Uitwerkingen wg 9 DB 2

Uitwerkingen week 9

Vraag 1
Bepaal van de navolgende structuur welke theoretische fiscale-eenheidscombinaties wel
of niet mogelijk zijn en beargumenteer waarom deze al dan niet mogelijk zijn:




Een fiscale eenheid is op grond van art. 15 lid 1 Vpb mogelijk indien de moedervennootschap
in de dochter 95% van het nominaal gestorte kapitaal in juridische en economische
eigendom heeft. Daarnaast moet dat bezit 95% van de statutaire stemrechten in de
dochtermaatschappij vertegenwoordigen. Ook moet het bezit recht geven op 95% van de
winst en het vermogen.

Art. 15 lid 3 wet Vpb bepaalt dat de moeder het 95% belang niet rechtstreeks hoeft te
bezitten, maar dat dit ook middellijk kan via een dochter.

Zit een fout in de vraag: belang in C is meer dan 100%. Nieuwe casus: X heeft 5% in C, B
heeft 90% in C en Z heeft 5% in C. Is het mogelijk dat een andere maatschappij dan A de
moedermaatschappij is?  nee. Alle combinaties beginnen dus met ‘A’.

A-B kunnen fiscale eenheid aangaan.
A-Z kunnen fiscale eenheid aangaan.
A-X kunnen fiscale eenheid aangaan.
A-B-Z kunnen fiscale eenheid aangaan.
A-B-X kunnen fiscale eenheid aangaan.
A-X-B-Z kunnen fiscale eenheid aangaan.




1