ahimsā (non-harming):
Ahimsā betekent letterlijk "niet-schaden" en is een ethisch principe dat geweldloosheid en het vermijden
van schade aan alle levende wezens benadrukt. Het is een centrale waarde in het Boeddhisme en andere
Indiase religies zoals het Hindoeïsme en Jainisme.
anātman (‘no self’ doctrine):
Anātman of anatta is de leer van het "niet-zelf" en stelt dat er geen onveranderlijke, eeuwige ziel of zelf
bestaat. Volgens deze doctrine bestaat het individu uit een verzameling voortdurend veranderende
fysieke en mentale elementen.
bodhisattvas:
Bodhisattvas zijn wezens die verlichting hebben bereikt of dicht bij verlichting zijn, maar ervoor kiezen
om in de cyclus van samsāra te blijven om anderen te helpen verlichting te bereiken. In het Mahāyāna
Boeddhisme worden bodhisattvas vereerd en gezien als belichamingen van mededogen.
Buddha nature:
Buddha nature (Boeddhanatuur) is het concept dat alle levende wezens het potentieel hebben om
Boeddha te worden. Het verwijst naar een inherent zuivere natuur die bedekt is door onwetendheid en
verlangens, maar die door spirituele beoefening kan worden onthuld.
Buddha’s life:
De Boeddha, geboren als Siddhartha Gautama, was een prins die de wereldlijke luxe verliet om de
oorzaak van het lijden te begrijpen. Na jaren van ascese bereikte hij verlichting onder de Bodhi-boom en
onderwees de rest van zijn leven de Dharma om anderen te helpen hetzelfde te bereiken.
cosmology:
Boeddhistische kosmologie beschrijft een universum met verschillende rijken van bestaan, waaronder
goden, mensen, dieren, geesten en hellewezens. Deze rijken worden beïnvloed door karma en worden
gezien als tijdelijke verblijven in de cyclus van wedergeboorte.
, craving (trsna):
Trsna, of dorst, is een fundamenteel concept in het Boeddhisme dat verwijst naar het verlangen of de
hunkering die lijden veroorzaakt. Het wordt beschouwd als de oorzaak van samsāra en moet worden
overwonnen om verlichting te bereiken.
dependent origination:
Dependent origination (pratītyasamutpāda) is het principe dat alle verschijnselen ontstaan in wederzijdse
afhankelijkheid. Dit betekent dat niets op zichzelf bestaat, maar altijd afhankelijk is van andere oorzaken
en omstandigheden.
desire:
Desire (verlangen) is een breder begrip dat zowel positieve als negatieve verlangens kan omvatten. In het
Boeddhisme wordt verlangen meestal gezien als iets dat leidt tot gehechtheid en lijden, en moet worden
getransformeerd of overwonnen.
Dharma (teachings):
Dharma verwijst naar de leringen van de Boeddha, die de weg naar verlichting en de natuur van de
werkelijkheid beschrijven. Het omvat morele voorschriften, meditatiepraktijken, en filosofische
doctrines.
emptiness:
Emptiness (śūnyatā) is een fundamenteel concept in het Mahāyāna Boeddhisme dat stelt dat alle
verschijnselen leeg zijn van inherent bestaan. Dit betekent dat ze geen zelfstandige, permanente essentie
hebben en alleen bestaan in afhankelijkheid van andere factoren.
enlightenment:
Enlightenment (verlichting) is de staat van volledig ontwaken en bevrijding van samsāra. Het omvat het
volledig begrijpen van de Vier Edele Waarheden, het overwinnen van verlangen en onwetendheid, en
het realiseren van nirvana.
Four Noble Truths:
De Vier Edele Waarheden zijn de kern van de Boeddhistische leer: