Didactiek Frans
Inhoudsopgave
1. Vormen van vreemdetaalonderwijs..............................................................1
1.1. Taalinitiatie.............................................................................................................. 1
1.2. Talensensibilisering.................................................................................................. 2
1.3. Immersie en CLIL..................................................................................................... 2
2. Prentenboeken...........................................................................................2
2.1. Inleiding................................................................................................................... 3
2.2. Waarom................................................................................................................... 3
2.3. Criteria en soorten................................................................................................... 3
2.4. Lesopbouw............................................................................................................... 4
2.5. Voorbeelden............................................................................................................. 7
2.6. Prentenboeken en poezië........................................................................................7
3. Taalspellen................................................................................................. 8
3.1. Waarom?.................................................................................................................. 8
3.2. Criteria..................................................................................................................... 8
3.3. Soorten spellen........................................................................................................ 8
3.4. Lesopbouw............................................................................................................... 9
4. Comptines et chansons.............................................................................10
4.1. Waarom?................................................................................................................ 10
4.2. Criteria................................................................................................................... 11
4.3. Soorten liedjes....................................................................................................... 12
4.4. Verwerkingsactiviteiten.......................................................................................... 13
4.5. Voorbeelden........................................................................................................... 14
5. Frans: van basis naar secundair................................................................14
5.1. Focus op communicatie.........................................................................................15
5.2. handboeken........................................................................................................... 15
5.3. Eindtermen 1e graad SO........................................................................................15
5.4. Struikelblok: schrijfvaardigheid..............................................................................17
5.5. B-stroom................................................................................................................ 18
5.5.1. 1A vs 1B.......................................................................................................... 18
5.6. Tips om brug te maken..........................................................................................19
1. Vormen van vreemdetaalonderwijs
1.1. Taalinitiatie
Doel initiatie Frans
1
, 1. Motivationeel doel: plezier beleven aan de kennismaking met het Frans,
zelfvertrouwen en spreekdurf bij het (spontaan) gebruiken van de taal
2. Talig doel: speels exploreren van de taal, impliciet woordenschat/grammatica
verwerven, onbewust kennismaken met klanken en uitspraak
3 fasen voor de opbouw van een activiteit taalinitiatie.
Herhalen, herkennen, actief gebruiken
*Le dîner fantôme. Het spook Henri nodigt zijn vrienden uit en bereidt een maaltijd.
Bij elk gerecht veranderen de spoken van kleur. Een heel leuk boekje om te werken
rond kleuren en voedingsmiddelen.
Bij taalinitiatie komt er nog geen schriftbeeld aan bod. De focus ligt op de mondelinge
vaardigheden.
1.2. Talensensibilisering
Interessant lesmateriaal voor de basisschool:
- Talen op een kier
- met lesfiches en lesmateriaal over verschillende thema’s
- aanwezig in Cocon
1.3. Immersie en CLIL
CLIL = Content Language Integrated
Immersie = aantal vakken in het nederlands Learning
gegeven worden.
- Niet in Vlaanderen, maar populair in - Franse term: EMILE = Enseignement
Wallonië de Matières par Intégration d’une
- Minstens 1/2, max. 3/4 in de vreemde taal Langue Etrangère
- Onderdompeling (‘taalbad’): imitatie - In Vlaanderen in secundair onderwijs
natuurlijk leerproces - Onderwijs van bepaald vakgebied in
- Langdurig, volgehouden aanpak vreemde taal, max. 20% van de
- Leerkracht = native speaker lestijden
- Verplicht parallel Nederlandstalig
traject
- In Frans, Engels of Duits
2. Prentenboeken
Fan van Frans p. 310-325
2
, 2.1. Inleiding
› Als je aan de slag wil met een prentenboek in de basisschool, dan moeten de
woordenschat en structuren (grammatica) zich beperken tot de basis.
NIET JUIST. Kritisch kijken naar de boeken dat wel.
