Neoclassicisme.
- Duidelijke en scherpe vormen.
- Statisch.
- Koele, vlakke kleuren.
- Eenvoudige composities.
- Symboliek is belangrijk.
- Kunstenaars grijpen terug op klassieke oudheid.
Romantiek.
- Eclecticisme = verschillende stijlen in één gebouw.
- Hang naar de natuur, het fantastische en exotische.
- Uitdrukking persoonlijke emoties en gedachten.
- Clair-obscur = lichtdonkercontrast.
- Symbolen spelen een grote rol (heldhaftigheid, nationalistisch).
- Dynamiek benadrukt emoties.
- Historische thema’s, dramatische gebeurtenissen.
Realisme.
- Technische vooruitgang in constructies van gebouwen.
- Glas, gietijzer een staal blijven zichtbaar.
- Sombere kleuren.
- En plein air = ter plaatse schilderen.
- Nadruk op alledaags leven arbeiders.
- Contraposthouding = gewicht op één been, andere been in ruststand en half
gebogen.
Impressionisme.
- Fotografie als hulpmiddel (kleuren veranderen).
- En plein air = ter plaatse schilderen.
- Lichtval.
- Stemming van een bepaald moment weergeven.
- Japonisme.
- Dynamisch, levensecht en expressief.
- Zuivere kleuren.
Pointillisme.
- Herstructurering.
- Schilderijen opgebouwd uit puntjes.
- Zuivere kleuren.
- Weergeven van sfeer en lichtval.
, Postimpressionisme.
- Onrealistisch kleurgebruik.
- Persoonlijke visie van de kunstenaar.
- Afwijzing impressionisme.
- Op zoek naar nieuwe uitbeeldingsvormen.
Symbolisme.
- Fel kleurgebruik.
- Kleurcontrasten (warmkoud, lichtdonker).
- Lijnperspectief (onrustig, nerveus).
- Weergave emoties/ziel kunstenaar.
Jugendstil.
- Voorbeeld: Sagrada Familia.
- Plantmotieven en natuurlijke elementen.
- Kostbare materialen.
- Slingerende lijnen.
- Ambachtelijk (glas-in-lood).
- Decoratief.
- Inspiratie uit middeleeuwen en Japanse kunst.
Art deco.
- Toegepaste kunst.
- Geometrische vormen.
- Primaire kleuren.
- Ambacht en luxe materialen.
Expressionisme.
- Opvallende torens en verschillende kleuren baksteen.
- Sociale betrokkenheid.
- Gevoel uitdrukken.
- Organische vormgeving.
- Fauvisten : complementair contrast, krachtige toetsen, dikke laag verf (pasteus) en
gevoelens.
- Die Brücke : seksualiteit en corruptie, globaal en onduidelijk, hoekige vormgeving
(houtsnede).
- Der Blaue reiter.
Kubisme.
- Geometrische vormen, geen perspectief.
- Geabstraheerde beelden.
- Verschillende aanzichten tegelijkertijd weergeven.
- Collage en assemblage.
- Beelden afgeleid uit basisvormen.