100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Samenvatting Frans module 3+4

Beoordeling
-
Verkocht
5
Pagina's
50
Geüpload op
05-06-2024
Geschreven in
2023/2024

Volledige samenvatting module 3+4

Instelling
Vak













Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Geschreven voor

Instelling
Studie
Vak

Documentinformatie

Geüpload op
5 juni 2024
Aantal pagina's
50
Geschreven in
2023/2024
Type
Samenvatting

Onderwerpen

Voorbeeld van de inhoud

Chapitre 1: le bulletin d’information
Analyse d’un fait divers
Un fait divers = een nieuwsbericht
7 questions de faits divers
- Qui ?
- Quoi ?
- Ou ?
- Quand ?
- Comment ?
- Pourquoi ?
- Conséquences ?


Un exemple d’un fait divers :
- Qui ? homme de 28 ans
- Quoi ? Un décès / une explosion
- Ou ? Zandhoven (Anvers)
- Quand ? La nuit de jeudi à vendredi La St-
Silvestre / le réveillon
- Comment ? Homme voulait réparer une fusée
- d’un feu d’artifice
- Pourquoi ? Un problème technique
- Conséquences ? La fusée lui explose au visage →
pas survécu aux blessures




Chapitre 2 : le contrat – généralités

,Contrat ou convention ?
Un contrat = un accord décidé par deux ou plusieurs personnes, ce qui crée des
obligations entre elles (een contract is een overeenkomst die door 2 of meerdere mensen
wordt gesloten en die verplichtingen met zich meebrengt)

- Art. 1101, ancien Code civil
- Contrat et convention sont des synonymes
- Contrat désigne plutôt le document
- Convention désigne plutôt le contenu du contrat
But du contrat :
- Vivre → ex. contrat de vente, de bail
( om te leven -> vb. Koopovereenkomst, huurovereenkomst)


- Acquérir de la richesse → ex. contrat de travail
( om rijkdom te verwerven -> vb. Arbeidscontract)


- La conserver → ex. contrat d’assurance
( om het te behouden -> vb. Verzekeringscontract)



Les parties au contrat

Partie qui donne Partie qui accepte
Le contrat de vente Le vendeur L’acheteur
= Het verkoopcontract
Le contrat de bail Le bailleur Le locataire
= Het leasecontract
Le contrat de prêt Le prêteur L’emprunteur
= Het leencontract
Le contrat de donation Le donateur Le donataire
= Het donatiecontract
Le contrat de travail L’employeur L’employé
=
Arbeidsovereenkomsten
Le contrat d’assurance L’assureur L’assuré
= Het
verzekeringscontract
Le contrat de mariage L’époux L’épouse
= Het huwelijkscontract




Exercices

,- Complétez en écrivent le substantif qui correspond au verbe

Emprunter -> un emprunt
Prêter -> un prêt
Assurer -> une assurance
Vendre -> une vente
Acheter -> un achat
Louer -> une location
Travailler -> un travail
Se marier -> un mariage


- Qui fait quoi ? nous recherchons les verbes

L’assureur -> assurer
L’assuré -> s’assurer
Le vendeur -> vendre
Le locataire -> louer
Le bailleur -> louer
L’employeur -> employer
Le donateur -> donner
Le donataire -> recevoir
Le prêteur -> prêter
L’emprunteur -> emprunter
L’acheteur -> acheter
L’employé -> travailler


La validité des contrats (= geldigheid van contracten)
Conditions pour la validité d’un contrat
(= voorwaarden voor de geldigheid van een contract)

- Contrat = OK -> la validité (= geldigheid)
- Contrat ≠ OK -> la nullité (= nietigheid)
4 conditions pour la validité
- le consentement libre et éclairée de chaque partie ( = toestemming van elke partij)
- la capacité de chaque partie de contracter ( = rechtsbekwaamheid)
- un objet déterminé et licite ( = voorwerp)
- une cause licite (= wettige oorzaak)


le consentement est l’accord de volonté des parties
(de toestemming is de wilsovereenstemming van de partijen)

- une acceptation (een aanvaarding van beide partijen)
- réciproque (wederzijds)
- écrit – verbal (schriftelijk – mondeling)
- intègre (eerlijk)
3 vices peuvent porter atteinte au consentement
(3 gebreken kunnen de toestemming ondermijnen)

- une erreur (fout)

,- un dol (fraude)
- une violence (geweld)


-> La capacité de contracter = être capable (= handelingsbekwaam zijn)


