ONCOLOGISCHE ZORG
WEEK 4
,Inhoudsopgave
J.A. van Spil, H.A.M. van Muilekom, B.F.H. van de Walle-van de Geijn (2013) Oncologie; Handboek voor
verpleegkundigen en andere hulpverleners; Bohn Stafleu van Loghum, Houten ........................................... 2
H-6 Chirurgie ...................................................................................................................................................... 2
6.2 Technieken .............................................................................................................................................. 2
6.3 Therapiekeuze en toepassing .................................................................................................................. 2
6.4 Complicaties ............................................................................................................................................ 4
H-7 Radiotherapie .............................................................................................................................................. 4
7.2 Ioniserende straling ................................................................................................................................. 4
7.3 Uitwendige bestraling ............................................................................................................................. 5
7.4 Inwendige bestraling met gesloten bronnen ........................................................................................ 10
7.5 Stralingshygiëne .................................................................................................................................... 11
Hoofdstuk 19 Hoofd-hals oncologie paragraaf 19.1 t/m 19.12 ....................................................................... 12
19.1 Inleiding ............................................................................................................................................... 12
19.2 Algemeen ............................................................................................................................................ 12
19.3 Mondholtecarcinoom .......................................................................................................................... 12
19.4 Orofarynxcarcinoom............................................................................................................................ 15
19.5 Nasofarynxcarcinoom.......................................................................................................................... 16
19.6 Hypofarynxcarcinoom ......................................................................................................................... 17
19.7 Larynxcarcinoom ................................................................................................................................. 18
19.8 Neus-/neusbijholtecarcinoom ............................................................................................................. 20
19.9 Speekselkliercarcinoom....................................................................................................................... 21
19.10 Halskliermetastasen .......................................................................................................................... 22
19.11 Tweede primair carcinoom ............................................................................................................... 23
19.12 Recente therapeutische ontwikkelingen ........................................................................................... 23
H-16 Gastro-intestinale oncologie ................................................................................................................... 23
Leerboek oncologie (2017) C.J.H.van de Velde, W.T.A. van der Graaf, J.H.J.M. van Krieken, C.A.M.Marijnen,
Bohn Stafleu van Loghum, Houten ............................................................................................................... 24
Hoofdstuk 16 Hoofd-halstumoren paragraaf 16.1 t/m 16.15 .......................................................................... 24
Hoofdstuk 18.7.2 Chirurgie (oesophagus) ........................................................................................................ 24
Hoofdstuk 18.7.5 Palliatieve behandeling........................................................................................................ 24
Hoofdstuk 20.2.3 Secundaire levertumoren: metastasen ................................................................................ 24
Hoofdstuk 38 ‘Voeding en de patiënt met kanker’ ........................................................................................... 25
38.1 Voeding en preventie van kanker........................................................................................................ 25
38.2 Voeding bij kanker en behandeling ..................................................................................................... 25
38.3 Voeding in de periode van nazorg en overleving ................................................................................ 26
Uitwerking leerdoelen .................................................................................................................................. 27
Aantekeningen hoorcollege .......................................................................................................................... 37
KNO Hoofdhals oncologie ................................................................................................................................ 37
Verpleegkundige zorg ...................................................................................................................................... 48
Voeding bij kanker............................................................................................................................................ 51
1
,J.A. van Spil, H.A.M. van Muilekom, B.F.H. van de Walle-van de Geijn (2013) Oncologie;
Handboek voor verpleegkundigen en andere hulpverleners; Bohn Stafleu van Loghum,
Houten
H-6 Chirurgie
6.2 Technieken
Men streeft naar verwijdering van de gehele tumor met daaromheen een marge gezond weefsesl.
Norman hangen af van een aantal factoren:
• Anatomische grenzen
o Niet altijd mogelijk marge gezond weefsel mee te nemen.
• Cosmetische effecten
o Terughoudend opstellen
• Ervaring van chirurg.
Gevaar bij chirurgie= tumorcellen raken los en komen in bloedbaan terecht= iatrogene metastasering.
