MENISCECTOMIE
INLEIDING
Risicofactoren voor het krijgen van meniscuslaesie zijn sporten en pre-existente problemen met betrekking tot
de knie.
Na een meniscectomie is de kans op vroegtijdige ontwikkeling van artrose verhoogd. Het is aannemelijk dat
totale verwijdering vaker tot vroegtijdige artrose lijdt dan partiële.
Het natuurlijk beloop na een meniscectomie is afhankelijk van de lokalisatie (mediaal of lateraal), de aard van
het letsel en de preoperatieve situatie. Binnen 2 weken moet er een verbetering te zien zijn; vanaf ongeveer 6
weken na de meniscectomie moet de patiënt weer normaal ADL-activiteiten kunnen uitvoeren.
Bevorderende prognostische factoren Belemmerende prognostische factoren
- Participatie in sport (preoperatief) - Gecompliceerd letsel
- Goede voorbereiding op sport - Plaats resectie
(postoperatief) - Hoeveelheid verwijderd weefsel
- Financiële compensatie van werkgever
- Eerder knieoperatie(s)
- Preoperatieve pijn
VERWIJZING VERSUS DIRECTE TOEGANG FYSIOTHERAPIE (DTF)
Fysiotherapie bij langdurige preoperatieve klachten, artrotische verschijnselen van de knie, spieratrofie
(links-rechts verschil), patiënten die slecht lopen, irrationele angst voor bewegen, relevante comorbiditeiten,
patiënten die belang hebben bij een snelle reïntegratie.
Alarmsignalen na een meniscectomie
- Persisterende onbegrepen pijn
- (te) Lage belastbaarheid van de knie (afwijkend beloop)
- Ontstekingsverschijnselen als gevolg van (postoperatieve) infectie en/of
- Persisterende ontstekingsverschijnselen
Belangrijkste symptomen
- PIJn is niet provoceerbaar of reduceerbaar bij het uitoefenen van functies en het uitvoeren van
activiteiten
- Zwelling neemt niet af
- Knie wordt niet dunner, ondanks bewegen en/of oefenen
DIAGNOSTISCH PROCES
Inspectie en palpatie
- Aard en ernst (postoperatief) - hydrops (zwelling in loop van tijd, vocht verplaatsen met fluctuatietest),
synovitis (harde zwelling, verdikte kapselplooi, temperatuur, vocht), temperatuur, kleur/roodheid,
vorm van knie, pijn in relatie tot lokalisatie
- Statiek, standsafwijkingen van knie (pijn in rust, staand en tijdens gaan)
INLEIDING
Risicofactoren voor het krijgen van meniscuslaesie zijn sporten en pre-existente problemen met betrekking tot
de knie.
Na een meniscectomie is de kans op vroegtijdige ontwikkeling van artrose verhoogd. Het is aannemelijk dat
totale verwijdering vaker tot vroegtijdige artrose lijdt dan partiële.
Het natuurlijk beloop na een meniscectomie is afhankelijk van de lokalisatie (mediaal of lateraal), de aard van
het letsel en de preoperatieve situatie. Binnen 2 weken moet er een verbetering te zien zijn; vanaf ongeveer 6
weken na de meniscectomie moet de patiënt weer normaal ADL-activiteiten kunnen uitvoeren.
Bevorderende prognostische factoren Belemmerende prognostische factoren
- Participatie in sport (preoperatief) - Gecompliceerd letsel
- Goede voorbereiding op sport - Plaats resectie
(postoperatief) - Hoeveelheid verwijderd weefsel
- Financiële compensatie van werkgever
- Eerder knieoperatie(s)
- Preoperatieve pijn
VERWIJZING VERSUS DIRECTE TOEGANG FYSIOTHERAPIE (DTF)
Fysiotherapie bij langdurige preoperatieve klachten, artrotische verschijnselen van de knie, spieratrofie
(links-rechts verschil), patiënten die slecht lopen, irrationele angst voor bewegen, relevante comorbiditeiten,
patiënten die belang hebben bij een snelle reïntegratie.
Alarmsignalen na een meniscectomie
- Persisterende onbegrepen pijn
- (te) Lage belastbaarheid van de knie (afwijkend beloop)
- Ontstekingsverschijnselen als gevolg van (postoperatieve) infectie en/of
- Persisterende ontstekingsverschijnselen
Belangrijkste symptomen
- PIJn is niet provoceerbaar of reduceerbaar bij het uitoefenen van functies en het uitvoeren van
activiteiten
- Zwelling neemt niet af
- Knie wordt niet dunner, ondanks bewegen en/of oefenen
DIAGNOSTISCH PROCES
Inspectie en palpatie
- Aard en ernst (postoperatief) - hydrops (zwelling in loop van tijd, vocht verplaatsen met fluctuatietest),
synovitis (harde zwelling, verdikte kapselplooi, temperatuur, vocht), temperatuur, kleur/roodheid,
vorm van knie, pijn in relatie tot lokalisatie
- Statiek, standsafwijkingen van knie (pijn in rust, staand en tijdens gaan)
