Samenvatting Topic Organisations in The Media

TOPIC ORGANISATIONS IN THE MEDIA

Hoorcollege week 1 – Organisations & corporate reputation
Meestal wanneer je praat over organisaties in de media, heb je het over het beeld van, het
vertrouwen in, het gevoel over en/of de reputatie van die organisatie. Organisaties zijn hier
veel mee bezig en maken zich zorgen over hoe ze overkomen op hun stakeholders.
De media worden door organisaties gebruikt om een bepaald beeld uit te dragen en om een
bepaalde reputatie te creëren. In de communicatiewetenschap wordt er gekeken naar hoe
organisaties dit precies doen.

DEEL 1 – ORGANISATIONAL CHALLENGES
Organisaties = een groep mensen die samenwerkt op een georganiseerde manier met een
gezamenlijk doel.
 Hoe organisaties precies te werk gaan is vooral bestudeerd in business administration
(voor winst) en public administration (niet voor winst), nog niet zoveel in
communicatiewetenschap.

Modellen
Een organisatie is heel uitgebreid, aangezien het veel mensen bevat en complexe regels
heeft. Er wordt door middel van theorieën en modellen geprobeerd om organisaties beter te
begrijpen.
Wanneer er gewerkt wordt met een theoretisch model is er sprake van een disclaimer:
 Een model kan niet álles omvatten. Dan wordt het te complex. Daarom wordt er ook
wel eens gezegd: “All models are wrong”.
 Modellen geven de representatie van de realiteit, maar zijn gelimiteerd. Het helpt
ons.

Model= een simpele representatie van de realiteit.
 Met een model wordt geprobeerd om de complexe wereld te begrijpen.
Een model:
- Is een karikatuur
 Het is een voorstelling van iets
- Bespaart mentale arbeid (mental labor)
 Het scheelt denkwerk
- Is een framework/kader voor communicatie
 Het helpt te communiceren over hoe we kunnen kijken naar de werkelijkheid

,Challenges
Elke organisatie heeft te maken met 8 verschillende
‘challenges’:
- Leiderschap en communicatie
 Alles wordt gedreven door leiderschap en
communicatie
- Klanten
 Je moet denken aan je klanten
- HRM
 Medewerkerswelzijn. Zijn de medewerkers
getalenteerd en gemotiveerd?
- Benchmarking
 In de gaten houden hoe succesvol de organisatie
is. Met wie vergelijk je jezelf?
- Duurzaamheid (sustainability)
 Dit is iets relatief nieuws
- Innovatie en ondernemerschap
 Verbeteren en ondernemen
- Positionering en strategie
 Welke positie neem je als organisatie in en welke strategie gebruik je?
- Cultuur en diversiteit
 Op de werkvloer en daarbuiten

Deze 8 zaken laten zien hoe organisaties denken.

Bedrijfsstrategie en het communiceren van deze strategie
Organisaties vinden het vaak lastig om hun bedrijfsstrategie te communiceren naar de
buitenwereld. Organisaties moeten open en eerlijk zijn over hun strategie. Als een
organisatie niet open is, weet je niet of je ze echt kunt vertrouwen en of je erin moet
investeren. Daarom is het van belang dat organisaties transparant zijn en communiceren via
de media. Bedrijven geven alleen liever niet alles bloot en willen sommige informatie voor
zichzelf houden.
Waarom moeten bedrijven hun strategie communiceren? 1.0

