INLEIDING
Subacromiale klachten – klachten voortkomend uit aandoeningen van structuren in de subacromiale ruimte,
meestal veroorzaakt door inklemming van de rotatorcuffpezen in de subacromiale ruimte. Tijdens het heffen
van de schouder is voornamelijk sprake van inklemming van de pees van m. supraspinatus, wat leidt tot ‘painful
arc’ fenomeen.
Primaire impingement – structurele vernauwing van de subacromiale ruimte, bijvoorbeeld vanwege zwelling
van de rotatorcuffpezen of de bursa of vanwege osteofytenvorming ter hoogte van het acromioclaviculair
gewricht
Secundaire impingement – inklemming tijdens specifieke houdingen en/of bewegingen. De volgende
aandoeningen kunnen een rol spelen: glenohumerale instabiliteit, glenohumerale hypomobiliteit,
scapulathoracale disfuncties, bicepspathologie (Superior Labrum Anterior to Posterior (SLAP)) of beperking van
het posterieure schouderkapsel (Glenohumeral Intern Rotation Deficit (GIRD))
ACHTERGROND
Tendinose – verstoring van de continuïteit van het peesweefsel; kan ook symptoomloos verlopen.
Een afwijking in de subacromiale ruimte is veruit de meest voorkomende oorzaak (80%) van schouderklachten.
Ongunstige prognostische factoren voor het beloop van (algemene) schouderklachten zijn: langdurig bestaande
klachten bij het eerste consult, ernstige pijn, een geleidelijk ontstaan van de klachten, nekpijn,
functiestoornissen van de cervicothoracale overgang (CTO), herhaalde bewegingen en ongunstige
(repeterende) werkgerelateerde en psychosociale facotren
Glenohumerale instabiliteit en scapulathoracale disfuncties kunnen leiden tot het ontstaan van de klachten,
dan wel de klachten in stand houden.
Rode vlaggen
● ernstige en/of persisterende klachten, dubbelzijdige schouderklachten, lichamelijke klachten elders,
korts, malaise of gewichtsverlies (infectueus proces)
● heftige uitstralende pijn, tintelingen in arm of hand, samenhangend met nekbewegingen of
verminderde kracht van arm- of handspieren (cervicaal radiculair syndroom)
● dyspneu, pijn op de borst
● gewrichtsklachten elders, reumatoïde artritis in de voorgeschiedenis, tekenen van synovitis, zoals
warmte of koorts
● klachten die niet passen bij de leeftijd
DIAGNOSTISCH PROCES
Er zijn drie diagnostische groepen:
1. Schouderklachten mét passieve bewegingsbeperking, voornamelijk in exorotatie en/of
abductierichting
2. Schouderklachten zónder passieve bewegingsbeperking en mét een pijnlijk traject in de abductie
3. Overige schouderklachten zónder passieve bewegingsbeperking en zónder pijn in abductietraject