Oefentoets
Anatomie en Fysiologie Theorie
TPAMH H07AFT
Hogeschool Leiden
Applied Science
Gebruik je werkboek, de hoorcolleges, de
microscopielessen en Functionele Histologie om te leren
De toets bestaat uit 40 open vragen, 1 punt per vraag
22 punten is een 5,5
Succes!
,Spijsverteringskanaal en spijsverteringsklieren
Figuur 1. Dit is een overzicht van de dikke darm. Boven zijn overzichtsfoto’s en
onder zijn detail foto’s.
De wand van het spijsverteringskanaal heeft over zijn gehele lengte een
vergelijkbare opbouw. Variaties op deze algemene bouw hangen samen met de
specifieke functie van het betreffende onderdeel van het spijsverteringskanaal.
1a. Wat is de functie van de dunne darm en wat is de functie van de dikke
darm?
Dunne darm: verteren en opnemen voedingsstoffen
Dikke darm: opnemen water
2
, 1b. Noem twee morfologische verschillen tussen de mucosa van de dunne darm
en van de dikke darm.
1. dunne darm heeft villi, dikke darm alleen crypten
2. dunne darm heeft relatief weinig slijmbekercellen, dikke darm veel meer
(3. eventueel aanwezigheid lymfefollikels)
1c. Zie figuur 1. Geef in bovenstaande foto aan waar zich de muscularis mucosa
bevindt. Wat is de functie van deze laag?
(roze spierlaag, onder crypten) Voor continue beweging mucosa
1d. Wat zijn taenia coli?
Longitudinale spierlaag in de dikke darm
1e. Wat is een ander woord voor plexus? Wat is de functie van een plexus in het
maag-darmkanaal?
Zenuwknoop. Contractie gladde spiercellen voor peristaltiek
2a. Wat is de functie van de galblaas?
Indikken en opslag gal. Vrijlaten gal naar dunne darm voor vertering voedsel
2b. Van waar naar waar loopt de:
Ductus choledochus (galgang, van leverparenchym naar de dunne darm)
Ductus cysticus (van galblaas naar galgang)
Ductus hepaticus communis (leverbuis, van lever op galgang)
3
Anatomie en Fysiologie Theorie
TPAMH H07AFT
Hogeschool Leiden
Applied Science
Gebruik je werkboek, de hoorcolleges, de
microscopielessen en Functionele Histologie om te leren
De toets bestaat uit 40 open vragen, 1 punt per vraag
22 punten is een 5,5
Succes!
,Spijsverteringskanaal en spijsverteringsklieren
Figuur 1. Dit is een overzicht van de dikke darm. Boven zijn overzichtsfoto’s en
onder zijn detail foto’s.
De wand van het spijsverteringskanaal heeft over zijn gehele lengte een
vergelijkbare opbouw. Variaties op deze algemene bouw hangen samen met de
specifieke functie van het betreffende onderdeel van het spijsverteringskanaal.
1a. Wat is de functie van de dunne darm en wat is de functie van de dikke
darm?
Dunne darm: verteren en opnemen voedingsstoffen
Dikke darm: opnemen water
2
, 1b. Noem twee morfologische verschillen tussen de mucosa van de dunne darm
en van de dikke darm.
1. dunne darm heeft villi, dikke darm alleen crypten
2. dunne darm heeft relatief weinig slijmbekercellen, dikke darm veel meer
(3. eventueel aanwezigheid lymfefollikels)
1c. Zie figuur 1. Geef in bovenstaande foto aan waar zich de muscularis mucosa
bevindt. Wat is de functie van deze laag?
(roze spierlaag, onder crypten) Voor continue beweging mucosa
1d. Wat zijn taenia coli?
Longitudinale spierlaag in de dikke darm
1e. Wat is een ander woord voor plexus? Wat is de functie van een plexus in het
maag-darmkanaal?
Zenuwknoop. Contractie gladde spiercellen voor peristaltiek
2a. Wat is de functie van de galblaas?
Indikken en opslag gal. Vrijlaten gal naar dunne darm voor vertering voedsel
2b. Van waar naar waar loopt de:
Ductus choledochus (galgang, van leverparenchym naar de dunne darm)
Ductus cysticus (van galblaas naar galgang)
Ductus hepaticus communis (leverbuis, van lever op galgang)
3