politiek in Griekenland + Rome
Socrates:
De 5 fasen van Democratische Degeneratie:
1. Zwelgen in de onversneden zwijm van vrijheid → hoofdwaarde van de democratie
2. Ontstaan van 3 klassen →
- Slimme mensen gebruiken de democratie om aan de macht te komen
- Rijken profiteren vd. vrijheid
- Rest, voldoen niet aan de andere eisen
3. Corrumpering van de leider → Rijke groep ergert zich aan de politici
- Willen geen belasting betalen, regels staan in de weg van de welvaart + vrijheid
- Leider zoekt mensen uit waar hij het meeste van kan winnen
- Rijken blijven rijk, armen blijven arm
- Leider belooft het volk van alles om te helpen in hun voordeel
4. Volken laten inzien van constante bedreiging →
- Propaganda
- Constante bedreiging door andere culturen/ vluchtelingen bv.
(volk laten geloven dat er geen andere manier is en het ‘even’ zo bestuurd moet worden)
5. Volledig gerealiseerde dictatuur
Filosofie
- 4 kenmerkende vragen:
- Vragen over wat de mens voor wezen is (wat is de mens)
- Vragen over wat de toekomst brengen zal (wat mag ik hopen)
- Vragen over wat de mens uiteindelijk wel of niet kan weten (wat kan ik weten) (is wat ik
weet meteen een feit of de waarheid)
- Vragen over goed en kwaad (wat moet ik doen) (hoe moeten we samenleven)
- 3 kenmerken:
- Een zeker antwoord is niet mogelijk → twijfel blijft bestaan
- De vragen worden steeds opnieuw gesteld
- Ze gaan over het ‘uiteindelijke’ → bv. wat is uiteindelijk een stoel
Ethiek
Tak van de wetenschap die zich bezig houdt met de kritische bezinning op het juiste handelen
‘Het grote plaatje
Archaïsche tijd → Homerus – Hesiodus – Solon – Pre-Socratisch
Klassieke tijd → Herodotus – Thucydides – Plato (Socrates) – Oude Oligarch – Xenophon – Aristoteles
Hellenistische tijd → Zeno – Epicures
Romeinse tijd → Polybus – cicero – Epictetus - Marcus
1
,Politiek in de Griekse oudheid (±8e eeuw v. chr.)
- Verzameling mensen → niet stad Athene, maar Atheners, Ta politica → zaken die bij de
gemeenschap horen
- Processen van besluitvorming door ‘gelijken’
- Religieuze en sociale samenhang binnen 1 polis
- Intellectuele en ethische deugdzaamheid door zich in te zetten voor de polis → gedraagt iedereen
zich goed?
- Samenleving van eer + schaamte
- Goede morele vorming van levensbelang voor de polis
- Geen bureaucratie
- Geen overheid → alles zelf
- Geen scheiding van der machten
- Geen scheiding privé + publiek → tot 1e eeuw v. chr.
- Geen professionele strijdmacht → alles zelf
- Geen conceptie van mensenrechten → slavernij
Politiek denken in de Archaïsche tijd
Rechtvaardigheid staat centraal
Archaïsche periode (800-500)
- Bevolkingsgroei
- Kolonisatie → Ionische zee, noorden, zuiden vd. zwarte zee
- Geen sacraal koningschap→ Andere invullingen van bestuur → kleine gemeenschappen
- Verspreide lokale ontwikkeling poleis
- De sociale crisis in de 6e en 7e eeuw → Hoi Aristoi vs. Opkomst Hoplieten
- Manieren om de crisis op te lossen → Armen verkopen zichzelf → eerloos
` Politiek denken ontstaat
- Rol van de Presocraten →versterkt de rol van het kritisch denken
Hesiodus ‘werken en dagen’ (erga kai hemerai) 283 v. chr.
