dit betekent immers dat zij op een
aantal faciliteiten, die in de inkomstenbelasting specifiek zijn weggelegd voor
ondernemers, geen recht zal hebben.
1. Welk(e) verschil(len) onderkent u, formeel gezien, tussen de
inkomstenbelastingen de omzetbelasting? Hoe verloopt de
aangifteprocedure bij beide belastingen?
Belasting Soort Door wie Waarover
Navorderin
Inkomstenbelasting Aanslag Tijdvak g
Navorderin
Vennootschapsbelasting Aanslag Tijdvak g
Navorderin
Erf & schenkbelasting Aanslag Tijdstip g
Omzetbelasting Aangifte Voldoening Tijdvak Naheffing
Overdrachtsbelasting Aangifte Voldoening Tijdstip Naheffing
Loonbelasting Aangifte Afdracht Tijdvak Naheffing
2
,Dividendbelasting Aangifte Afdracht Tijdstip Naheffing
Algemene opmerking:
- Bij algemene maatregel van bestuur Uitvoeringsbesluit
- Bij ministeriele regeling Uitvoeringsregeling
Aanslag of aangifte
- In de wet zelf kijken bij het hoofdstuk Wijze van heffing!
Zowel de voor de aanslagbelasting als de aangiftebelasting geldt dat er aangifte wordt
gedaan. HS 2 AWR is dus van toepassing.
Wanneer:
Art 6 lid 1 AWR: bij uitnodiging tot het doen van aangifte
Verplichting:
Art 8 lid 1 AWR
Ieder die is uitgenodigd is verplicht aangifte te doen door
Gevraagde gegevens duidelijk, stellig en zonder voorbehoud aan te leveren
Geen uitnodiging:
Art 6 lid 3 AWR j. Art 2 Uitvoeringsregeling
Verplicht om tot een aangifte te verzoeken binnen een te stellen termijn
Art 2 UR
Lid 1 Aanslag 6 maanden verlopen van het tijdvak
Lid 2 Erf 8 maanden (na overlijden?)
Lid 3 Schenk 2 maanden na het eindigen van het kalenderjaar
Lid 4 verzoek Binnen 2 weken na het verstrijken van bovenstaande termijnen
Lid 5 Tijdvakbelasting Belastingschuld ontstaan na verlopen van het tijdvak
Werkwijze bij aanslag
Stap 1 aangifte
Stap 2 aanslag opgelegd door de inspecteur art 11 AWR
Stap 3 aanslagbiljet wordt uitgereikt door de ontvanger art 8 INV
Stap 4 betalen aanslag bij verzuim stap 4
Stap 5 navordering Art 16: Alleen bij een nieuw feit.
Er is namelijk al een controlemoment geweest
Werkwijze bij aangifte
Stap 1 aangifte
Stap 2 betalen aangifte
Stap 3 naheffing Art 20: Geen nieuw feit nodig.
Nog geen controlemoment geweest.
Casus:
IB 2017 art 6 lid 1 AWR
Art 8 lid 1 AWR
Art 6 lid 3 AWR
Art 2 lid 1 & 4 UR AWR Tijdvak eindigt: 31 december 2017
Plus 6 maanden: 30 juni 2018
Plus 2 weken uiterlijk verzocht 15 juni
3
, 4
Verdieping Formeel Belastingrecht
1
,Week 1
21 november bezoek rechtbank
Week 6 (3)
Bijeenkomst 1
Taak 1 Te mooi om waar te zijn
Diana wil, naast haar dienstbetrekking, een nagelstudio in de vorm van een
eenmanszaak beginnen. Ze heeft zich netjes ingeschreven bij de Kamer van Koophandel
en heeft een BTW-nummer aangevraagd bij de Belastingdienst. Omdat Diana niet zo
thuis is in boekhoudkundige en fiscale aangelegenheden, heeft haar partner Ben beloofd
om alle administratieve zaken voor zijn rekening te zullen nemen. Een medewerker van
de Belastingdienst kondigt een startersbezoek aan, zoals dat gebruikelijk is bij
beginnende ondernemers. Op de dag van het bezoek is Diana alleen thuis. Ben moest
onverwacht voor zijn eigen baas naar Amerika. Hij heeft wel een lijstje met vragen
achtergelaten die Diana in ieder geval moet stellen. Het gesprek met de medewerker van
de Belastingdienst verloopt buitengewoon plezierig. Diana vertelt hem dat de nagelstudio
voor haar eigenlijk een nevenwerkzaamheid is en dat deze vrij kleinschalig van opzet is.