› Je moet steeds rekening houden met de leeftijd die vermeld staat op het
prentenboek (vb. 10-12 jaar voor 5e-6e leerjaar).
NIET JUIST, Het kan ook jonger. Massa’s prentenboeken rond kleuren
bijvoorbeeld.
› Je leest het prentenboek best altijd zelf voor. JUIST
2.2. Waarom
- ontwikkelen lees- en luistervaardigheden, strategieën
- motiverend – afwisseling met handboek
- authentiek materiaal : ‘echte’ taal – ‘echte’ leven
- plezier beleven
- esthetische ervaring : schoonheid van de prenten + op vlak van taal :
bepaalde klanken, (rijm)woorden die niet te vinden zijn in het handboek
- fantasie, magie, spanning, creativiteit opwekken
- ook andere vaardigheden betrekken en/of vakoverschrijdend
(geïntegreerd) werken
2.3. Criteria en soorten
Didactische principes
Beluister het prentenboek ‘La moufle’
Geschikt boek waarom?
Herhaling: vaste zinnen die terugkomen
Sprekende prenten: maken duidelijk wat er gebeurt.
Dierennamen: Aanbrengen woordenschat
Keuze ve prentenboek: enkele criteria
1. Esthetische dimensie
2. ‘echt’ verhaal met ‘echte’ personages
3. Meer prenten dan tekst. Prenten die vertellen over het boek.
4. Formaat: groot genoeg + duidelijk zichtbare illustraties
5. Zone van naaste ontwikkeling: niet te gemakkelijk,
6. Rekening houden met leeftijd en interesses
- zekere discrepantie leeftijd vermeld op prentenboek en werkelijke leeftijd
mag, maar mag niet te kinderachtig zijn.
7. Haalbare teksten
- eerder kort: aandacht behouden + motivatie
- courante woordenschat
- herhaling: structuren die zich herhalen
8. Boek maakt het mogelijk om creatief aan de slag te gaan
Is het een goed idee om een prentenboek te gebruiken dat vertaald werd?
Ja, mag.
3
Inhoudsopgave
1. Vormen van vreemdetaalonderwijs..............................................................1
1.1. Taalinitiatie.............................................................................................................. 1
1.2. Talensensibilisering.................................................................................................. 2
1.3. Immersie en CLIL..................................................................................................... 2
2. Prentenboeken...........................................................................................2
2.1. Inleiding................................................................................................................... 3
2.2. Waarom................................................................................................................... 3
2.3. Criteria en soorten................................................................................................... 3
2.4. Lesopbouw............................................................................................................... 4
2.5. Voorbeelden............................................................................................................. 7
2.6. Prentenboeken en poezië........................................................................................7
3. Taalspellen................................................................................................. 8
3.1. Waarom?.................................................................................................................. 8
3.2. Criteria..................................................................................................................... 8
3.3. Soorten spellen........................................................................................................ 8
3.4. Lesopbouw............................................................................................................... 9
4. Comptines et chansons.............................................................................10
4.1. Waarom?................................................................................................................ 10
4.2. Criteria................................................................................................................... 11
4.3. Soorten liedjes....................................................................................................... 12
4.4. Verwerkingsactiviteiten.......................................................................................... 13
4.5. Voorbeelden........................................................................................................... 14
5. Frans: van basis naar secundair................................................................14
5.1. Focus op communicatie.........................................................................................15
5.2. handboeken........................................................................................................... 15
5.3. Eindtermen 1e graad SO........................................................................................15
5.4. Struikelblok: schrijfvaardigheid..............................................................................17
5.5. B-stroom................................................................................................................ 18
5.5.1. 1A vs 1B.......................................................................................................... 18
5.6. Tips om brug te maken..........................................................................................19
1. Vormen van vreemdetaalonderwijs
1.1. Taalinitiatie
Doel initiatie Frans
1
, 1. Motivationeel doel: plezier beleven aan de kennismaking met het Frans,
zelfvertrouwen en spreekdurf bij het (spontaan) gebruiken van de taal
2. Talig doel: speels exploreren van de taal, impliciet woordenschat/grammatica
verwerven, onbewust kennismaken met klanken en uitspraak
3 fasen voor de opbouw van een activiteit taalinitiatie.