Behalve chirurgie met mes nog andere technieken:
• Cryochirurgie
o Tumor bevriezen met vloeibare stikstof
• Elektrocoagulatie
o Tumorweefsel wegbranden
• Lasercoagulatie
o Met laserbelichting selectieve tumorceldood bewerkstelligen
• Radio frequent ablation (RFA)
o D.m.v. hoogfrequente radiogolven tumor verhitten tot 80 graden waardoor het afsterft.
o Meest bij nier/lever/longmetastasen of primaire tumoren
• Minimaal invasieve chirurgie
o Laparoscopische operatie ofwel kijkoperatie.
• Robotchirugie
o M.b.v. op afstand bestuurbare robot die nauwkeurig werkt.
6.3 Therapiekeuze en toepassing
Bij elke tumor vaststellen of chirurgie meest aangewezen therapievorm is. Hierbij kijkt men naar:
• Type tumor
• Locatie tumor
• Tumoreigenschappenà groeisnelheid, differentiatie, kans op metastasering,
metastaseringspatroon.
• Mate van ingroei in omliggende weefsels.
• Conditie patiënt
• Kwaliteit van leven na de ingreep
• Wensen van patiënt.
6.3.1 Diagnostische en stadiëringschirurgie
• Soms om diagnose vast te stellen is een stukje weefsel nodigà soms via operatieve ingreep dit
verkrijgen.
• Schildwachtklierbiopsie.
• Mamma en prostaatcarcinoom, melanoom en tumoren van genitaliën.
6.3.2 Preventieve chirurgie
• Operatie om kanker tegen te gaan.
• Voorkomen van cervixcarcinoomà operatief ingrijpen.
• Mastectomie/ovariëctomie/tubectomie bij erfelijke aandoeningen.
• Verwijderen darmpoliepen
2
, 6.3.3 Curatieve chirurgie
• Tumor in zijn geheel proberen te verwijderen.
• (regionale) lymfeklieren ook meenemen.
• Grote ingrepen met soms omvangrijke mutilatie.
• Huidtumorenà ruime uitsnijding i.v.m. niet herkenbare tumorinfiltratie.
• Bij krappe excisie toch maligniteit bekendà hele wondgebied met randen weghalen met een re-
excisie.
6.3.4 Palliatieve chirurgie
• Symptomatische behandeling met het doel om de tumor te verkleinen of complicaties te
reduceren of de kwaliteit van leven te verbeteren.
• Metastasectomie.
• Voorkomen complicaties
• Bestrijding complicaties
o Bloeding door tumoringroei
o Bot- of wervelmetastasen
o Ruimte-innemende processen in de buik
§ Gedeelte darm indrukken
§ Ascitesvorming
§ Leiden tot ernstige icterus
o Vernauwing trachea
• Spoedeisende oncologische chirurgie
o Verminderen dreigende symptomen.
o Gastro-intestinale bloedingen, dreigende blow-out, compressie spinale ruimte of
tumordoorgroei in vitale bloedvaten.
6.3.5 Reconstructieve chirurgie
• Plastische chirurgie bij curatieve OK hoofd-halsgebied, borstamputatie, verwijdering genitaliën
voor cosmetische en functionele verbeteringen.
6.3.6 Chirurgie als hormonale therapie
• Ingrijpen in hormoonhuishouding zodat tumor door veranderd hormonaal milieu in regressie
gaat.
6.3.7 Combinatiechirurgie
= operatie in combi met andere behandelingsvorm.
Chirurgie in combi met chemo- of immunotherapie
• Voor, tijdens of na behandeling met chirurgie zo veel mogelijk tumorweefsel wegnemen.
• Debulking
o Tumormassa kleiner maken vóór de chemotherapie.
o Beter effect.
o Vooral bij ovariumcarcinoom
• Second look
o Bij patiënten met volledige behandeling met cytostatica.
o D.m.v. kijken, nemen biopt of spoelen buikholte.
o Hierna kijken voor complete remissie.
o Vooral bij intra-abdominale maligniteiten.
• Inbrengen katheters
o Arteriële infusie
§ CAD in arterie die het gebied van tumor voorziet van bloed.
§ Cytostatica gelijk in tumor
3