Beatrijs vragen en opdrachten
1: Wat betekent Beatrijs?
Beatrijs is een Nederlandse meisjesnaam met de betekenis “gezegend reiziger”.
2: De Beatrijs wordt ook wel een Marialegende of een mirakellegende genoemd. Leg
die termen eens uit.
Een Marialegende is een legende waarin Maria een grote rol speelt. Soms treedt ze op
als een bemiddelaarster tussen God en de mens. Het zijn populaire verhalen die
gepreekt worden. Een mirakellegende is een legende die niet uitgelegd kan worden,
omdat er ‘mirakels’ in voorkomen; dingen die heel zeldzaam zijn.
3: Wat is hoofsheid?
Hoofsheid is een vorm van de hoofse cultuur. Het staat voor beleefdheid, hoffelijkheid
en ridderlijkheid. Het gaat om het leren van goede manieren en je daar binnen het hof
ook aan te houden. Je kan het ook wel een gedragscode noemen waar iedereen zich
verplicht aan moest houden.
4: In de Beatrijs is sprake van hoofse kenmerken. Waaruit blijkt de hoofsheid in de
Beatrijs. Daarvoor gebruik je het verhaal en de bron. De wendingen die je onderzoekt
zijn:
A Het moment dat Beatrijs haar gevoelens bespreekt met haar geliefde aan
het venster (versregel 95 t/m 158)
Ze uit hier haar liefde voor haar man en ze hebben het erover dat ze elkaar nog
nooit eerder hebben kunnen kussen omdat dat niet hoofs was.
B Het moment waarop ze haar geliefde in de tuin tegemoet treedt vlak voor
hun vlucht (versregel 249 t/m 288)
Op dit moment draag Beatrijs alleen maar een onderkleed en is ze niet volledig
aangekleed. Dit mag niet volgens de hoofse regels en ze schaamt zich dus ook
heel erg.
C Het moment waarop de geliefde voorstelt de liefde te bedrijven in het veld
(versregel 342 t/m 364)
Er is hier sprake van hoofsheid omdat je volgende de goede manieren de liefde
niet mag bedrijven in een veld. Als iemand dat zou zien, zou het een schande
zijn.
D Het moment waarop Beatrijs zich realiseert dat ze met prostitutie haar
brood moet gaan verdienen (versregel 433 t/m 463)
Ze voelt zich er vreselijk over dat ze dit moet gaan doen, maar ze vertelt aan
Maria dat ze gaan andere keus heeft omdat ze haar kinderen niet aan hun lot
wil overlaten. Hieruit blijkt de hoofsheid omdat ze zich wel netjes blijft
gedragen; ze geeft haar lichaam af zonder er zelf genot van te hebben.
5: Beatrijs werkt niet, bedelt niet, maar prostitueert zich.
A Waarom heeft Beatrijs nooit een vak geleerd en kan ze niets met haar
handen?
Dit komt omdat ze een non was en dus in een klooster leefde. Een vak heeft ze
daardoor nooit hoeven leren, ze kan zelfs geen garen spinnen.
B Waarom gaat Beatrijs niet meteen bedelen, wanneer de armoede haar
treft?
1: Wat betekent Beatrijs?
Beatrijs is een Nederlandse meisjesnaam met de betekenis “gezegend reiziger”.
2: De Beatrijs wordt ook wel een Marialegende of een mirakellegende genoemd. Leg
die termen eens uit.
Een Marialegende is een legende waarin Maria een grote rol speelt. Soms treedt ze op
als een bemiddelaarster tussen God en de mens. Het zijn populaire verhalen die
gepreekt worden. Een mirakellegende is een legende die niet uitgelegd kan worden,
omdat er ‘mirakels’ in voorkomen; dingen die heel zeldzaam zijn.
3: Wat is hoofsheid?
Hoofsheid is een vorm van de hoofse cultuur. Het staat voor beleefdheid, hoffelijkheid
en ridderlijkheid. Het gaat om het leren van goede manieren en je daar binnen het hof
ook aan te houden. Je kan het ook wel een gedragscode noemen waar iedereen zich
verplicht aan moest houden.
4: In de Beatrijs is sprake van hoofse kenmerken. Waaruit blijkt de hoofsheid in de
Beatrijs. Daarvoor gebruik je het verhaal en de bron. De wendingen die je onderzoekt
zijn:
A Het moment dat Beatrijs haar gevoelens bespreekt met haar geliefde aan
het venster (versregel 95 t/m 158)
Ze uit hier haar liefde voor haar man en ze hebben het erover dat ze elkaar nog
nooit eerder hebben kunnen kussen omdat dat niet hoofs was.
B Het moment waarop ze haar geliefde in de tuin tegemoet treedt vlak voor
hun vlucht (versregel 249 t/m 288)
Op dit moment draag Beatrijs alleen maar een onderkleed en is ze niet volledig
aangekleed. Dit mag niet volgens de hoofse regels en ze schaamt zich dus ook
heel erg.
C Het moment waarop de geliefde voorstelt de liefde te bedrijven in het veld
(versregel 342 t/m 364)
Er is hier sprake van hoofsheid omdat je volgende de goede manieren de liefde
niet mag bedrijven in een veld. Als iemand dat zou zien, zou het een schande
zijn.
D Het moment waarop Beatrijs zich realiseert dat ze met prostitutie haar
brood moet gaan verdienen (versregel 433 t/m 463)
Ze voelt zich er vreselijk over dat ze dit moet gaan doen, maar ze vertelt aan
Maria dat ze gaan andere keus heeft omdat ze haar kinderen niet aan hun lot
wil overlaten. Hieruit blijkt de hoofsheid omdat ze zich wel netjes blijft
gedragen; ze geeft haar lichaam af zonder er zelf genot van te hebben.
5: Beatrijs werkt niet, bedelt niet, maar prostitueert zich.
A Waarom heeft Beatrijs nooit een vak geleerd en kan ze niets met haar
handen?
Dit komt omdat ze een non was en dus in een klooster leefde. Een vak heeft ze
daardoor nooit hoeven leren, ze kan zelfs geen garen spinnen.
B Waarom gaat Beatrijs niet meteen bedelen, wanneer de armoede haar
treft?