- ‘Als ik het zou wensen kan ik een maaltijd van je maken, of je laten gaan’… zei de Havik met een
nachtegaal in zijn klauwen → Niet rechtvaardig maar willekeur
- Rechtvaardigheid is menselijk, niet van de dieren
- Rechtvaardigheid als tegenovergestelde van ‘Hybris’ → overmoed is tegenovergestelde van
rechtvaardigheid →rechtvaardigheid is weten waar je staat in de maatschappij
- Geef wat de mensen hen toekomst
Homerus ‘Ilias en Odyssee’
- Dike(dikaiôsune) : De juiste manier → woord voor rechtvaardigheid
- Wat is politieke autoriteit
- Hoe verdeel je buit:
Held- strijder Achilles in conflict met de koning → Wie mag wat hebben? → Koning ‘claimt’
vrouw als oorlogsbuit →Achilles boos, hij krijgt de resten maar hij heeft het meest gevochten
- Rang vs. Verrichtingen → Wat zorgt voor autoriteit
2
,- Agamemnon had geen ‘respect en status’
- Belang: discussies over rechtvaardigheid
Instituties van waarden in de vroege polis
- Rechtvaardigheid als spil in onderstaande 3 cruciale pijlers van de polis:
- Collectief welzijn → ‘aandeelhouder in het publieke leven’ → plichten + privileges
- Burgerschap impliceert (een vorm van ) Gelijkheid
- Burgerschap impliceert altijd exclusie → wel of niet onderdeel van de polis
- Politieke wereld stond open voor Debat → wie bepaald de maatgevende orde
- Rechtvaardigheid als voorwaarde voor een gezonde politiek
Wat is rechtvaardigheid
- ‘krijgen wat je toekomt’ ? → Wie krijgt wat, welke eisen aan een burger?
- Focus op het bijzondere → wat betekend het voor ons → praktisch
- Rol van onrechtvaardigheid
- Rol van de Goden → wordt in discussies weggedrukt
- Als doel van de polis
- Egalitair reactie →’Het (gulden) midden’ → Hardwerkende boer
- Elitaire reactie → De helden uit Ilias en Odyssee → meer privileges voor de elite/ koning
Economisch
- Hoi Aristoi vs. Hoi Polloi → Hoe gaan rijk en arm met elkaar om ?
- Een antwoord (in Athene) → Solon : proportionele rechtvaardigheid
‘gelijke zaken voor gelijke mensen, ongelijke zaken voor ongelijke mensen’
Solon ‘de Wijze’ (630-594-560)
- Dichter
- Wetgever
- Omgaan met Aristocratische dominantie in Athene
- Inperken van de vrijheid van arm+ rijk om ‘rechtvaardigheid’ te dienen → ‘Eunomia’ (de
rechtvaardige wet)
- Seisachteia → hectemoroi tegen te gaan → jezelf als slaaf verkopen verboden
- Noodzaak van instituties → Eklesia (willekeur v. burgers) en Heliaia → vormden
volksrechtbank
3
, - Burgerschap werd geformaliseerd
Solon op het randje van de archaïsche tijd
Beide partijen waren ontevreden
Solon is 10 jaar lang gebleven om overzicht te houden over het proces → daarna vertrekt hij
Parelelle ontwikkeling: Presocratisch + Sofistiek
Mythologisch denken
- De goden en mensen delen een gemeenschappelijke geschiedenis
- Terugkomend bij Homerus + Hesiodus
- Natuurfenomenen verklaard door Goddelijke verschijnselen
- De kosmos (de orde) was in overeenstemming met de goden
- Ontluikend besef dat rechtvaardigheid mensenwerk was → geen Godenwerk
Overgang van ‘Mythos’ naar ‘logos’ → zeer geleidelijk
Het begin
- 6e eeuw v. chr. Aan de Ionische kust → Milete, Ephesus + Pergamum
- Handelssteden, op kruispunten van culturen, gewoonten + goederen
- Tijd + behoefte
- Contact met anderen
- Welstand (Aristoteles) → rijk genoeg? Tijd over
- Sedimentatie → eerst aan de zee, binnen 100 jaar omgeving veranderd
(natuurwetenschappers)
- Door zoektocht naar identiteit → waar sta ik?
- Hecataeus van Milete (logograaf) → Verklaren van de Fysische wereld → geen genoegen met
bestaande verhalen
Prestocraten
Zoeken naar het oerelement:
1. Thales van Milete (624-545) → Water
2. Anaximander (611-547) → het ‘onbepaalde’
4