Herhalen, herkennen, actief gebruiken
*Le dîner fantôme. Het spook Henri nodigt zijn vrienden uit en bereidt een maaltijd.
Bij elk gerecht veranderen de spoken van kleur. Een heel leuk boekje om te werken
rond kleuren en voedingsmiddelen.
Bij taalinitiatie komt er nog geen schriftbeeld aan bod. De focus ligt op de mondelinge
vaardigheden.
1.2. Talensensibilisering
Interessant lesmateriaal voor de basisschool:
- Talen op een kier
- met lesfiches en lesmateriaal over verschillende thema’s
- aanwezig in Cocon
1.3. Immersie en CLIL
CLIL = Content Language Integrated
Immersie = aantal vakken in het nederlands Learning
gegeven worden.
- Niet in Vlaanderen, maar populair in - Franse term: EMILE = Enseignement
Wallonië de Matières par Intégration d’une
- Minstens 1/2, max. 3/4 in de vreemde taal Langue Etrangère
- Onderdompeling (‘taalbad’): imitatie - In Vlaanderen in secundair onderwijs
natuurlijk leerproces - Onderwijs van bepaald vakgebied in
- Langdurig, volgehouden aanpak vreemde taal, max. 20% van de
- Leerkracht = native speaker lestijden
- Verplicht parallel Nederlandstalig
traject
- In Frans, Engels of Duits
2. Prentenboeken
Fan van Frans p. 310-325
2
, 2.1. Inleiding
› Als je aan de slag wil met een prentenboek in de basisschool, dan moeten de
woordenschat en structuren (grammatica) zich beperken tot de basis.
NIET JUIST. Kritisch kijken naar de boeken dat wel.
› Je moet steeds rekening houden met de leeftijd die vermeld staat op het
prentenboek (vb. 10-12 jaar voor 5e-6e leerjaar).
NIET JUIST, Het kan ook jonger. Massa’s prentenboeken rond kleuren
bijvoorbeeld.
› Je leest het prentenboek best altijd zelf voor. JUIST
2.2. Waarom
- ontwikkelen lees- en luistervaardigheden, strategieën
- motiverend – afwisseling met handboek
- authentiek materiaal : ‘echte’ taal – ‘echte’ leven
- plezier beleven
- esthetische ervaring : schoonheid van de prenten + op vlak van taal :
bepaalde klanken, (rijm)woorden die niet te vinden zijn in het handboek
- fantasie, magie, spanning, creativiteit opwekken
- ook andere vaardigheden betrekken en/of vakoverschrijdend
(geïntegreerd) werken
2.3. Criteria en soorten
Didactische principes
Beluister het prentenboek ‘La moufle’
Geschikt boek waarom?
Herhaling: vaste zinnen die terugkomen
Sprekende prenten: maken duidelijk wat er gebeurt.
Dierennamen: Aanbrengen woordenschat
Keuze ve prentenboek: enkele criteria
1. Esthetische dimensie
2. ‘echt’ verhaal met ‘echte’ personages
3. Meer prenten dan tekst. Prenten die vertellen over het boek.
4. Formaat: groot genoeg + duidelijk zichtbare illustraties
5. Zone van naaste ontwikkeling: niet te gemakkelijk,
6. Rekening houden met leeftijd en interesses
- zekere discrepantie leeftijd vermeld op prentenboek en werkelijke leeftijd
mag, maar mag niet te kinderachtig zijn.
7. Haalbare teksten
- eerder kort: aandacht behouden + motivatie
- courante woordenschat
- herhaling: structuren die zich herhalen
8. Boek maakt het mogelijk om creatief aan de slag te gaan
Is het een goed idee om een prentenboek te gebruiken dat vertaald werd?
Ja, mag.
3