L’objet = une prestation promise (het doel = een beloofde dienst)
4 conditions de l’objet (4 voorwaarden van het doel)
- possible = réalisable (mogelijk = haalbaar)
- personnelle (persoonlijk)
- déterminée = précise (specifiek = precies)
- licite = légale (wettig = legaal)


La cause = est la raison pour laquelle on conclut un contrat
( de oorzaak is de reden voor het aangaan van een overeenkomst)



Vocabulaire

Une acceptation Een aanvaarding
Un accord Een akkoord
Un bail Huurovereenkomst
Capable de In staat om
Une capacité Vermogen
Une cause Een oorzaak
Conclure Afsluiten
Une condition Voorwaarde
Un consentement Een toe-instemming
Un contractant Contracterende partij
Contracter Afsluiten
Un contrat Een contract
Convenir Overeenkomen
Une convention Een overeenkomst
Un dol Bedrog
Dû Verschuldigd
Ecrit Geschreven
Une erreur Een fout, vergissing
être tenu de Gehouden zijn aan
Gestuel Met gebaren
Illicite Onwettig, verboden
Intègre Rechtschapen
Licite Geoorloofd, rechtmatig
Matrimonial Huwelijks-
Une menace Een bedreiging
Nul Nietig
Une nullité Nietigheid
Un objet Een voorwerp
Une obligation Een verplichting
Une offre Een aanbod
Une partie Een partij

, Porter atteinte à Afbreuk doen aan
Une prestation Een prestatie
Réciproque Wederzijds
Remplir Vervullen
Répondre à Beantwoorden aan
S’engager à Zich verbinden tot
Un signataire Een ondertekenaar
Une tromperie Bedrog
Valable Geldig
Une validité Geldigheid
Verbal Mondeling
Un vice Gebrek
Vicié Gebrekkig
Une violence Geweld
Une volonté Wil




Chapitre 3: le pronom relatif
Qu’est-ce qu’un pronom relatif
- remplace un nom
- lie deux phrases

- ex. j’ai un livre. J’aime ce livre -> j’ai un livre que j’aime

, Le pronom relatif simple

QUI Remplace le sujet
Ex. j’ai un livre. Il me plait -> j’ai un livre QUI me plait

QUE Remplace le COD
Ex. je te donne un livre. J’aime ce livre -> je te donne le livre QUE
j’aime

DON Remplace de + quelque chose
T Ex. voici le restaurant. Je t’ai parlé de ce resto -> voici le resto DONT
je t’ai parlé

Remplace un possessif
Ex. j’aime Picasso. J’ai vu son exposition -> j’aime Picasso DONT j’ai
vu l’exposition

OU Remplace le lieu
Ex. voici la classe. Nous sommes dans la classe -> voici la classe OU
nous sommes

Remplace le temps
Ex. tu es parti un jour. Il pleuvait ce jour-là -> Tu es parti un jour OU
il pleuvait
Exercice : complétez par QUI ou QU(E)
- c’est un contrat QUI est valable
- le métier QUE j’exerce est populaire après des jeunes
- chaque semaine, elle lit un article intéressant QU’elle trouve dans la presse
locale
Exercice : complétez par DONT ou OU
- l’entreprise OU je travailles est en pleine croissance
- l’entreprise DONT je te parle est en pleine croissance


Exercice : traduisez en utilisent QU(E), QUI, DONT, OU
- Serge is een man die hard werkt en die veel verzekeringscontracten verkoopt
= Serge est un homme qui travaille dur est qui vend beaucoup de contrats
d’assurance
- In de bijlage, vindt u de prijzen/tarieven die u ons gevraagd hebt
= En annexe, vous trouverez les tarifs/prix que vous nous aves demandes
- Het is een probleem waarover ik je wil spreken
= C’est un problème dont je veux te parler


Ce qui, ce que

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
De reputatie van een verkoper is gebaseerd op het aantal documenten dat iemand tegen betaling verkocht heeft en de beoordelingen die voor die items ontvangen zijn. Er zijn drie niveau’s te onderscheiden: brons, zilver en goud. Hoe beter de reputatie, hoe meer de kwaliteit van zijn of haar werk te vertrouwen is.
mettejacobs
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
30
Lid sinds
1 jaar
Aantal volgers
9
Documenten
15
Laatst verkocht
1 week geleden

4,7

3 beoordelingen

5
2
4
1
3
0
2
0
1
0

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo makkelijk kan het dus zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen