Waarschijnlijk ben je in de toekomst wat voorzichtiger en controleer je dus eerst of de
kookplaat aanstaat of niet.
Het zenuwstelsel is een groot systeem en is verspreid door het hele lichaam. Grofweg gezien
bestaat het uit twee onderdelen:
- Het centrale zenuwstelsel.
- Het perifere zenuwstelsel.
Belangrijk om te weten is dat het centrale zenuwstelsel en het perifere zenuwstelsel
verbonden zijn en met elkaar samenwerken.
Het centrale zenuwstelsel.
Het centrale zenuwstelsel bestaat uit de hersenen en ruggenmerg. De hersenen bevinden
zich in de schedel en bestaan uit verschillende hersengebieden.
Deze zijn:
- Voorhoofdskwab ( frontaalkwab).
- Wandbeenkwab (parietaalkwab).
- Achterhoofdskwab ( occipitaalkwab).
- Slaapkwab ( temporaalkwab).
Ook zijn er twaalf hersenzenuwen die uit de hersenen lopen. Het ruggenmerg bevindt zich
in de wervelkolom en loopt vanaf de nek tot aan de onderrug.
Deze zijn:
- Reukzenuw.
, Geeft informatie over geur aan de hersenen. Het is de kortste en oudste zenuw van de 12
hersenzenuwen.
- Optische zenuw.
2e hersenzenuw. Deze nervus opticus (optische zenuw) brengt informatie van
fotoreceptoren van het netvlies naar de hersenen. Het gaat hier dus om visuele prikkels.
Vanaf de optische schijf waar de zenuwvezels samenkomen vormt het samen de oogzenuw.
- Oogbewegingszenuw.
3e hersenzenuw. Deze zenuw heeft twee kernen (somatische en viscerale efferente
motorische zenuw). Het is de belangrijkste motorische zenuw die het oog bedient. Het stuur
4 van de 6 uitwendige oogbolspieren aan. Het zorgt ook voor de pupilgrootte om aan te
passen aan de hoeveelheid licht.
- Uitwendige zenuw.
4e hersenzenuw. Deze zenuw speelt een rol bij oogbewegingen doordat het de buitenste
schuine uitwendige oogspieren bedient (extraoculaire spieren of extrinsieke oculaire
spieren).
Er zijn zes extraoculaire spieren: 4 recti (rechte) spieren en de superieure en inferieure
schuine spieren:
- M rectus innferior.
- M rectus superior.
- M rectus lateralis.
- M rectus medialis.
- M obliquus inferior.
- M obliquus superior.
Samen sturen zij de beweging van de oogbol.
- Drielingzenuw.
5e hersenzenuw. Nervus trigeminus- drielingzenuw. Zoals de naam al doet vermoeden
bestaat deze zenuw uit drie onderdelen. Het geeft gevoelsinformatie naar de hersenen van
het hoofd en het gelaat. Het geeft informatie aan de kauwspieren. Het spant het
trommelvlies en het zachte gehemelte en neemt de gevoeligheid van het gezicht en de
slijmvliezen waar.
1. Nervus oftalmicus (oftalmische zenuw, oogzenuw). Gevoel van de huis van het
voorhoofd, de oogkas, oogleden, wenkbrauwen, de neus en neusholte.
2. Nervus maxilaris (maxilaire zenuw). Gevoel van het onderste ooglid, wang, rondom
het jukbeen en de bovenlip, bovenkaak, neus, tandvlees, tanden en kiezen.
3. Nevus manibularis (mandibulaire zenuw, onderkaak zenuw). De huid van de mond,
randen, speekselklieren, voorste deel van de tong, onderlip, de huid van de slapen
en de onderkaak.
- Zijwaartse oogbewegingszenuw.
kookplaat aanstaat of niet.
Het zenuwstelsel is een groot systeem en is verspreid door het hele lichaam. Grofweg gezien
bestaat het uit twee onderdelen:
- Het centrale zenuwstelsel.
- Het perifere zenuwstelsel.
Belangrijk om te weten is dat het centrale zenuwstelsel en het perifere zenuwstelsel
verbonden zijn en met elkaar samenwerken.
Het centrale zenuwstelsel.
Het centrale zenuwstelsel bestaat uit de hersenen en ruggenmerg. De hersenen bevinden
zich in de schedel en bestaan uit verschillende hersengebieden.
Deze zijn:
- Voorhoofdskwab ( frontaalkwab).
- Wandbeenkwab (parietaalkwab).
- Achterhoofdskwab ( occipitaalkwab).
- Slaapkwab ( temporaalkwab).
Ook zijn er twaalf hersenzenuwen die uit de hersenen lopen. Het ruggenmerg bevindt zich
in de wervelkolom en loopt vanaf de nek tot aan de onderrug.
Deze zijn:
- Reukzenuw.
, Geeft informatie over geur aan de hersenen. Het is de kortste en oudste zenuw van de 12
hersenzenuwen.
- Optische zenuw.
2e hersenzenuw. Deze nervus opticus (optische zenuw) brengt informatie van
fotoreceptoren van het netvlies naar de hersenen. Het gaat hier dus om visuele prikkels.
Vanaf de optische schijf waar de zenuwvezels samenkomen vormt het samen de oogzenuw.
- Oogbewegingszenuw.
3e hersenzenuw. Deze zenuw heeft twee kernen (somatische en viscerale efferente
motorische zenuw). Het is de belangrijkste motorische zenuw die het oog bedient. Het stuur
4 van de 6 uitwendige oogbolspieren aan. Het zorgt ook voor de pupilgrootte om aan te
passen aan de hoeveelheid licht.
- Uitwendige zenuw.
4e hersenzenuw. Deze zenuw speelt een rol bij oogbewegingen doordat het de buitenste
schuine uitwendige oogspieren bedient (extraoculaire spieren of extrinsieke oculaire
spieren).
Er zijn zes extraoculaire spieren: 4 recti (rechte) spieren en de superieure en inferieure
schuine spieren:
- M rectus innferior.
- M rectus superior.
- M rectus lateralis.
- M rectus medialis.
- M obliquus inferior.
- M obliquus superior.
Samen sturen zij de beweging van de oogbol.
- Drielingzenuw.
5e hersenzenuw. Nervus trigeminus- drielingzenuw. Zoals de naam al doet vermoeden
bestaat deze zenuw uit drie onderdelen. Het geeft gevoelsinformatie naar de hersenen van
het hoofd en het gelaat. Het geeft informatie aan de kauwspieren. Het spant het
trommelvlies en het zachte gehemelte en neemt de gevoeligheid van het gezicht en de
slijmvliezen waar.
1. Nervus oftalmicus (oftalmische zenuw, oogzenuw). Gevoel van de huis van het
voorhoofd, de oogkas, oogleden, wenkbrauwen, de neus en neusholte.
2. Nervus maxilaris (maxilaire zenuw). Gevoel van het onderste ooglid, wang, rondom
het jukbeen en de bovenlip, bovenkaak, neus, tandvlees, tanden en kiezen.
3. Nevus manibularis (mandibulaire zenuw, onderkaak zenuw). De huid van de mond,
randen, speekselklieren, voorste deel van de tong, onderlip, de huid van de slapen
en de onderkaak.
- Zijwaartse oogbewegingszenuw.