Samenvatting ‘Le petit Prince’
Hoofdstuk 1
Bladzijde 5
Toen de verteller 6 jaar oud was, zag hij een mooie foto in een boek met een boa slang die een beest
inslikte. Er stond in het boek dat Boa’s dieren inslikken zonder te kauwen. De verteller maakte toen
een tekening, en vroeg aan mensen of de tekening hen bang maakte.
, Bladzijde 6
Ze vonden dat het op een hoed leek, maar het was een boa die een olifant doorslikte. En de verteller
was ontmoedigd door hen. Hij ging geen kunstenaar meer worden, maar piloot en veel contacten
gemaakt.
Bladzijde 7
Toen ontmoette hij een heldere man, en sprak met hem niet over slangen, maar over golf en politiek.
Hoofdstuk 2
Bladzijde 8
De piloot woonde alleen, tot zes jaar geleden zijn vliegtuig neerstortte in de Sahara want er was iets
mis met de motor. Hij sliep de eerste nacht in het zand, totdat hij wakker werd gemaakt door iemand
die vroeg of de piloot een schaap wilde tekenen.
Bladzijde 9
De piloot vroeg wat het gekke mannetje deed hier zo ver weg. En hij antwoorde of hij alsjeblieft een
schaap wilde tekenen. Maar de piloot tekende een boa.
Bladzijde 10
Dus de piloot tekende een schaap, maar werd meerdere malen geweigerd omdat het hoorns had.
Bladzijde 11
Toen tekende de voormalige schilder een doos dat een kassa moest voorstellen, en zei dat het
schaap erin zat. Toen was het mannetje tevreden. Toen viel hij in slaap en zo had hij ‘Le petit prince’
ontmoet.
Hoofdstuk 3
Bladzijde 12
Portret Kleine Prins
Bladzijde 13
De piloot wilde erachter komen waar hij vandaan kwam. De prins vroeg wat zijn vliegtuig moest
voorstellen. De kleine prins moest daarom lachen.
Bladzijde 14
De kleine prins gaf toe dat hij van een andere planeet kwam, en haalde hij zijn schaap uit een zak.
Bladzijde 15
De kleine prins schrok van het voorstel dat hij een touw kreeg om het schaap vast te binden. En hij
zei: het maakt niet uit, het is zo klein thuis.
Bladzijde 16
Tekening
Hoofdstuk 1
Bladzijde 5
Toen de verteller 6 jaar oud was, zag hij een mooie foto in een boek met een boa slang die een beest
inslikte. Er stond in het boek dat Boa’s dieren inslikken zonder te kauwen. De verteller maakte toen
een tekening, en vroeg aan mensen of de tekening hen bang maakte.
, Bladzijde 6
Ze vonden dat het op een hoed leek, maar het was een boa die een olifant doorslikte. En de verteller
was ontmoedigd door hen. Hij ging geen kunstenaar meer worden, maar piloot en veel contacten
gemaakt.
Bladzijde 7
Toen ontmoette hij een heldere man, en sprak met hem niet over slangen, maar over golf en politiek.
Hoofdstuk 2
Bladzijde 8
De piloot woonde alleen, tot zes jaar geleden zijn vliegtuig neerstortte in de Sahara want er was iets
mis met de motor. Hij sliep de eerste nacht in het zand, totdat hij wakker werd gemaakt door iemand
die vroeg of de piloot een schaap wilde tekenen.
Bladzijde 9
De piloot vroeg wat het gekke mannetje deed hier zo ver weg. En hij antwoorde of hij alsjeblieft een
schaap wilde tekenen. Maar de piloot tekende een boa.
Bladzijde 10
Dus de piloot tekende een schaap, maar werd meerdere malen geweigerd omdat het hoorns had.
Bladzijde 11
Toen tekende de voormalige schilder een doos dat een kassa moest voorstellen, en zei dat het
schaap erin zat. Toen was het mannetje tevreden. Toen viel hij in slaap en zo had hij ‘Le petit prince’
ontmoet.
Hoofdstuk 3
Bladzijde 12
Portret Kleine Prins
Bladzijde 13
De piloot wilde erachter komen waar hij vandaan kwam. De prins vroeg wat zijn vliegtuig moest
voorstellen. De kleine prins moest daarom lachen.
Bladzijde 14
De kleine prins gaf toe dat hij van een andere planeet kwam, en haalde hij zijn schaap uit een zak.
Bladzijde 15
De kleine prins schrok van het voorstel dat hij een touw kreeg om het schaap vast te binden. En hij
zei: het maakt niet uit, het is zo klein thuis.
Bladzijde 16
Tekening