Historische Pedagogiek:
Vitale Idealen deel 1 – Hoofdstuk 4
Vijf eeuwen opvoeden in NL Hoofdstuk 3 en Hoofdstuk 13
Ontwikkelingspsychologie
Ontwikkelingspsychologie voor leerkrachten basisonderwijs
o Hoofdstuk 2.4..4..4.6
o Hoofdstuk 3.2, blz. 108-111 niet!
o Hoofdstuk 4.2, blz. 151-154 niet!
o Hoofdstuk 5.2, 5.2.3 + 5.2.5 niet!
Inleiding in de pedagogiek Hoofdstuk 2.3 en Hoofdstuk 2.4
Praktijkgerichte ontwikkelingspsychologie Hoofdstuk 7.21 t/m 7.2.4
Vitale Idealen (I)
Hoofdstuk 4
Johann Friedrich Herbart (1776-1841)
- Een van de eerste pedagogen die nadacht over hoe je gestructureerd kennis over kan dragen
- Zijn onderwijsstructuur heeft veel kritiek gekregen, bijv. in brochure van CPS:
o Herbart is niet veroorzaker maar wel aanjager van alle problemen binnen onderwijs
in 21e eeuw.
- Kreeg privélessen, hoogopgeleid.
- Rector Johann Siegmund Manso veel invloed op Herbart (Oldenburger Latijnse school)
- Structuur:
o Onderwijzer actief, leerlingen passief
o Docent en leerstof staan centraal.
o Vorm van leren die we nu aanduiden als het ‘oude leren’.
o Sporen van zijn tijd zeldzaam duidelijk: was overgangstijd (o.a. Franse Revolutie)
- Invloeden: 3 stromingen van groot belang voor zijn vorming:
o Neo-humanisme
Nadruk op bestudering van klassieke cultuur, niet voorzetten van die cultuur
Veel belang aan vormende waarde van studie van de klassieken
o Mathematische natuurwetenschappen
Oriëntatie op logische, mathematische denken. Wiskunde als wetenschap
voor de toekomst
o Idealistische filosofie van Kant en Fichte
Grondleggers van verlichting
Herbart: deugd = uiteindelijke opvoedingsdoel. Brede, veelzijdige vorming =
het middel om onmondigheid tegen te gaan. Persoonlijkheidsontwikkeling
- Herbarts pedagogiek
o Grote waarde aan verwerven van kennis, om deugdzaam leven te realiseren. Maar:
dommen kunnen niet deugdzaam zijn kennis leidt tot deugden als discipline,
zelfbeheersing en! Betere samenleving.
,Herbarts didactiek
o Systematische denken zie je terug in zijn opvatting over psychologie: beschreef het
gehele zielenleven van de mens als een mechanisch proces van voorstellingen die
elkaar verdringen of zich met elkaar verbinden tot voorstellingscomplexen.
o Als docent moet je werken aan zorgvuldig aanbieden van voorstellingen
o Strenge ordening in aanbrengen van leerstof
o Proces van kennisverwering: 4 stadia volgens Herbart
1. Klaarheid begrippen verhelderen
2. Associatie verbanden leggen (vrije gesprek belangrijk)
3. Systeem kennis vergroten, aanbieden in samenhang (ordenen)
4. Methode inzichten toepassen, verankeren in geheugen
- Leren
o Herbart heeft meer zicht gehad op het gymnasiaal onderwijs dan op het
volksonderwijs. Het ging hem om: Niet veel, maar veelsoortig.
o In zijn onderwijs: geen plaats voor gevoel en wil, vooral ‘luisterschool’.
o Aandacht voor emotionele ontwikkeling echter niet afwezig.
o Geleerde moet beklijven, ruimte en tijd nodig.
- Nu: opnieuw belangstelling voor hem, bijzondere ontwikkeling. Heeft te maken met feit dat
er een beweging in gang is gezet tegen de te ver doorslaande aandacht voor het nieuwe leren
- Verlichtingspedagoog
o Leerling moet zodanig goed en breed geïnformeerd worden, dat hij zelf tot een
verlicht en ethisch oordeel kan komen.
o Primaire pedagogische taak van onderwijs volgens Herbart: indirect voeden van het
ethische oordeel door inzicht in de wereld te vergroten.
o Zijn uitgangspunt van opvoedend onderwijs dient alle deuren te openen.
o Stilte en concentratie noodzakelijk
o Optimistisch mensbeeld
- Geen normatieve pedagogiek
o Normatieve pedagogiek = via opvoeding normen en waarden bijbrengen.
o Gedachtenkreis = gedachtenkring
o Doel van onderwijs = gedachtenkring te verbreden.
o Belangrijke consequenties voor religieuze opvoeding Christelijke scholen zouden
zich volgens Herbart moeten verbreden en nooit vanuit centraal dogma de jeugd
mogen indoctrineren.
- Actualiteit
o Vernieuwde aandacht geeft aan dat methodisch aanbrengen van kennis niet meer als
‘achterlijk’ wordt beschouwd. Ook: bouw kennis rustig op, herkauwen, bezinning en
verdieping.
, Vijf eeuwen opvoeden in NL
Hoofdstuk 3
Reformpedagogiek
- Uitgangspunt: kritiek op massale en methodisch starre volksonderwijs. Vooral
schoolpraktijk van neo-herbartianen moest het ontgelden (Let op: gebaseerd op
cliché!)
o Traditionele 19e -eeuwse school zou luisterschool zijn, leerstof stond centraal
(Niet aard en interesse van kinderen).
- Kind zou centraal moeten staan in onderwijs en opvoeding (niet leerstof)
- Vertrekken vanuit de specifieke ontwikkelingsfasen van kinderen -> kindgerichtheid, rekenen
houden met verschillen.
- Meer vertrouwen in natuurlijke ontwikkeling van kinderen.
- Veel kritiek op eenzijdige nadruk die neo-herbartianen legden op kennis en verstandelijke
ontwikkeling.
- Grote waarde aan lichamelijke ontwikkeling, kunstzinnige vorming.
- Lesstof moet aansluiten bij leefwereld van kinderen. Globalisatie (leren via totalen) en
concentratie (leren via samenhangende stof)
Schooltypen
- Vrije school
o Rudolf Steiner
o Antroposofisiche grondslag, sterk gericht op besef van geestelijke verbondenheid.
- Jenaplanschool
o Peter Petersen
o Echte gemeenschapsscholen, leerstof-jaarklassensysteem doorbroken kinderen
van verschillende leeftijden nu bij elkaar.
- Daltonscholen
o Samenhang tussen afzonderlijke leervakken, onderwijs verplaatsen van klaslokaal
naar vrije natuur.
o Grotere vrijheid in keuze van leerstof. Stimuleren van zelfwerkzaamheid
Twee groepen reformpedagogen:
1. Nadruk op individualiteit van ieder kind (bijv. Montessori)
2. Nadruk op sociale dimensie van opvoeding (bijv. Dewey)
- Montessori
o Eerste vrouwelijke arts in Italië.
o Onderzoek naar methode, later: eerste montessori-kleuterschool. Methode
uitgebreid voor basisschoolonderwijs.
o Uitgangspunt: bevrijding van het kind, zodat het zijn activiteiten vrij kan ontwikkelen
o Zintuiglijke oefeningen waarop het kind zich kan concentreren
o Kindergroepen heterogeen (wat leeftijd betreft) samengesteld. Nooit meer dan 30,
nooit minder dan 12. Klaslokalen groter dan normaal, schoolbank verdween.