SAMENVATTING WKPV2
Uitgave: SPV
Zevende druk – juli 2018
,Inhoud
Hoofdstuk 1 Handhaving........................................................................................................................2
1.1 inleiding........................................................................................................................................2
1.2 toezicht en opsporing..................................................................................................................2
1.3 de bevoegde toezichthouder.......................................................................................................2
1.4 rechtspersonen en functioneel daderschap................................................................................3
Hoofdstuk 2 wet economische delicten.................................................................................................4
2.2 wet op de economische delicten..................................................................................................4
2.3 wet op milieubeheer....................................................................................................................4
2.4 wet op bodembescherming..........................................................................................................6
2.5 de waterwet.................................................................................................................................6
2.6 gebruik consumentenvuurwerk....................................................................................................6
Hoofdstuk 3 verkeerswetgeving.............................................................................................................7
3.2 begrippen wegenverkeerswet 1994.............................................................................................7
3.3 misdrijven en overtredingen wegenverkeerswet.........................................................................7
3.4 dwingende aanwijzing weggebruikers 12 Wvw............................................................................8
3.5 verkeer regelende bevoegdheden 82 Rvv....................................................................................8
3.6 verordeningen ten aanzien van het verkeer................................................................................8
3.7 de plaats op de weg voor weggebruikers....................................................................................8
3.8 De helmplicht...............................................................................................................................9
3.8 Parkeeroverlast...........................................................................................................................10
3.9 De wet op mulder (informatief)..................................................................................................11
3.11 wet op aanprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen...............................................................11
Hoofdstuk 4 bijzondere wetten............................................................................................................11
4.2 wet op kansspelen......................................................................................................................11
4.3 tabaks- en rooswarenwet & Drank- en horecawet.....................................................................13
4.4 winkeltijdenwet..........................................................................................................................14
4.5 wet personenvervoer 2000.........................................................................................................15
4.6 visserijwet...................................................................................................................................16
Hoofdstuk 5 Algemene plaatselijke verordening..................................................................................21
5.2 de algemene plaatselijke verordening........................................................................................21
5.3 Optreden tegen overlastbepalingen...........................................................................................24
5.4 overlast door honden.................................................................................................................27
5.5 gedragingen met vergunning of ontheffing................................................................................28
5.6 Parkeerexcessen in de APV.........................................................................................................30
,Hoofdstuk 1 Handhaving
1.1 inleiding
Handhaven is het dwingen tot naleven van de wetgeving. Dat kan strafrechtelijk en/of
bestuursrechtelijk.
1.2 toezicht en opsporing
Handhaver is toezichthouder en/of opsporingsambtenaar. De keuze in bevoegdheden is afhankelijk
van het doel ( strafrecht of bestuursrecht). Een zuiver oogmerk is vereist.
Opsporen/ strafrecht opsporingsbevoegdheden is alleen met een strafvorderlijk doel +
bestuursrecht/ bevoegdheden uit de Awb is alleen met een bestuurlijk doel.
Opsporingsbevoegdheden eisen een strafvorderlijk doel + verdenking/ redelijk vermoeden.
Opsporingsbevoegdheden Wed ( wet economische delicten) vereisen geen redelijk vermoeden.
Hierbij is een aanwijzing al voldoende.
Opsporingsbevoegdheden: WvSv + Bijz. Wet + Wed als het feit een economisch delict is. Niet
gebruiken zonder strafvorderlijk doel. Is niet gebruiken met enkel een bestuurlijk doel.
Toezichthouder is een persoon die bij het wettelijk voorschrift of bestuursbesluit aangewezen is.
Toezichthoudende bevoegdheden : Awb+ bijzondere wet + verordening = met of zonder verdenking,
niet gebruiken met een strafvorderlijk doel, komen grotendeels overeen met de
opsporingsbevoegdheden uit de Wed, M.U.V inlichten vorderen + betreden woning.
Awb is alle plaatsen betreden m.u.v de woning. Bijzondere wet of verordening e.v.t wel de woning
betreden + bij binnentreden woning + voorwaarde uit de algemene wet op het binnentreden.
Van toezicht doorschakelen naar opsporing is voortgezette toepassing.
