1.1 De agrarische revolutie
Jagers-verzamelaars en boeren
De moderne mens
Homo sapiens – moderne mens.
Jagers-verzamelaars waren nomaden
o Wanneer de leefomgeving geen voedsel meer had trokken ze verder.
Groepen hadden onderling handel en ruilden producten met elkaar.
De levenswijze van jager-verzamelaars.
De agrarische revolutie
Jagers-verzamelaars hadden een overgang naar het boerenbestaan.
Overgang van rondtrekken naar een sedentair bestaan.
Door het toename van voedsel ontstond er een snelle bevolkingsgroei.
Door de nieuwe levenswijze kwam de uitvinding van nieuwe technieken.
o Potten bakken, weven en het gebruik van metaal om gereedschappen en wapens te
maken.
Het ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen.
Nadelen
Boeren minder gezond dan jagers-verzamelaars.
o Leden vaker aan ondervoeding, infectieziekten en misvorming van de ruggengraat.
Oorzaken slechte gezondheid:
Boeren moesten zwaarder werk verrichten.
Veel eenzijdiger voedsel door beperkt aantal gewassen.
Hongersnood door mislukte oogst.
Vee bracht ziekten mee.
Bevolking leefde dichter op elkaar zo nam het risico op infectieziekten toe.
Ongelijkheid
Sociale verschillen.
o Boeren kregen eigen akkers, sommigen waren succesvoller dan andere.
Ontstaan hiërarchie.
Het ontstaan van steden en het schrift
Vruchtbare grond.
Grote oogsten.
Gevolgen goede oogsten:
Voedseloverschotten.
o Bevolkingsgroei.
Niet iedereen hoefde zich meer bezig te houden met voedselvoorziening.
o Mensen gaan zich specialiseren -> ontstaan nieuwe beroepen.
Ontstaan sociale lagen.
Bestuur
1
, Bestuur handhaafde orde en onderhielden waterwerken.
Bestuur controleerde irrigatiesystemen.
Na bepaalde tijd werd een bestuurder tot koning gekroond.
o Positie werd erfelijk.
Schrift
Schrift en steden werden samen ontwikkeld.
Door het schrift konden koningen noteren:
o Wie belasting had betaald.
o Welke arbeiders loon hadden ontvangen.
o Hoeveel soldaten ze in dienst hadden.
Door schrift konden mensen veel makkelijker kennis en gevoelens overdragen op nieuwe
generaties.
Het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen.
Jagers-verzamelaars
Kleine groepen nomaden.
Ontwikkeling landbouw
(gemeenschappen) vaste woonplaats.
Voedseloverschot
Innovaties (bijvoorbeeld ploeg).
Stedelijke gemeenschappen
Specialisatie in beroepen en opkomst handel.
Mensen worden afhankelijk van elkaar: grotere sociale veerbanden.
Beschaving groeit: ontwikkeling godsdienst (polytheïsme) en wetgeving (bestuur en reschtpsraak).
1.2 Machtige rijken in het Midden-Oosten
De vroegste staten
Een gebied met een centraal bestuur
2