Kennistoets deel 2
Samenleving
Jonne Oostmeijer 4/5/24 Verpleegkunde
,Table of Contents
Casus 1 Sonja de Bruin........................................................................................... 2
CGO..................................................................................................................... 2
Casus 2 Gezin Peek................................................................................................ 5
CGO..................................................................................................................... 5
COVA................................................................................................................... 9
Casus 3 Meneer Vergeer....................................................................................... 10
CGO................................................................................................................... 10
OO-B - Sociologie............................................................................................... 11
OO-C - Onderzoekend Vermogen.......................................................................12
Casus 4 Rabia en Alaa.......................................................................................... 13
CGO................................................................................................................... 13
COVA................................................................................................................. 14
OO-B - Psychologie en sociologie......................................................................14
Casus 5 Dominique............................................................................................... 15
CGO................................................................................................................... 15
COVA................................................................................................................. 17
OO-B - GGZ Stigmatisering................................................................................ 17
Casus 6 Echtpaar Blans........................................................................................ 19
CGO................................................................................................................... 19
COVA................................................................................................................. 19
OO-B - Sociologie: (In)formele zorg...................................................................19
Casus 7 Mevrouw Van Steenbruggen...................................................................21
CGO................................................................................................................... 21
OO-B - Voedingsleer.......................................................................................... 24
OO-C - Onderzoekend Vermogen.......................................................................25
Casus 8 Meneer Jacobse en Mevrouw Van Es.......................................................26
CGO................................................................................................................... 26
Bronnen................................................................................................................ 27
1
, Casus 1 Sonja de Bruin
CGO
De globale ontwikkeling van de verpleegkundige professionaliteit:
Het begon toen de wet op besmettelijke ziekten in 1873 werd bedacht. Dit werd
bedacht om uitbraken te voorkomen. Later in 1875 bleek dit niet ideaal te
werken, omdat de huizen geen goede hygiëne omstandigheden hebben
waaronder slechte riolering en slechte ventilatie. Dit hielp allemaal niet bij het
voorkomen van een ziekte uitbraak. Een infectieziekte inspecteur uit Noord-
Holland (DHr Penn) richtte het Witte Kruis op. Dit deed hij om de algemene
gezondheid in dorpen en steden te verbeteren. Hiervoor waren huisbezoeksters,
de eerste voorloper op de allround wijkverpleegkundige.
De naam het witte kruis werd gebruikt omdat het rode kruis al bestemd was voor
de oorlogsgeneeskunde. Bij de oorlogsgeneeskunde werkte Florence Nightingale.
Zij is de grondlegster van de moderne verpleegkunde. Zij was het hoofd van een
groep verpleegsters in het oorlogsgebied in de kribbe. Om de verwonden Britse
soldaten te helpen. Ze stond daar bekent als de ‘’dame met de lamp’’ Dit komt
doordat ze s ’nachts rondliep met een olielamp. Ook bewees Florence Nightingale
dat de meeste soldaten doodgingen aan hun verwondingen, daarom was goede
verpleging erg belangrijk.
Door de jaren heen is de rol van de wijkverpleegkundige veranderd. Zo gebruiken
de wijkverpleegkundige nu de Canmeds rollen in hun werk. Eén daarvan is de rol
‘’gezondheidsbevorderaar’’. De gezondheidsbevorderaar zorgt voor de
stimulering van de algemenen gezondheid (zie term 9).
Tegenwoordig gebruiken de wijkverpleegkundige ook een wijkanalyse. Bij een
wijkanalyse kijk je naar de omgeving, naar de ses en de bereikbaarheid van
eerste levensbehoefte zoals; supermarkten, huisartsenposten en een apotheek.
Het doel van een wijkanalyse is om inzicht te krijgen in de wijk.
De rollen van de (wijk)verpleegkundige van de 21ste eeuw zijn:
Communicator
o in de rol van de Communicator geef je de gepaste informatie aan
een zorgvrager. Je kijkt hierbij naar de taal en vaardigheden van de
zorgvrager. Zo nodig betrekt je de omgeving zoals familie of
naasten. In deze rol moet je goed kunnen luisteren en inleven
hebben in de zorgvrager.
De zorgverlener
o deze rol staat centraal, het is gericht op het zelfmanagement te
stimuleren en te ondersteunen van de zorgvrager.
