Casus 1: Chris Hall
Chris is 5 dagen geleden opgenomen op de cardiologie afdeling, door een hartinfarct thuis.
Als gevolg, kreeg hij een hartstilstand en is succesvol gereanimeerd. Chris is bij aankomst bij
het ziekenhuis gedotterd (ballon in kransslagader) en is inmiddels stabiel en buiten
levensgevaar. Na de dotterprocedure krijgt Chris antistolling per subcutane injectie. Chris
heeft op zijn rechterbovenarm een schaafwond door de val tijdens het hartinfarct.
Chris mag de dag erna met ontslag. Hij is hier blij mee, maar nog steeds erg geschrokken en
wilt hier graag over praten. Chris is erg onzeker geworden en weet niet wat de gevolgen zijn.
Chris is getrouwd en heeft 2 kinderen. Chris is docent Engels en ervaart veel stress op werk,
waardoor er weinig ruimte is voor ontspanning.
Verpleegtechnische vaardigheden
Handeling: Bloeddruk meten
Benodigdheden:
Bloeddrukmeter met manchet
Stethoscoop
Werkwijze:
1. Vraag voor- en achternaam van patiënt en geboortedatum.
2. Vraag of patiënt goed zit.
3. Pas handhygiëne toe.
4. Reinig stethoscoop en manchet.
5. Vraag gewenste arm voor bloeddrukmeting. Bereid patiënt voor: niet praten, recente
voeding/roken vragen
6. Breng manchet om, 2 cm boven de elleboog.
7. De pijl op manchet moet in het midden van de arm zitten.
8. Vraag of de patiënt de arm kan laten rusten op bed met de handpalm naar boven.
9. Draai manchetpomp dicht
10. Pomp manchet op, tot je geen pols meer kan voelen. Pomp daarna nog 20 mmHg op.
11. Doe stethoscoop in en plaats hem in de elleboogplooi.
12. Laat manchet langzaam leeglopen. Lees af bij systolische druk. HARDOP
13. Lees diastolische druk af. HARDOP. Laat daarna de manchet helemaal leeglopen.
14. Verwijder manchet.
15. Reinig de benodigdheden en ruim ze op.
16. Pas handhygiëne toe.
17. Rapporteer de bloeddruk op controlelijst.
Handeling: rode wond verzorgen
Benodigdheden:
Handsschoenen (3x)
Afvalzakje
Celstofmatje
Steriele gaasjes
Alcohol
Niet steriel gaasje
Tape
, Werkwijze:
1. Pas handhygiëne toe
2. Maak schoon werkveld met de benodigdheden.
3. Trek handschoenen aan.
4. Leg een celstofmatje onder de wond.
5. Verwijder en inspecteer oud verband.
6. Inspecteer de wond met TIME: Tissue, Infection, Moisture, Edges
7. Trek handschoenen uit
8. Pas handhygiëne toe.
9. Trek nieuwe handschoenen aan.
10. Maak wondomgeving schoon met 3 verschillende gaasjes, van buiten naar binnen.
11. Droog met een gaasje.
12. Trek handschoenen uit
13. Pas handhygiëne toe.
14. Trek nieuwe handschoenen aan.
15. Breng nieuw verband aan met tape.
16. Ruim materialen op.
17. Trek handschoenen uit.
18. Pas handhygiëne toe.
Handeling: Injectie klaarmaken
Benodigdheden:
Dienblad
Alcohol
Toedienlijst
Naaldencontainer
Gaasjes
Spuit (meest nauwkeurig)
Opzuignaald
Injectienaald
Ampul medicijn
Handschoenen
Afvalzakje
Werkwijze:
1. Pas handhygiëne toe
2. Maak schoon werkveld met de benodigdheden
3. Regel van 5: juiste medicijn, juiste patiënt, juiste tijdstip, juiste toedieningswijze, juiste
dosis, houdbaarheidsdatum.
4. Trek handsschoenen aan
5. Ontsmet ampulhals
6. Zet de opzuignaald op de spuit
7. Breek de ampul open.
8. zuig de voorgeschreven hoeveelheid medicijn op de spuit. Trek max 0.2ml extra op.
9. Ontlucht de spuit met hoesje op opzuignaald.
10. Verwijder de opzuignaald van de spuit en doe het in de naaldencontainer.
11. Zet de injectienaald op de spuit.
12. Laat injectiespuit en de opgetrokken hoeveelheid controleren door docent