LICHAMELIJK FUNCTIONEREN 3
SAMENVATTING
, Samenvatting Lichamelijk Functioneren blok 4
Voorbereiding hoorcolleges 1&2
Inleiding tot het zenuwstelsel
Het zenuwstelsel en het hormoonstelsel samen coördineren de activiteiten van alle
orgaanstelsel om homeostase te handhaven. Het zenuwstelsel reageert sneller dan het
hormonale stelsel op prikkels. Het zenuwstelsel regelt vooral 1) wijzigingen in
lichaamshoudingen en de 2) bewegingen van het oog. Het hormoonstelsel daarentegen de 1)
dagelijkse snelheid van het energieverbruik van het hele lichaam en 2) langdurige processen
zoals groei en volwassenwording.
Het zenuwstelsel
Het zenuwstelsel 1) meet het interne en externe milieu en 2) integreert informatie van de
zintuigen en 3) coördineert gewilde en ongewilde reacties van andere orgaanstelsels. Het
zenuwstelsel kan in twee gedeelten worden ingedeeld.
Het CZS centrale zenuwstelsel (hersenen, ruggenmerg) wat de verwerking van sensorische
informatie integreert en coördineert en geeft impulsen door aan de spieren. Ook worden er
intelligentie, geheugen en emoties geregeld.
Het PZS perifere zenuwstelsel wat al het zenuwweefsel buiten het CZS omvat.
De relatie tussen CZS en PZS
De somatische ( zintuigen van uitwendige) en viscerale
zintuigen ( zintuigen van inwendige) registreren
gewaarwordingen. Die sensorische gewaarwordingen
komen binnen in het afferente gedeelte van het PZS
wat vervolgens die sensorische gewaarwordingen
weer door geeft aan het CZS. Het CZS zet sensorische
gewaarwordingen om in motorische en dat wordt via
het efferente gedeelte wat op te delen is in 2
gedeelten het somatisch zenuwstelsel en het
autonoom zenuwstelsel naar de effectoren gebracht
(bijv. spieren). Het autonome zenuwstelsel wat zorgt
voor automatische, onwillekeurige regulering van
glad, hart en vetspierweefsel en klierwerking is
daarnaast in 2 delen opgedeeld het parasympatische
zenuwstelsel ( in rust) en het sympathisch
zenuwstelsel ( bij activiteit).
Inzichtvragen:
1. Noem de twee anatomische onderdelen van het zenuwstelsel
CZS (hersenen en ruggenmerg) en PZS ( rest van zenuwweefsel)
2. Noem de twee functionele gedeelten van het perifere zenuwstelsel en beschrijf de
belangrijkste functies.
Afferente gedeelte: leidt sensorische informatie naar het centraal zenuwstelsel
Efferente gedeelte: leidt motorische impulsen vanuit CZS naar effectoren
3. Wat zou het effect zijn van beschadiging van afferente deel perifere zenuwstelsel
Het vermogen om uiteenlopende sensorische prikkels te ervaren, verstoren.
, De anatomie van een neuron
Onze bewuste gewaarwordingen, plannen en reacties vormen een klein gedeelte van de
activiteiten van het zenuwstelsel. De aanpassingen van het autonome zenuwstelsel (AZS), zijn
veel belangrijker. Het AZS en somatische zenuwstelsel (SZS) leiden motorische impulsen naar
perifere effectoren door het efferente gedeelte van het PZS.
Verschillen SZS (somatisch) en AZS (autonoom)
Er zijn belangrijke verschillen tussen het SZS en AZS. IN SZS worden skeletspieren direct door
motorische neuronen aangestuurd in tegenstelling tot het AZS. Het AZS is altijd door een
tweede motorische neuron van de perifere effector gescheiden. De motorische neuronen van
het AZS in het CZS, de preganglionaire neuronen sturen hun axonen de preganglionaire vezels,
naar autonome ganglia buiten het CZS. In deze ganglia zijn de axonen van de preganglionaire
neuronen met de ganglionaire neuronen verbonden. De axonen van deze ganglionaire
neuronen de postganglionaire vezels weer verlaten de ganglia en stimuleren de glad, hart en
vetspieren en klierweefsel.
