gezinsfactoren
Voorbeeldvraag
1. Wat beschrijft het concept van "split-over effecten" binnen de
gezinssysteemtheorie?
A) Gezinsleden beïnvloeden elkaar direct door hun gedrag en emoties.
B) Het gedrag van één gezinslid beïnvloedt een ander gezinslid indirect via een
tussenliggend subsysteem.
C) Een gezinslid past zijn gedrag aan door de directe invloed van de andere
gezinsleden.
D) Verschillende subsystemen binnen het gezin beïnvloeden elkaar wederzijds.
1. Wat beschrijft het concept van "split-over effecten" binnen de
gezinssysteemtheorie?
A) Gezinsleden beïnvloeden elkaar direct door hun gedrag en emoties.
B) Het gedrag van één gezinslid beïnvloedt een ander gezinslid indirect via een
tussenliggend subsysteem.
C) Een gezinslid past zijn gedrag aan door de directe invloed van de andere
gezinsleden.
D) Verschillende subsystemen binnen het gezin beïnvloeden elkaar wederzijds.
Antwoord: D
Verklaring: split-over effecten verwijzen naar de interacties tussen verschillende
subsystemen binnen het gezin, zoals de relaties tussen ouders (ouder-ouder
subsysteem), tussen ouders en kinderen (ouder-kind subsysteem), en tussen broers
en zussen (broer-zus subsysteem). De dynamieken in één subsysteem kunnen
veranderingen in een ander subsysteem teweegbrengen. Bijvoorbeeld, een conflict
tussen ouders kan de relatie tussen een ouder en een kind beïnvloeden, wat weer de
dynamiek tussen de kinderen onderling kan veranderen. Optie a beschrijft "cross-
over effecten," waarbij de directe interactie tussen gezinsleden centraal staat.
Bijvoorbeeld, als een ouder gestrest is door werk, kan dit direct invloed hebben op
het gedrag van het kind, wat weer direct invloed heeft op de ouder. Dit is een directe
wederzijdse beïnvloeding tussen gezinsleden, wat verschilt van split-over effecten die
betrekking hebben op de interactie tussen verschillende subsystemen binnen het
gezin. Hoewel optie b een indirecte invloed via een tussenliggend subsysteem
suggereert, is het niet nauwkeurig genoeg om split-over effecten te beschrijven. Split-
over effecten richten zich op de dynamiek tussen hele subsystemen. De indirecte
invloed via een subsysteem is niet hetzelfde als de wederzijdse beïnvloeding tussen
verschillende subsystemen. Optie c beschrijft een situatie waarin een gezinslid zijn
gedrag aanpast door directe invloed van anderen. Bijvoorbeeld, als een kind zich
goed gedraagt omdat ouders het belonen, is dit een directe reactie op de invloed van
ouders. Dit is een voorbeeld van cross-over effecten, niet van split-over effecten, die
meer gericht zijn op de bredere dynamiek tussen verschillende subsystemen binnen
het gezin.