DE RENAISSANCE
1 Leg het begrip renaissance uit.
Wedergeboorte: herleving van de klassieke oudheid.
2 Geef drie voorbeelden van waaruit blijkt dat de renaissance een reactie
is op de middeleeuwen.
1. In plaats van de gemeenschapskunst in kunstuitingen te gebruiken
werd het individualisme gebruikt.
2. De mens ging centraal staan in plaats van God
3. In tegenstelling tot het verheerlijken, vermaken en onderrichten
werd schoonheid nagestreefd als doel
3 Waar en wanneer is de renaissance begonnen?
In het begin van de 14e eeuw in Italië.
4 Noem drie belangrijke schrijvers uit de Italiaanse renaissance.
1. Dante Alighieri
2. Giovanni Boccaccio
3. Fransesco Petrarca
5 Wat is een humo universalis?
Een mens die actief en begaafd is op diverse terreinen, zoals bijvoorbeeld
kunst en wetenschap.
6 Licht de begrippen Translatio, Imitatio en Aemulatio toe.
1. Translatio; vertalen of interpreteren van de klassieken.
2. Imitatio: stijl imiteren van de klassieken en bewerken tot een nieuw
werk.
3. Aemulatio: overtreffen van het voorbeeld van de klassieken door
elementen aan het nieuwe werk toe te voegen.
7 Wanneer begon de renaissance in Nederland?
Rond 1500, door bijvoorbeeld Erasmus.
8 Wat zijn humanisten?
Schrijvers/mensen die de mens en hun menselijke waardigheid centraal
zetten.
9 Kies drie citaten uit het werk van Erasmus (zie dia 12) waarvan je vindt
dat die nog steeds actueel zijn. Licht je antwoord toe.
1. In een vrije staat moeten ook de tongen vrij zijn: ik vind dit actueel
omdat vrijheid van meningsuiting nog steeds een issue is in veel
(vrije) staten/landen.
2. Afstand scheidt enkel de lichamen, niet de geesten; ik vind dit
actueel omdat je juist in deze tijd makkelijk in contact kan komen en
contact kan houden met mensen uit verre landen.
3. Wie durft te verdwalen, vindt nieuwe wegen: ik denk dat dit citaat
altijd actueel blijft, aangezien het de waarheid is.
1 Leg het begrip renaissance uit.
Wedergeboorte: herleving van de klassieke oudheid.
2 Geef drie voorbeelden van waaruit blijkt dat de renaissance een reactie
is op de middeleeuwen.
1. In plaats van de gemeenschapskunst in kunstuitingen te gebruiken
werd het individualisme gebruikt.
2. De mens ging centraal staan in plaats van God
3. In tegenstelling tot het verheerlijken, vermaken en onderrichten
werd schoonheid nagestreefd als doel
3 Waar en wanneer is de renaissance begonnen?
In het begin van de 14e eeuw in Italië.
4 Noem drie belangrijke schrijvers uit de Italiaanse renaissance.
1. Dante Alighieri
2. Giovanni Boccaccio
3. Fransesco Petrarca
5 Wat is een humo universalis?
Een mens die actief en begaafd is op diverse terreinen, zoals bijvoorbeeld
kunst en wetenschap.
6 Licht de begrippen Translatio, Imitatio en Aemulatio toe.
1. Translatio; vertalen of interpreteren van de klassieken.
2. Imitatio: stijl imiteren van de klassieken en bewerken tot een nieuw
werk.
3. Aemulatio: overtreffen van het voorbeeld van de klassieken door
elementen aan het nieuwe werk toe te voegen.
7 Wanneer begon de renaissance in Nederland?
Rond 1500, door bijvoorbeeld Erasmus.
8 Wat zijn humanisten?
Schrijvers/mensen die de mens en hun menselijke waardigheid centraal
zetten.
9 Kies drie citaten uit het werk van Erasmus (zie dia 12) waarvan je vindt
dat die nog steeds actueel zijn. Licht je antwoord toe.
1. In een vrije staat moeten ook de tongen vrij zijn: ik vind dit actueel
omdat vrijheid van meningsuiting nog steeds een issue is in veel
(vrije) staten/landen.
2. Afstand scheidt enkel de lichamen, niet de geesten; ik vind dit
actueel omdat je juist in deze tijd makkelijk in contact kan komen en
contact kan houden met mensen uit verre landen.
3. Wie durft te verdwalen, vindt nieuwe wegen: ik denk dat dit citaat
altijd actueel blijft, aangezien het de waarheid is.