Samenvatting boek Fiscaliteiten voor Vastgoed 3e druk 2023-2024
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1 | Inleiding belastingrecht ............................................................................................... 2
Hoofdstuk 2 | Inkomstenbelasting ...................................................................................................... 4
Hoofdstuk 3 | Vennootschapsbelasting .............................................................................................. 9
Hoofdstuk 4 | Inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting winst ..................................... 11
Hoofdstuk 5 | Overdrachtsbelasting ................................................................................................. 13
Hoofdstuk 6 | Omzetbelasting ............................................................................................................ 15
Hoofdstuk 8 | Lokale heffingen .......................................................................................................... 19
1
,Hoofdstuk 1 | Inleiding belastingrecht
Belastingrecht valt onder het bestuursrecht en is onderdeel van het Nederlandse rechtssysteem.
De overheid heeft de wettelijke bevoegdheid om belasting te heffen bij burgers.
Belasting = een verplichte bijdrage van burgers aan de overheid zonder aanwijsbare individuele
tegenprestatie.
Belastingen kunnen onderscheiden worden in:
1. Belasting op inkomen, vermogen en winst = directe belasting, omdat ze direct bij de
belastingplichtige (bedrijf of persoon) worden geheven.
2. Kostprijsverhogende belastingen = indirecte belasting, zoals omzetbelasting en
accijnzen. Deze hebben betrekking op het gebruik van goederen.
Voor onroerend goed zijn de volgende belastingen van belang:
• Inkomstenbelasting;
• Vennootschapsbelasting;
• Omzetbelasting;
• Erf- en schenkbelasting;
• Belastingen van rechtsverkeer;
• Onroerendezaakbelasting;
• Watersysteemheffingen;
• Baatbelasting;
• Verhuurderheffing.
Het belastingrecht staat niet alleen maar in wetten (belastingwetten), maar ook:
• Belastingwetten: zijn te onderscheiden in wetten, uitvoeringsbesluiten,
uitvoeringsregelingen en uitvoeringsbeschikkingen.
• Jurisprudentie: indien er sprake is van een geschil tussen een burger en de overheid.
• Belastingverdragen: Nederland heeft met een groot aantal landen
belastingverdragen gesloten om te voorkomen dat er dubbele belastingheffing
plaatsvindt.
• EU-richtlijnen: is een opdracht opgenomen voor de lidstaten om bepaalde zaken vast
te leggen in de Nationale wetgeving.
• Beleidsregels: deze regels moeten worden gepubliceerd in bijvoorbeeld de
Staatscourant.
Naast de bovengenoemde rechtsbronnen, gelden de volgende algemene beginselen van
behoorlijk bestuur:
1. Het vertrouwensbeginsel: als burger moet je kunnen vertrouwen op de juistheid
van bijvoorbeeld een uitspraak.
2. Het gelijkheidsbeginsel: gevallen dienen gelijk behandeld te worden. Ongelijke
behandeling mag alleen als er objectief een redelijke rechtvaardigingsgrond voor is.
3. Het zorgvuldigheidsbeginsel: de belastingdienst dient feiten nauwkeurig te
onderzoeken. Zo dienen er externe adviezen te worden ingewonnen, voordat er een
definitief besluit kan worden genomen.
4. Het motiveringsbeginsel: de belastingdienst dient een genomen besluit toe te
lichten aan een burger.
Er wordt voor de heffing van belasting onderscheid gemaakt tussen:
2
, 1. Aanslagbelasting: belastingplichtige doet aangifte en de belastinginspecteur legt
een aanslag op (inkomstenbelasting). > ik jaarlijks
2. Aangiftebelasting: belastingplichtige dienst zelf de hoogte van de belastingschuld te
bepalen en het betreffende bedrag te betalen (omzetbelasting). > Remix Interior
Design
Indien je geen aangifte doet, kan je een verzuimboete (geen opzet) of een vergrijpboete
(opzet).
Belastingheffing heeft twee verschillende functies:
1. Budgettaire functie: opbrengst van de belastingheffing wordt gebruikt om
collectieve goederen en diensten te financieren. Voorbeelden: rechtspraak, politie,
wegennet en de sociale zekerheid.
2. Instrumentele functie: belastingopbrengst wordt gebruikt als instrument voor
inkomensverdeling (verdelingsfunctie), bescherming nationale bedrijvigheid dit
bijvoorbeeld met subsidies om te stimuleren (allocatiefunctie), conjunctuurbeleid
(stabilisatiefunctie) of het stimuleren van milieuvriendelijk, gezond of sociaal gedrag
(gedragseffecten).
In het belastingrecht zijn verschillende beginselen van heffing te onderscheiden:
• Draagkrachtbeginsel: de sterkste schouders dragen de zwaarste lasten.
Bijvoorbeeld: oplopende tarieven in box 1 van de inkomstenbelasting.
• Profijtbeginsel: die profiteert van overheidsvoorzieningen moet daarvoor betalen.
Bijvoorbeeld: motorrijtuigenbelasting.
• Vervuiler betaalt: accijnzen op benzine, tabak of alcohol.
• Bevoorrechte verkrijging: indien je de loterij wint of een erfenis verkrijgt moet je er
belasting voor betalen.
