1
,INLEIDING - begrippen
Mens = sociaal wezen → Leeft in groep (= gemeenschap = doelmatig samenlevingsverband = une
société)
• Gezag = noodzakelijk
• In een Staat: uitgeoefend door de overheid
• Conflict tussen individuele vrijheid & gezag + tussen burger & bestuur
• Oplossing in Westerse wereld: Rechtsstaat
Rechtsstaat
= het regime waarin de gezagsdragers zijn gebonden door het objectieve recht waarvan zij toepassing
moeten verzekeren, en hun macht is beperkt door de individuele rechter van de burgers.
→ politiestaat = het regime waarin de gezagsdragers een principieel onbegrensde macht
hebben, een onbeperkte bevoegdheid om het maatschappelijk leven geheel te regelen,
desnoods met geweld.
Kenmerkend rechtsstaat:
• Administratief legaliteitsbeginsel: gebondenheid van de overheid aan het recht als zodanig
1. Elk overheidsoptreden moet een juridische grondslag hebben
= het toegewezen karakter van de bevoegdheden van de overheid
2. Rechtmatigheidsbeginsel
= de administratieve overheidshandelingen moeten overeenstemmen met elke
rechtsregel van een hogere rang (materiële wetten, het gewoonterecht en de
algemene rechtsbeginselen)
Legaliteitsbeginsel vereist handhaving:
• Noodzaak aan rechtsdwang
• Rechtsdwang soms niet mogelijk
• Conclusie:
o Afdwinging van het recht moet ruimer worden bekeken dan de letterlijke dwang tot
rechtsconform gedrag
o Afdwinging van het recht moet worden beschouwd als het aanwenden van
technieken om rechtsschendingen te voorkomen (= rechtshandhaving ) of te
herstellen (= sanctionering)
• Rechtsbescherming= het geheel van technieken die erop gericht zijn te voorkomen dat
rechten worden geschonden en/of geschonden rechten te herstellen
2
,Rechtsbescherming tegen de overheid:
• Overheid = belast met de behartiging van het algemeen belang
• Belang rechtsbescherming tegen overheid toegenomen
o 19e eeuw: nachtwaker → taak beperkt tot handhaven openbare orde en veiligheid
o 20ste eeuw: verzorgingsstaat → Actievere rol OH in sociale en economische leven
o Probleem: enkel de overheid kan voorzien in rechtsbescherming tegen de overheid
(dus tegen haar eigen optreden)
• Overheid = feitelijk + juridisch veel machtiger dan de individuele burger
• Cf. Instrument van de administratieve rechtshandeling = bestuurshandeling
• Eenzijdig verbindende beslissingen
• Zij schept gezagshalve, dit is zonder toestemming van de betrokkene, rechten
en verplichtingen
• Privilège de la décision exécutoire
• Onmiddelijke uitvoerbaarheid
• Wijzigt de rechtsorde door haar enkele uitvaardiging
• Gedwongen tenuitvoerlegging: slechts mogelijk indien de wet daarin voorziet
• De overheid kan de rechtsonderhorige maar met dwang aanzetten tot
gehoorzaamheid nadat een rechter haar daartoe de toestemming heeft
gegeven.
• Privilège du préalable (‘voorrecht van het voorafgaande’) → obéir d’abord, réclamer
ensuite
• Een administratieve beslissing wordt gelijkvormig te zijn met de wet ->
rechtmatigheid moet evenwel bewezen worden
• Omkering procesinitiatief: de burger moet een overheidsbevel in beginsel
gehoorzamen, ook al is het onwettig. Hij moet zich tot de rechter wenden
wanneer hij meent dat een overheidsbeslissing niet rechtmatig is.
→ De gehoorzaamheidsplicht blijft bestaan zolang de rechter daar niet
anders over heeft beslist
• Bestuursgeschil = geschillen tussen burger en bestuur of tussen besturen onderling over
handelingen die in beginsel uitgaan van een administratieve overheid en door het
publiekrecht worden beheerst.
3
,Technieken van rechtsbescherming
Preventieve rechtsbescherming vs. rechtsbescherming a posteriori
Rechtsbescherming door:
➔ “Wetgevende” overheid (vertegenwoordigende organen) → politieke rechtsbescherming
• Administratieve overheid → administratieve rechtsbescherming
• Jurisdictionele overheid → jurisdictionele rechtsbescherming
Einddoel: rechtsherstel
Kwaliteit van de rechtsstaat staat of valt met de kwaliteit v/d geboden rechtsbescherming
Rechtsbescherming bereikt doel pas ten volle indien zij leidt tot rechtsherstel
= ongedaan maken van rechtsverstoring door creëren van een toestand zoals deze zou hebben
bestaan indien er geen rechtsverstoring was geweest
• Rechtsherstel: repressief optreden (recht is reeds geschonden)
o In natura
o Bij equivalent = schadevergoeding
• Rechtsbescherming; repressief (geschillen reeds ontstaan) + preventief (voorkomen van
geschillen
HOOFDSTUK 1: PREVENTIEVE RECHTSBESCHERMING
Afdeling 1: Inleiding
Uitbouw “administratieve procedure in niet-betwiste zaken”
= het geheel van modaliteiten die het bestuur in acht moet nemen bij het uitwerken van een
bestuurshandeling
• Doel: zorgvuldige besluitvorming
• Toepassing: formele inspraakmogelijkheden voor de burger
• Toepassing: beginselen van behoorlijk bestuur
4
, Evolutie:
• Algemeen deel bestuursrecht, maar nog geen “algemene wet bestuursrecht”
• Belangrijke plaats voor rechtspraak: beginselen van behoorlijk bestuur
• Wetgevende initiatieven:
o Disparate materiegebonden bepalingen
= specifieke regels, waarvan de toepassing beperkt blijft tot die specifieke
materie die in de desbetreffende wetgeving wordt geregeld
o Algemene wetgevende initiatieven: formele motiveringsplicht en
openbaarheidswetgeving
= niet materie/sector gebonden (niet enkel toepasbaar in 1 rechtstak)
• Traditioneel vooral aandacht voor repressieve rechtsbescherming
o Een zorgvuldig tot stand gekomen bestuurshandeling zal in de regel minder tot
geschillen aanleiding geven dan een slordig optreden.
o In de regelgeving wordt steeds vaker formeel ruimte gelaten voor de
rechtszoekende om reeds tussen te komen in het besluitvormingsproces nog
voor de bestuurshandeling definitief is gestart
▪ vb. openbare onderzoeken
HOOFDSTUK 2: RECHTSBESCHERMING A POSTERIORI
Afdeling 1: Inleiding
Rechtsbescherming a posteriori = rechtsbescherming eens een bestuurshandeling is gesteld
Indeling naargelang instantie die rechtsbescherming biedt:
• Politieke rechtsbescherming
• Administratieve rechtsbescherming
• Jurisdictionele rechtsbescherming
(-> verschil niet altijd duidelijk aangezien sommige organen verschillende soorten bevoegdheden
hebben)
Afdeling 2: Politieke rechtsbescherming
= bescherming door democratisch verkozen organen op de diverse beleidsniveaus
Bv. De Kamer van Volksvertegenwoordigers en de Senaat, de diverse deelstatenparlementen, de
provincieraden, de gemeenteraden, …
5