Handhaven op twee sporen = opsporen en vervolgen EN bestuurlijke sanctie.
Sfeerovergang is van toezicht naar opsporingen weer terug.
Bij handhaven op 2 sporen = Eerste opsporen verdachte kant nl. hoogste rechtsbescherming
waaronder het zwijgrecht. Dan verder met toezicht. Verplicht meewerken door de overtreder bij
delict uit de Wed = verschil in de bevoegdheden met Awb erg klein. Vooral de cautie in Wed/ Sr i.t.t
inlichtingen vorderen in Awb.
1.3 de bevoegde toezichthouder
Toezichthouder is een persoon bij of krachtens wettelijk voorschrift aangewezen. Aangewezen bij:
Wet
Verordening krachtens de wet
Bestuursbesluit krachtens de wet
Toezicht op naleving van wettelijke voorschriften en regels krachtens wettelijke voorschriften.
, 1.4 rechtspersonen en functioneel daderschap
Dader SR/ overtreder BR is pleger of medepleger :
1. Natuurlijk persoon
Pleger/ medepleger
Opdrachtgever
Leidinggevende
2. Rechtspersoon
NV ( naamloze vennootschappen)
BV ( besloten vennootschappen)
Stichting
Vereniging
3. Gelijkgestelde
V.O.F ( vennootschap onder firma)
Maatschap
Binnen de ondernemersactiviteiten
Niet echt alle feiten praktisch mogelijk + niet alle straffen
Sanctie kan worden opgelegd aan: 1 of meer van de natuurlijke personen en/of de rechtspersoon of
gelijkgestelde.
Vervolging van meerdere deelnemers is mogelijk.
Het OM bepaalt wie vervolgt worden
Bestuursorgaan merkt aan als overtreder.
Functionele dader = niet de fysieke pleger of medepleger = Hij die:
Het in zijn macht had
Het aanvaard heeft
Verantwoordelijk was
Tekort is geschoten opdrachtgever + eigenaar eenmanszaak.
Vervolging- Sr sanctieoplegging- Br, fysieke pleger/ medepleger, functionele dader, rechtspersoon/
gelijkgestelde.
Uitgave: SPV
Zevende druk – juli 2018
,Inhoud
Hoofdstuk 1 Handhaving........................................................................................................................2
1.1 inleiding........................................................................................................................................2
1.2 toezicht en opsporing..................................................................................................................2
1.3 de bevoegde toezichthouder.......................................................................................................2
1.4 rechtspersonen en functioneel daderschap................................................................................3
Hoofdstuk 2 wet economische delicten.................................................................................................4
2.2 wet op de economische delicten..................................................................................................4
2.3 wet op milieubeheer....................................................................................................................4
2.4 wet op bodembescherming..........................................................................................................6
2.5 de waterwet.................................................................................................................................6
2.6 gebruik consumentenvuurwerk....................................................................................................6
Hoofdstuk 3 verkeerswetgeving.............................................................................................................7
3.2 begrippen wegenverkeerswet 1994.............................................................................................7
3.3 misdrijven en overtredingen wegenverkeerswet.........................................................................7
3.4 dwingende aanwijzing weggebruikers 12 Wvw............................................................................8
3.5 verkeer regelende bevoegdheden 82 Rvv....................................................................................8
3.6 verordeningen ten aanzien van het verkeer................................................................................8
3.7 de plaats op de weg voor weggebruikers....................................................................................8
3.8 De helmplicht...............................................................................................................................9
3.8 Parkeeroverlast...........................................................................................................................10
3.9 De wet op mulder (informatief)..................................................................................................11
3.11 wet op aanprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen...............................................................11
Hoofdstuk 4 bijzondere wetten............................................................................................................11
4.2 wet op kansspelen......................................................................................................................11
4.3 tabaks- en rooswarenwet & Drank- en horecawet.....................................................................13
4.4 winkeltijdenwet..........................................................................................................................14
4.5 wet personenvervoer 2000.........................................................................................................15
4.6 visserijwet...................................................................................................................................16
Hoofdstuk 5 Algemene plaatselijke verordening..................................................................................21
5.2 de algemene plaatselijke verordening........................................................................................21
5.3 Optreden tegen overlastbepalingen...........................................................................................24
5.4 overlast door honden.................................................................................................................27
5.5 gedragingen met vergunning of ontheffing................................................................................28
5.6 Parkeerexcessen in de APV.........................................................................................................30
,Hoofdstuk 1 Handhaving
1.1 inleiding
Handhaven is het dwingen tot naleven van de wetgeving. Dat kan strafrechtelijk en/of
bestuursrechtelijk.
