* Tot 3000v. Chr.
* De Prehistorie
* Tot 3000 v. Chr.
* Op de achtergrond zie je een grottekening van een hertenjacht. Op
de voorgrond zie je een aardewerken pot (klokbeker). Deze twee
afbeeldingen staan voor de leefwijze van mensen in de prehistorie:
jagen-verzamelen en landbouw.
Dit tijdvak heeft drie kenmerkende aspecten:
1 De levenswijze van jagers-verzamelaars
De jagers-verzamelaars leefden van de jacht en van het verzamelen van voedsel. Ze
woonden daarom ook niet op één plek maar trokken rond in kleine groepen van 10-25
mensen. Ze bouwden een tijdelijk kamp en vanuit dit onderkomen gingen ze op zoek naar
eten. Als voornaamste voedsel hadden zij vlees, vis, vruchten, noten en wortels. Wanneer
het voedsel dreigde op te raken, trokken ze naar een volgend gebied waar wel genoeg
voedsel was of waar betere weersomstandigheden waren. De jagers-verzamelaars waren
de eerste mensen die stenen werktuigen maakten.
Jagers-verzamelaars: groepen mensen in de prehistorie die leefden van de jacht en wat ze
in de natuur vonden. Ze waren nomaden en trokken rond in kleine groepen, op zoek naar
voedsel.
Prehistorie: letterlijk ‘Voor Geschiedenis’.De periode waarin de mensen in een bepaald
gebied geen schrift kennen en gebruiken.
Paleolithicum: Oude Steetijd, de periode waarin de jagers-verzamelaars leefden.
Op deze afbeelding zie je duidelijk dat de jagers-
verzamelaars een tijdelijk tentenkamp bouwden.
Ook zie je speren met stenen pijlpunten liggen wat
kenmerkend is voor deze mensen omdat zij de
eersten waren die deze maakten. De vrouwen op de
achtergrond hebben uit het bos voedsel verzameld.
2 Het ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen
Rond 20000 voor Chr. was het klimaat in het Midden-Oosten zodanig gunstig dat er
plaatselijk voedsel in overvloed was. Daardoor hoefden de mensen daar niet rond te
trekken. Het klimaat heeft dus invloed gehad op het ontstaan van de landbouw. Vanuit de
Vruchtbare Halvemaan werd de kennis van landbouw verspreid naar Europa. De mensen
werden boeren en hiermee brak een nieuwe tijd aan: het Neolithicum. De overgang naar
een agrarische samenleving had grote gevolgen. De bevolking groeide sneller, mensen
leefden sedentair en boeren gebruikten andere werktuigen en maakten aardewerk. Maar de
mensen leefden ook met meer bij elkaar dan bij de jagers- verzamelaars. Rond 5300 v. Chr.
vestigden de eerste boeren zich in Nederland.
Agrarisch: wat betrekking heeft op landbouw.
Landbouwsamenleving: samenleving waarin het allergrootste deel van de bevolking leeft
van de landbouw.
Irrigatielandbouw: landbouw waarbij op kunstmatige wijze water naar de akkers wordt
geleid.
Neolithicum: Nieuwe Steentijd. De periode waarin de mensen leven van de landbouw.
Neolithische Revolutie: de overgang van jagen en verzamelen naar landbouw in de
nieuwe Steentijd. Dit gebeurde rond 11000 v. Chr. in het Midden-Oosten, mogelijk