Ze vraagt hoe het zit met het ondernemerschap voor de omzetbelasting en de
inkomstenbelasting en geeft verder aan dat haar vriendinnen, die in dezelfde positie als
zij verkeren, allen zijn aangemerkt als ondernemers, zowel voor de omzetbelasting als
voor de inkomstenbelasting. De medewerker van de Belastingdienst, die eigenlijk alleen
op de hoogte is van de omzetbelasting, verzekert Diana dat zij voor beide belastingen als
ondernemer kan worden aangemerkt. Een week na het gesprek ontvangt Diana per post
het verslag van het startersbezoek. Verbouwereerd kijkt Diana naar de conclusie waarin
is opgenomen dat haar nevenwerkzaamheden voor de inkomstenbelasting zullen worden
aangemerkt als resultaat uit overige werkzaamheden. Dit betekent immers dat zij op een
aantal faciliteiten, die in de inkomstenbelasting specifiek zijn weggelegd voor
ondernemers, geen recht zal hebben.
1. Welk(e) verschil(len) onderkent u, formeel gezien, tussen de
inkomstenbelastingen de omzetbelasting? Hoe verloopt de
aangifteprocedure bij beide belastingen?
Belasting Soort Door wie Waarover
Navorderin
Inkomstenbelasting Aanslag Tijdvak g
Navorderin
Vennootschapsbelasting Aanslag Tijdvak g
Navorderin
Erf & schenkbelasting Aanslag Tijdstip g
Omzetbelasting Aangifte Voldoening Tijdvak Naheffing
Overdrachtsbelasting Aangifte Voldoening Tijdstip Naheffing
Loonbelasting Aangifte Afdracht Tijdvak Naheffing
2
,Dividendbelasting Aangifte Afdracht Tijdstip Naheffing
Algemene opmerking:
- Bij algemene maatregel van bestuur Uitvoeringsbesluit
- Bij ministeriele regeling Uitvoeringsregeling
Aanslag of aangifte
- In de wet zelf kijken bij het hoofdstuk Wijze van heffing!
Zowel de voor de aanslagbelasting als de aangiftebelasting geldt dat er aangifte wordt
gedaan. HS 2 AWR is dus van toepassing.
Wanneer:
Art 6 lid 1 AWR: bij uitnodiging tot het doen van aangifte
Verplichting:
Art 8 lid 1 AWR
Ieder die is uitgenodigd is verplicht aangifte te doen door
Gevraagde gegevens duidelijk, stellig en zonder voorbehoud aan te leveren
Geen uitnodiging:
Art 6 lid 3 AWR j. Art 2 Uitvoeringsregeling
Verplicht om tot een aangifte te verzoeken binnen een te stellen termijn
Art 2 UR
Lid 1 Aanslag 6 maanden verlopen van het tijdvak
Lid 2 Erf 8 maanden (na overlijden?)
Lid 3 Schenk 2 maanden na het eindigen van het kalenderjaar
Lid 4 verzoek Binnen 2 weken na het verstrijken van bovenstaande termijnen
Lid 5 Tijdvakbelasting Belastingschuld ontstaan na verlopen van het tijdvak
Werkwijze bij aanslag
Stap 1 aangifte
Stap 2 aanslag opgelegd door de inspecteur art 11 AWR
Stap 3 aanslagbiljet wordt uitgereikt door de ontvanger art 8 INV
Stap 4 betalen aanslag bij verzuim stap 4
Stap 5 navordering Art 16: Alleen bij een nieuw feit.
Er is namelijk al een controlemoment geweest
Werkwijze bij aangifte
Stap 1 aangifte
Stap 2 betalen aangifte
Stap 3 naheffing Art 20: Geen nieuw feit nodig.
Nog geen controlemoment geweest.
Casus:
IB 2017 art 6 lid 1 AWR
Art 8 lid 1 AWR
Art 6 lid 3 AWR
Art 2 lid 1 & 4 UR AWR Tijdvak eindigt: 31 december 2017
Plus 6 maanden: 30 juni 2018
Plus 2 weken uiterlijk verzocht 15 juni
3
, 4