1.2 toezicht en opsporing
Handhaver is toezichthouder en/of opsporingsambtenaar. De keuze in bevoegdheden is afhankelijk
van het doel ( strafrecht of bestuursrecht). Een zuiver oogmerk is vereist.
Opsporen/ strafrecht opsporingsbevoegdheden is alleen met een strafvorderlijk doel +
bestuursrecht/ bevoegdheden uit de Awb is alleen met een bestuurlijk doel.
Opsporingsbevoegdheden eisen een strafvorderlijk doel + verdenking/ redelijk vermoeden.
Opsporingsbevoegdheden Wed ( wet economische delicten) vereisen geen redelijk vermoeden.
Hierbij is een aanwijzing al voldoende.
Opsporingsbevoegdheden: WvSv + Bijz. Wet + Wed als het feit een economisch delict is. Niet
gebruiken zonder strafvorderlijk doel. Is niet gebruiken met enkel een bestuurlijk doel.
Toezichthouder is een persoon die bij het wettelijk voorschrift of bestuursbesluit aangewezen is.
Toezichthoudende bevoegdheden : Awb+ bijzondere wet + verordening = met of zonder verdenking,
niet gebruiken met een strafvorderlijk doel, komen grotendeels overeen met de
opsporingsbevoegdheden uit de Wed, M.U.V inlichten vorderen + betreden woning.
Awb is alle plaatsen betreden m.u.v de woning. Bijzondere wet of verordening e.v.t wel de woning
betreden + bij binnentreden woning + voorwaarde uit de algemene wet op het binnentreden.
Van toezicht doorschakelen naar opsporing is voortgezette toepassing.
Handhaven op twee sporen = opsporen en vervolgen EN bestuurlijke sanctie.
Sfeerovergang is van toezicht naar opsporingen weer terug.
Bij handhaven op 2 sporen = Eerste opsporen verdachte kant nl. hoogste rechtsbescherming
waaronder het zwijgrecht. Dan verder met toezicht. Verplicht meewerken door de overtreder bij
delict uit de Wed = verschil in de bevoegdheden met Awb erg klein. Vooral de cautie in Wed/ Sr i.t.t
inlichtingen vorderen in Awb.
1.3 de bevoegde toezichthouder
Toezichthouder is een persoon bij of krachtens wettelijk voorschrift aangewezen. Aangewezen bij:
Wet
Verordening krachtens de wet
Bestuursbesluit krachtens de wet
Toezicht op naleving van wettelijke voorschriften en regels krachtens wettelijke voorschriften.
, 1.4 rechtspersonen en functioneel daderschap
Dader SR/ overtreder BR is pleger of medepleger :
1. Natuurlijk persoon
Pleger/ medepleger
Opdrachtgever
Leidinggevende
2. Rechtspersoon
NV ( naamloze vennootschappen)
BV ( besloten vennootschappen)
Stichting
Vereniging
3. Gelijkgestelde
V.O.F ( vennootschap onder firma)
Maatschap
Binnen de ondernemersactiviteiten
Niet echt alle feiten praktisch mogelijk + niet alle straffen
Sanctie kan worden opgelegd aan: 1 of meer van de natuurlijke personen en/of de rechtspersoon of
gelijkgestelde.
Vervolging van meerdere deelnemers is mogelijk.
Het OM bepaalt wie vervolgt worden
Bestuursorgaan merkt aan als overtreder.
Functionele dader = niet de fysieke pleger of medepleger = Hij die:
Het in zijn macht had
Het aanvaard heeft
Verantwoordelijk was
Tekort is geschoten opdrachtgever + eigenaar eenmanszaak.
Vervolging- Sr sanctieoplegging- Br, fysieke pleger/ medepleger, functionele dader, rechtspersoon/
gelijkgestelde.