3
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1 | Inleiding belastingrecht ............................................................................................... 2
Hoofdstuk 2 | Inkomstenbelasting ...................................................................................................... 4
Hoofdstuk 3 | Vennootschapsbelasting .............................................................................................. 9
Hoofdstuk 4 | Inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting winst ..................................... 11
Hoofdstuk 5 | Overdrachtsbelasting ................................................................................................. 13
Hoofdstuk 6 | Omzetbelasting ............................................................................................................ 15
Hoofdstuk 8 | Lokale heffingen .......................................................................................................... 19
1
,Hoofdstuk 1 | Inleiding belastingrecht
Belastingrecht valt onder het bestuursrecht en is onderdeel van het Nederlandse rechtssysteem.
De overheid heeft de wettelijke bevoegdheid om belasting te heffen bij burgers.
Belasting = een verplichte bijdrage van burgers aan de overheid zonder aanwijsbare individuele
tegenprestatie.
Belastingen kunnen onderscheiden worden in:
1. Belasting op inkomen, vermogen en winst = directe belasting, omdat ze direct bij de
belastingplichtige (bedrijf of persoon) worden geheven.
2. Kostprijsverhogende belastingen = indirecte belasting, zoals omzetbelasting en
accijnzen. Deze hebben betrekking op het gebruik van goederen.
Voor onroerend goed zijn de volgende belastingen van belang:
• Inkomstenbelasting;
• Vennootschapsbelasting;
• Omzetbelasting;
• Erf- en schenkbelasting;
• Belastingen van rechtsverkeer;
• Onroerendezaakbelasting;
• Watersysteemheffingen;
• Baatbelasting;
• Verhuurderheffing.
Het belastingrecht staat niet alleen maar in wetten (belastingwetten), maar ook:
• Belastingwetten: zijn te onderscheiden in wetten, uitvoeringsbesluiten,
uitvoeringsregelingen en uitvoeringsbeschikkingen.
• Jurisprudentie: indien er sprake is van een geschil tussen een burger en de overheid.
• Belastingverdragen: Nederland heeft met een groot aantal landen
belastingverdragen gesloten om te voorkomen dat er dubbele belastingheffing
plaatsvindt.
• EU-richtlijnen: is een opdracht opgenomen voor de lidstaten om bepaalde zaken vast
te leggen in de Nationale wetgeving.
• Beleidsregels: deze regels moeten worden gepubliceerd in bijvoorbeeld de
Staatscourant.
Naast de bovengenoemde rechtsbronnen, gelden de volgende algemene beginselen van
behoorlijk bestuur:
1. Het vertrouwensbeginsel: als burger moet je kunnen vertrouwen op de juistheid
van bijvoorbeeld een uitspraak.
2. Het gelijkheidsbeginsel: gevallen dienen gelijk behandeld te worden. Ongelijke
behandeling mag alleen als er objectief een redelijke rechtvaardigingsgrond voor is.
3. Het zorgvuldigheidsbeginsel: de belastingdienst dient feiten nauwkeurig te
onderzoeken. Zo dienen er externe adviezen te worden ingewonnen, voordat er een
definitief besluit kan worden genomen.
4. Het motiveringsbeginsel: de belastingdienst dient een genomen besluit toe te
lichten aan een burger.
Er wordt voor de heffing van belasting onderscheid gemaakt tussen:
2
, 1. Aanslagbelasting: belastingplichtige doet aangifte en de belastinginspecteur legt
een aanslag op (inkomstenbelasting). > ik jaarlijks
2. Aangiftebelasting: belastingplichtige dienst zelf de hoogte van de belastingschuld te
bepalen en het betreffende bedrag te betalen (omzetbelasting). > Remix Interior
Design
Indien je geen aangifte doet, kan je een verzuimboete (geen opzet) of een vergrijpboete
(opzet).
Belastingheffing heeft twee verschillende functies:
1. Budgettaire functie: opbrengst van de belastingheffing wordt gebruikt om
collectieve goederen en diensten te financieren. Voorbeelden: rechtspraak, politie,
wegennet en de sociale zekerheid.
2. Instrumentele functie: belastingopbrengst wordt gebruikt als instrument voor
inkomensverdeling (verdelingsfunctie), bescherming nationale bedrijvigheid dit
bijvoorbeeld met subsidies om te stimuleren (allocatiefunctie), conjunctuurbeleid
(stabilisatiefunctie) of het stimuleren van milieuvriendelijk, gezond of sociaal gedrag
(gedragseffecten).
In het belastingrecht zijn verschillende beginselen van heffing te onderscheiden:
• Draagkrachtbeginsel: de sterkste schouders dragen de zwaarste lasten.
Bijvoorbeeld: oplopende tarieven in box 1 van de inkomstenbelasting.
• Profijtbeginsel: die profiteert van overheidsvoorzieningen moet daarvoor betalen.
Bijvoorbeeld: motorrijtuigenbelasting.
• Vervuiler betaalt: accijnzen op benzine, tabak of alcohol.
• Bevoorrechte verkrijging: indien je de loterij wint of een erfenis verkrijgt moet je er
belasting voor betalen.
3
