HC1: Vormen van innovatie
Innovatie: Nieuwe of vernieuwde producten, diensten, processen of organisatievormen die
waarde toevoegen voor de organisatie en/ of afnemer.
De 4 vormen van innovatie:
1. Procesinnovatie: Verbeteringen in hoe producten of diensten tot stand komen,
vernieuwingen in het voortbrengingsproces (kosten verlagen of verbeteren kwaliteit).
2. Productinnovatie (3 vormen): Innovatie aan het product. Introduceren van een nieuw
product of het doorvoeren van een essentiële productverbeteringen.
1. Ontwikkeling
2. Disruptieve Innovatie
3. Incrementele innovatie
Kenmerken disruptieve innovatie
1. op 2 manieren ontstaan (Aan de onderkant van de bestaande markt óf op een
compleet nieuwe, niet bestaande markt)
2. In eerste instantie biedt een disruptive innovatie een minder goede prestatie.
3. Tegelijkertijd worden er wel nieuwe nuttige functionaliteiten toegevoegd.
4. Uiteindelijk zet het een bepaalde markt volledig op z’n kop
Verschil met gewone innovatie
• Bestaande aanbieders maken goede producten nóg beter
• Disruptive innovaties worden in eerste instantie als inferieur gezien door
bestaande klanten van bestaande aanbieders
Disruption is een proces!
De innovatie wordt disruptive als door incrementele innovatie de prestatie van het oude
product of dienst geëvenaard wordt en de mainstream klanten bereid zijn te switchen naar
het nieuwe product
,3. Businessmodel innovatie: De interactie met de klant wordt anders. Op wat voor manier
verdien je je geld en hoe is je interactie relatie met de klant bijvoorbeeld Uber of Airbnb.
4. Marktinnovatie: Veranderingen in doelgroepen die een organisatie met haar producten
bedient en de behoeften vervullen. Zelfde product nieuwe mark: kan exact hetzelfde product
zijn voor een andere doelgroep. Bijvoorbeeld van een fiets naar elektrische fiets. Gewone fiets
naar elektrische fiets = productinnovatie. Met die E-Bike verandert de doelgroep van jongeren
naar ouderen als doelgroep = marktinnovatie.
Waarom is innovatie zo belangrijk?
1. Overleven à PLC (Product, markt en dan proces = de optimale volgorde voor
innovatie)
2. Kansen verspreiden à BCG Matrix (Niet één product hebben maar meerdere door
innovatie)
3. Perfect zijn is niet genoeg à innoveren & excelleren (Balans tussen bestaande
producten perfect maken en verkopen. Innoveren in de huidige én de nieuwe
producten)
*
- 15% van de omzet uit goederen wordt behaald met producten die in de laatste 5 jaar zijn
geïntroduceerd.
- Deze producten zorgen voor 22% van de winst.
- Meer dan 80% van de producten die we over 10 jaar zullen kopen, is nu nog niet op de
markt.
, HC 2: Portfolioanalyses
Waarom portfolio analyse?
- Monitoren van aanbod
- Prioriteiten stellen
Modellen voor een portfolio analyse:
- BCG matrix
- MABA analyse
- Productlevenscyclus
- S-curve
De BCG matrix: SBU classificeren op basis van marktgroei en aandeel. De grote van de stip
staat voor de omzet van het product.
re n?
nove
je i n
m oet
ties
situa
el k e
In w
Star (uitbouwen) & Question mark (handhaven): Incrementele innovatie is vooral bij de star
en question mark. Door een beetje te innoveren blijft het een star. Bijvoorbeeld iPhone; Hoe
kan ik mijn huidige product zo innoveren dat het verbeterd en een star/question mark blijft.
Cash cow (uitmelken): Marktinnovatie of productinnovatie, ook procesinnovatie mogelijk.
Efficiënter werken (minder tijd/geld kwijt aan productie van het product). Door innovatie
kan je cash cow een question mark of star worden.
Dog (afstoten): Product innovatie, zorg voor een nieuw product! Er zit hier geen groei in de
markt, dus een kleine aanpassing volstaat niet!
Voordelen BCG:
ü Eenvoudig toe te passen
ü Helpt bij het verkrijgen van inzicht in het product- of dienstportfolio van het bedrijf
ü Is een goed startpunt voor de analyse
Nadelen BCG:
ₓ Wat als een SBU in het midden valt? Er zijn maar vier kwadranten.
ₓ Geen duidelijke definitie wat de markt is, iedereen kan het model anders invullen.
ₓ Er wordt maar heel beperkt naar externe factoren gekeken.
ₓ Wat als er samenhang is tussen SBU’s, wat als een dog een cash cow beschermt?