H1 | Nash-evenwicht: situatie waarin iedere speler zijn beste actie heeft gekozen, gegeven de acties
van alle spelers.
-ceteris paribus: 1 gaat iets veranderen
(prijs), ander blijft gelijk (verandering)
-nash-evenwicht in matrix kunnen vinden:
-nash-evenwicht: [wel-wel uitverkoop]
vragen voor economisch spel: (1) Wie zijn de spelers? (2) Wat is hun doelstelling? (3) Wat weten
ze? (4) Wat zijn hun mogelijke acties? (5) Worden acties tegelijkertijd of volgtijdelijk gekozen? (6)
Wordt het spel herhaald? Sam draagt wel acht vatten Heineken.
2.1 | Gevangenendilemma (inelastisch) : beide partijen gaan erop achteruit maar omdat beide
spelers voor hun dominante acties kiezen (een actie die altijd gekozen wordt, wat de andere speler
ook doet) omdat zij hier zelf op vooruit gaan. (streven naar eigen belang)
- Pareto-verbetering: door een verandering gaat er ten minste 1 speler op vooruit, terwijl
geen enkele andere speler erop achteruitgaat. Een pareto-verbetering houdt bij een
gevangenendilemma alleen geen stand. Het spel valt als vanzelf terug in het
Nash-evenwicht (of in dit geval) evenwicht in dominante acties
Het verschil tussen AH/Jumbo en Boerkoel/van Erp is dat bij A/J geen pareto-verbetering mogelijk is
omdat het evenwicht in dominante acties voor beide spelers het beste uitpakt.
- Nash-evenwicht hoeft geen evenwicht in dominante acties te zijn!
2.2 | Positief extern effect: een positief effect van productie dat buiten de markt om werkt
(lantaarnpalen). Hierdoor ontstaat een gevangenendilemma omdat beide spelers dominante actie
hebben om niet bij te dragen → meeliftgedrag (iemand die niet betaalt voor het collectieve goed,
maar wel van de opbrengsten geniet als het er eenmaal is).
Als het collectieve goed niet wordt geproduceerd, kost dat beide spelers niets, maar levert hen ook
niets op.
2.3 | mogelijkheden om uit slecht marktevenwicht te komen (contract maken is no-go want
prijsafspraken maken is bij wet verboden):
1. spelers kijken naar collectieve opbrengsten
Als beide spelers uitgaan van het collectieve belang verandert het Nash-evenwicht.
2. spelers gedragen zich volgens een sociale norm
Vriendschappelijk met elkaar omgaan. Een uitverkoop houden om daarmee klanten weg te halen bij
de concurrent gaat in tegen de sociale norm. Beperkt keuzevrijheid vd spelers.
3. spelers binden zelfbinding (alleen geloofwaardige zelfbinding)
Hierbij maakt een speler een bepaalde actie voor zichzelf onaantrekkelijk of zelfs onmogelijk. ‘Als
wij de kleding die u vandaag bij ons koopt in de toekomst in de uitverkoop doen, krijgt u het verschil
in prijs van ons terug.’ Deze extra kosten zorgen ervoor dat het voor de speler niet beter uitkomt om
als enige zijn kleding in de uitverkoop te doen.
4. spelers worden onderworpen aan collectieve dwang