- DNA was lange tijd onbekend en werd voor het eerst gezien als een zuur in de kern van witte
bloedcellen. Het bevatte veel fosfaat en stikstof word gezien als te simpel molecuul om erfelijke
informatie over te dragen
- chromosomen bestaan uit eiwitten en DNA
- het overdragen van genetische informatie en hitte stabiel zijn heet transforming principle
DNA bestaat uit de 4 basen ATGC, deze komen voor als 2 koppels AT & GC. De verhoudingen voor
beide zijn 1:1. Wat betekent dat als er bijvoorbeeld 16% van de T is, er ook ongeveer 16% A is. En dus
100 – 16 x2 = 68%, 68% : 2 = 34% G en 34% C
- DNA is opgebouwd uit suikers (deoxyribose), nucleotiden en fosfaten
- aflezen van DNA begint bij de ‘5 kant. De RNA polymerase gaat juist van ‘3 naar ‘5
- in RNA wordt de T een U ( thymine/uracil)
Crispr cas: genome editing
Replicatie prokaryoot: op de ORI (origin of replication) wordt het template DNA ingebracht
kopiëren met replication fork/bubble dochtercellen met het DNA ontstaan
- bij replicatie (1x per celdeling) in een eukaryoot kan een DNA polymerase geen beginnetje maken,
daarvoor is een RNA polymerase nodig
- eerst wordt een RNA primer toegevoegd, daarna kan het DNA verlengt worden. De RNA primer
wordt later vervangen door DNA
- tijdens de replicatie ontstaan er op de lagging strand Okazaki fragmenten korte stukjes DNA. De
leading strand wordt wel in 1x gevormd