,De bestuurskamer krijgt heel veel vragen van de stakeholders (kan iedereen zijn). De
mensen in de bestuurskamer hebben echter geen tijd en energie om al deze vragen te
beantwoorden. Vanuit de stakeholders wordt er een bepaalde transparantie verwacht. De
bedrijven kunnen echter niet zomaar alle informatie geven en moeten beschermd worden
tegen abuse. Er valt veel te delen, maar bedrijven willen niet zomaar alles delen. Toch
moeten ze bepaalde informatie wel vrijgeven.
Bedrijven geven informatie die:
- Verplicht is
- De reputatie vergroot
Bedrijven geven geen informatie over:
- Gevoelige punten (bijv. het recept van CocaCola)
De vraag is: hoe open ben je naar de buitenwereld? Het onderstaande mechanisme wordt
(onbewust) vaak gebruikt.
Het geven van informatie heeft effect op:
1. Awareness (herkenning)
 Een deel van de informatie wordt gegeven door de organisatie om herkenning te
vergroten en om mensen dus te attenderen op het bestaan van de organisatie.
2. Attitude (interest/desire/engagement/reputation/image/trust/legitimacy)
 Organisaties willen de attitude van mensen t.o.v. de organisatie beïnvloeden.
3. Action (positive/neutral/negative)
 Organisaties willen het gedrag van mensen en het ondernemen van actie door
mensen beïnvloeden.

In de praktijk zijn organisaties vaak huiverig om open te zijn naar de buitenwereld. Ze zijn
vaak een beetje bang voor de (sociale) media omdat ze niet bekritiseerd willen worden.

Waarom moeten bedrijven hun strategie communiceren? 2.0

, De mate van voluntary disclosure of corporate strategy (vrijwillige openheid van de
bedrijfsstrategie) wordt voornamelijk beïnvloedt door de stakeholdertheorie en de
agencytheorie. Deze theorieën beïnvloeden hoe organisaties omgaan met de media.
- De stakeholdertheorie stelt dat organisaties/bedrijven niet in staat zijn om te
overleven zonder hun stakeholders (stakeholders= iedereen die een ‘stake’ heeft in
een organisatie, zoals de medewerkers, de overheid, stedelingen, etc.). Als
organisatie moet je dealen met je stakeholders. Hoe beter je de stakeholders begrijpt
en het belang ervan inziet dat je ze service moet verlenen, hoe beter je begrijpt dat
het nodig is om ze van informatie te voorzien.
- De agency theorie stelt dat er een agent is (de CEO/directeuren) en dat er
bedrijfseigenaren (principles) zijn die als het ware het bedrijf bezitten, maar die niet
in de bestuurskamer (boardroom) zitten. Zij willen echter wel die informatie hebben.
Dit heeft invloed op in welke mate organisaties open willen zijn.
 Bijv. bij Shell zijn er veel verschillende bedrijfseigenaren, maar de agents willen
liever niet dat alle informatie bij hen terecht komt, vooral niet wanneer er een kans is
dat deze informatie doorgespeeld wordt naar bijv. Green Peace.
Determinanten van openheid/transparantie van bedrijven zijn:
- Size (grootte)
 Hoe groter je bent als organisatie, hoe meer je in de spotlights staat, hoe meer
vragen je krijgt in de media, hoe normaler het wordt om antwoorden te geven in de
media, hoe lastiger het is om informatie achter te houden
- Industry (industrie)
- Leverage (macht)
- Profit (winst)
- Ownership (eigendom)
- Listing (aanbieding)
- Capitalization (kapitalisatie)
- Age (leeftijd)
Deze determinanten zijn allemaal drijfveren voor het wel of niet openstellen in de media.
De vraag is of het de moeite waard is om open te zijn in de media.
Vrijwillige openheid van de bedrijfsstrategie zorgt voor:
- Economische performance
- Adverse selection

Hoe opener ze zijn, hoe makkelijker het is om hun producten/diensten/aandelen te
verkopen. Ze creëren op die manier vertrouwen bij de stakeholders en klanten.
Bedrijven zijn wel bang voor de negatieve effecten van transparantie in de media.
Openheid helpt ook bij het creëren van een goede reputatie.

Sleutel= openheid helpt

Hoe communiceren bedrijven hun strategie?
 Strategic management
= de visie, missie/doel, strategie, implementatie van het bedrijf.
 Gaat over het vertellen waar je naartoe wilt als organisatie. Komt vanuit
verschillende bronnen.