De samenwerkingspartner
o als verpleegkundige moet je kunnen samenwerken met allemaal
verschillende teams en niveaus. Denk hierbij aan het gehele
2
Samenleving
Jonne Oostmeijer 4/5/24 Verpleegkunde
,Table of Contents
Casus 1 Sonja de Bruin........................................................................................... 2
CGO..................................................................................................................... 2
Casus 2 Gezin Peek................................................................................................ 5
CGO..................................................................................................................... 5
COVA................................................................................................................... 9
Casus 3 Meneer Vergeer....................................................................................... 10
CGO................................................................................................................... 10
OO-B - Sociologie............................................................................................... 11
OO-C - Onderzoekend Vermogen.......................................................................12
Casus 4 Rabia en Alaa.......................................................................................... 13
CGO................................................................................................................... 13
COVA................................................................................................................. 14
OO-B - Psychologie en sociologie......................................................................14
Casus 5 Dominique............................................................................................... 15
CGO................................................................................................................... 15
COVA................................................................................................................. 17
OO-B - GGZ Stigmatisering................................................................................ 17
Casus 6 Echtpaar Blans........................................................................................ 19
CGO................................................................................................................... 19
COVA................................................................................................................. 19
OO-B - Sociologie: (In)formele zorg...................................................................19
Casus 7 Mevrouw Van Steenbruggen...................................................................21
CGO................................................................................................................... 21
OO-B - Voedingsleer.......................................................................................... 24
OO-C - Onderzoekend Vermogen.......................................................................25
Casus 8 Meneer Jacobse en Mevrouw Van Es.......................................................26
CGO................................................................................................................... 26
Bronnen................................................................................................................ 27
1
, Casus 1 Sonja de Bruin
CGO
De globale ontwikkeling van de verpleegkundige professionaliteit:
Het begon toen de wet op besmettelijke ziekten in 1873 werd bedacht. Dit werd
bedacht om uitbraken te voorkomen. Later in 1875 bleek dit niet ideaal te
werken, omdat de huizen geen goede hygiëne omstandigheden hebben
waaronder slechte riolering en slechte ventilatie. Dit hielp allemaal niet bij het
voorkomen van een ziekte uitbraak. Een infectieziekte inspecteur uit Noord-
Holland (DHr Penn) richtte het Witte Kruis op. Dit deed hij om de algemene
gezondheid in dorpen en steden te verbeteren. Hiervoor waren huisbezoeksters,
de eerste voorloper op de allround wijkverpleegkundige.
De naam het witte kruis werd gebruikt omdat het rode kruis al bestemd was voor
de oorlogsgeneeskunde. Bij de oorlogsgeneeskunde werkte Florence Nightingale.
Zij is de grondlegster van de moderne verpleegkunde. Zij was het hoofd van een
groep verpleegsters in het oorlogsgebied in de kribbe. Om de verwonden Britse
soldaten te helpen. Ze stond daar bekent als de ‘’dame met de lamp’’ Dit komt
doordat ze s ’nachts rondliep met een olielamp. Ook bewees Florence Nightingale
dat de meeste soldaten doodgingen aan hun verwondingen, daarom was goede
verpleging erg belangrijk.
Door de jaren heen is de rol van de wijkverpleegkundige veranderd. Zo gebruiken
de wijkverpleegkundige nu de Canmeds rollen in hun werk. Eén daarvan is de rol
‘’gezondheidsbevorderaar’’. De gezondheidsbevorderaar zorgt voor de
stimulering van de algemenen gezondheid (zie term 9).
Tegenwoordig gebruiken de wijkverpleegkundige ook een wijkanalyse. Bij een
wijkanalyse kijk je naar de omgeving, naar de ses en de bereikbaarheid van
eerste levensbehoefte zoals; supermarkten, huisartsenposten en een apotheek.
Het doel van een wijkanalyse is om inzicht te krijgen in de wijk.
De rollen van de (wijk)verpleegkundige van de 21ste eeuw zijn:
Communicator
o in de rol van de Communicator geef je de gepaste informatie aan
een zorgvrager. Je kijkt hierbij naar de taal en vaardigheden van de
zorgvrager. Zo nodig betrekt je de omgeving zoals familie of
naasten. In deze rol moet je goed kunnen luisteren en inleven
hebben in de zorgvrager.
De zorgverlener
o deze rol staat centraal, het is gericht op het zelfmanagement te
stimuleren en te ondersteunen van de zorgvrager.
De samenwerkingspartner
o als verpleegkundige moet je kunnen samenwerken met allemaal
verschillende teams en niveaus. Denk hierbij aan het gehele
2