SAMENVATTING
, Samenvatting Lichamelijk Functioneren blok 4
Voorbereiding hoorcolleges 1&2
Inleiding tot het zenuwstelsel
Het zenuwstelsel en het hormoonstelsel samen coördineren de activiteiten van alle
orgaanstelsel om homeostase te handhaven. Het zenuwstelsel reageert sneller dan het
hormonale stelsel op prikkels. Het zenuwstelsel regelt vooral 1) wijzigingen in
lichaamshoudingen en de 2) bewegingen van het oog. Het hormoonstelsel daarentegen de 1)
dagelijkse snelheid van het energieverbruik van het hele lichaam en 2) langdurige processen
zoals groei en volwassenwording.
Het zenuwstelsel
Het zenuwstelsel 1) meet het interne en externe milieu en 2) integreert informatie van de
zintuigen en 3) coördineert gewilde en ongewilde reacties van andere orgaanstelsels. Het
zenuwstelsel kan in twee gedeelten worden ingedeeld.
Het CZS centrale zenuwstelsel (hersenen, ruggenmerg) wat de verwerking van sensorische
informatie integreert en coördineert en geeft impulsen door aan de spieren. Ook worden er
intelligentie, geheugen en emoties geregeld.
Het PZS perifere zenuwstelsel wat al het zenuwweefsel buiten het CZS omvat.
De relatie tussen CZS en PZS
De somatische ( zintuigen van uitwendige) en viscerale
zintuigen ( zintuigen van inwendige) registreren
gewaarwordingen. Die sensorische gewaarwordingen
komen binnen in het afferente gedeelte van het PZS
wat vervolgens die sensorische gewaarwordingen
weer door geeft aan het CZS. Het CZS zet sensorische
gewaarwordingen om in motorische en dat wordt via
het efferente gedeelte wat op te delen is in 2
gedeelten het somatisch zenuwstelsel en het
autonoom zenuwstelsel naar de effectoren gebracht
(bijv. spieren). Het autonome zenuwstelsel wat zorgt
voor automatische, onwillekeurige regulering van
glad, hart en vetspierweefsel en klierwerking is
daarnaast in 2 delen opgedeeld het parasympatische
zenuwstelsel ( in rust) en het sympathisch
zenuwstelsel ( bij activiteit).
Inzichtvragen:
1. Noem de twee anatomische onderdelen van het zenuwstelsel
CZS (hersenen en ruggenmerg) en PZS ( rest van zenuwweefsel)
2. Noem de twee functionele gedeelten van het perifere zenuwstelsel en beschrijf de
belangrijkste functies.
Afferente gedeelte: leidt sensorische informatie naar het centraal zenuwstelsel
Efferente gedeelte: leidt motorische impulsen vanuit CZS naar effectoren
3. Wat zou het effect zijn van beschadiging van afferente deel perifere zenuwstelsel
Het vermogen om uiteenlopende sensorische prikkels te ervaren, verstoren.
, De anatomie van een neuron
Onze bewuste gewaarwordingen, plannen en reacties vormen een klein gedeelte van de
activiteiten van het zenuwstelsel. De aanpassingen van het autonome zenuwstelsel (AZS), zijn
veel belangrijker. Het AZS en somatische zenuwstelsel (SZS) leiden motorische impulsen naar
perifere effectoren door het efferente gedeelte van het PZS.
Verschillen SZS (somatisch) en AZS (autonoom)
Er zijn belangrijke verschillen tussen het SZS en AZS. IN SZS worden skeletspieren direct door
motorische neuronen aangestuurd in tegenstelling tot het AZS. Het AZS is altijd door een
tweede motorische neuron van de perifere effector gescheiden. De motorische neuronen van
het AZS in het CZS, de preganglionaire neuronen sturen hun axonen de preganglionaire vezels,
naar autonome ganglia buiten het CZS. In deze ganglia zijn de axonen van de preganglionaire
neuronen met de ganglionaire neuronen verbonden. De axonen van deze ganglionaire
neuronen de postganglionaire vezels weer verlaten de ganglia en stimuleren de glad, hart en
vetspieren en klierweefsel.
