13.2 Hormonen
Hormonen zijn signaastoffen die in het bloed circuleren
Signaalstoffen zijn chemische boodschappers
Doel signaalstoffen:
Doelcellen aanzien tot bepaalde stofwisselingsprocessen
Hormoonklieren – endocriene klieren
Kenmerken:
Deze klieren hebben geen afvoergang maar geven hun stoffen direct af aan het bloed
De werking gebeurt daarom niet op de plaats waar ze gemaakt worden
Ze gaan via hun doelcellen op transport door de bloedbaan
Afgifte hormonen bloedbaan
Werking:
De lever en nieren halen alle circulerende hormonen langzaam uit het bloed
Dit wordt weer opgevuld door een constante voortdurende hormoonproductie
Dit wordt door het lichaam gereguleerd door het remmende terugkoppelingsmechanisme
(negatief feedbacksysteem)
13.3 Hypothalamus – hypofysesysteem
Wat is de functie:
Het centrum van het hormoonstelsel
Waar bevindt het zich:
Hypofyse
o Middenin je hersenen, zo groot al seen kikkererwt
Hypothalamus
o Ligt boven de hypofyse (en weegt 4 gram)
Hypothalamus en hypofyse zijn verbonden door de hypofysesteel
Functie hypothalamus:
De hypofyse staat onder controle van de hypothalamus
De hypothalamus ‘meet’ de hoeveelheid hormonen in het bloed
Na deze ‘meeting’ stimuleert of met de hypothalamus de afgifte van hormonen in de
hypofyse
Hulpsystemen hypothalamus:
Directe prikkeling door zenuwvezels via de hypofysesteel
Afgifte van signaalstoffen aan de bloedcirculatie
De hypothalamus reguleert:
Bloeddruk
Hartslag
Honger
Dorst
Slaap-waakritme
Seksuele opwinding
Lichaamstemperatuur
Vecht- of vluchtreactie
Voedingsgedrag
Voortplantingsgedrag
1
, Het remmend terugkoppelingsmechanisme
Hypofyse geeft seintje aan schildklier
Schildklier gaat schildklierhormoon produceren
Teveel schildklierhormoon?
o Wordt gemeten door hypothalamus
o Seintje vrij voor afremmen
Te weinig schildklierhormoon;
o Seintje voor productie
13.3.3 hypofyseachtekwab = neurohypofyse
Taken:
o Aanmaak twee hormonen
ADH – antidiuretisch hormoon
Regelt de waterhuishouding in je lichaam, werken zeer nauw samen
met de nieren
Oxytocine
Stimuleert baarmoeder om zich samen te trekken. Dit veroorzaakt
weeen
Toeschiet reflex tijdens borstvoeding
Trekt baarmoeder samen na bevalling
Calcitonine
2e hormoon dat wordt aangemaakt door schildklier
Wordt ook wel C-cellen genoemd
Effect in het lichaam
o Verlaagt calciumgehalte in het bloed
Calcium nodig voor:
Opbouw van botweefsel
Prikkelgeleiding in de zenuwen
Gebruik van spieren
Bij bloedstolling
Werking:
o Calciumgehalte in het bloed te hoog, c-cellen maken dan
calcitonine aan
Hierdoor verlaagt het calciumgehalte
o Zorgt dat calcium wordt opgenomen in het bot
o Stimuleert de nieren calcium uit te scheiden
Parathormoon
Latijnse naam: Glandula parathyroidea
Hormoon wat de bijschildklier maakt
Werking:
o Maakt calcium vrij uit botten
o Remt uitscheiding van calcium in nieren
o Werkt tegengesteld aan calcitonine
o De hypothalamus houdt deze balans in evenwicht
13.5 Bijnieren
Buitenkant is bijnierschors
Klierweefsel
Drie soorten hormonen (corticosteroïden):
o Aldosteron
2