ARTROSE HEUP-KNIE
INLEIDING
Artrose is de meest voorkomende aandoening van het houding- en bewegingsapparaat, waarbij de heup en
knie tot de meest voorkomende lokalisaties behoren. Kenmerkend is een langzaam en wisselend progressief
verlies van gewrichtskraakbeen.
- Kraakbeenverlies
- Veranderingen in subchondrale bot
- Woekeringen van bot optreden aan de gewrichtsranden (vorming van osteofyten)
- Synnoviale membraan kan geprikkeld zijn → gewrichtsontsteking
- Risicofactoren - leeftijd (piek rond 79 jaar)
- Pijn is het belangrijkste symptoom van heup- en/of knieartrose. Vooral bij starten van beweging en
langdurige belasting. In latere fasen ook pijn in rust en nachtelijke pijn.
- Stijfheid is meestal startstijfheid, die na enkele minuten verdwenen is.
- Aan de gewrichtsranden kunnen benige zwellingen (osteofyten) worden gepalpeerd, die gevoelig zijn
bij druk.
- Crepitaties die worden gehoord en gevoeld
- Soms een ontstekingsreactie op synovium
- Bewegingsbeperkingen van het gewricht
- Standsveranderingen
Klinisch beeld - specifiek voor heupartrose Klinisch beeld - specifiek voor knieartrose
- 45 jaar of ouder - 45 jaar of ouder
- Pijnklachten langer dan 3 maanden, met - Pijnklachten langer dan 3 maanden
name bij belasten - Ochtendstijfheid korter dan 30 minuten
- Pijn in lies of dijbeen soms in de bil of lage - Pijnklachten bij belasten
rug - Crepitaties bij bewegingsonderzoek
- Verminderde endorotatie, exorotatie, - Gevoeligheid van benige structuren
retroflexie en anteflexie, benig eindgevoel - Benige zwelling
- Krachtsverlies van heupabductoren - Geen warmte bij palpatie
- Startpijn en/of -stijfheid bij bewegen - Krachtsverlies knie-extensoren
- Pijn bij palpatie over ligamentum - Startpijn en/of -stijfheid bij bewegen
inguinale
Beloop - zeer heterogeen. Langzaam voortschrijdend proces, waarbij perioden van relatieve stabiliteit zonder
veel symptomen worden afgewisseld met perioden met meer klachten.
Prognostische factoren voor beloop
- Functies en anatomische eigenschappen
- Veel pijn
- Verminderde kracht m. quadriceps
- Grote radiologische afwijkingen bij initiële presentatie
- Activiteiten en participatie
- Veel beperkingen in dagelijkse activiteiten
- Persoonlijke en omgevingsfactoren
- Hoge leeftijd
- Vrouwelijk geslacht
- Genetische aanleg
, - Overgewicht
- Slechtere algehele gezondheid en minder vitaliteit
- Musculoskeletale comorbiditeit
- Overige comorbiditeiten (hart-long aandoeningen, diabetes, visus- of gehoorproblemen)
- Psychosociaal functioneren (depressie, angst, copingstijl, cognitie)
Vrijwel alle bovengenoemde prognostische factoren spelen ook een rol bij het functioneel herstel na een
gewrichtsvervangende operatie. Daarnaast wordt het beloop na een totale heup- of knieoperatie mede
bepaald door de mate en de snelheid van het herstel na de ingreep en aspecten als angst voor de operatie en
de gevolgen daarvan.
Stepped care principe - in overleg met de patiënt, wordt begonnen met relatief eenvoudige modaliteiten en
pas in een later stadium meer complexe, intensieve of invasieve vormen van zorg worden geïntroduceerd.
Rol van fysiotherapeut - voorlichting, leefstijladvisering en oefentherapie.
DIAGNOSTISCH PROCES
American College of Rheumatology (ACR) - behulpzaam bij het herkennen van specifieke klinische kenmerken
van heup- en knieartrose.
Anamnese
- Centraal - hulpvraag, verwachtingen van therapie en beloop van klachten
- Functies en anatomische eigenschappen - pijn, zwelling, ochtend- en/of startstijfheid,
bewegingsbeperkingen, spierkracht, koorts, wondherstel, ontstaan, warmte, giving way of
INLEIDING
Artrose is de meest voorkomende aandoening van het houding- en bewegingsapparaat, waarbij de heup en
knie tot de meest voorkomende lokalisaties behoren. Kenmerkend is een langzaam en wisselend progressief
verlies van gewrichtskraakbeen.
- Kraakbeenverlies
- Veranderingen in subchondrale bot
- Woekeringen van bot optreden aan de gewrichtsranden (vorming van osteofyten)
- Synnoviale membraan kan geprikkeld zijn → gewrichtsontsteking
- Risicofactoren - leeftijd (piek rond 79 jaar)
- Pijn is het belangrijkste symptoom van heup- en/of knieartrose. Vooral bij starten van beweging en
langdurige belasting. In latere fasen ook pijn in rust en nachtelijke pijn.
- Stijfheid is meestal startstijfheid, die na enkele minuten verdwenen is.
- Aan de gewrichtsranden kunnen benige zwellingen (osteofyten) worden gepalpeerd, die gevoelig zijn
bij druk.
- Crepitaties die worden gehoord en gevoeld
- Soms een ontstekingsreactie op synovium
- Bewegingsbeperkingen van het gewricht
- Standsveranderingen
Klinisch beeld - specifiek voor heupartrose Klinisch beeld - specifiek voor knieartrose
- 45 jaar of ouder - 45 jaar of ouder
- Pijnklachten langer dan 3 maanden, met - Pijnklachten langer dan 3 maanden
name bij belasten - Ochtendstijfheid korter dan 30 minuten
- Pijn in lies of dijbeen soms in de bil of lage - Pijnklachten bij belasten
rug - Crepitaties bij bewegingsonderzoek
- Verminderde endorotatie, exorotatie, - Gevoeligheid van benige structuren
retroflexie en anteflexie, benig eindgevoel - Benige zwelling
- Krachtsverlies van heupabductoren - Geen warmte bij palpatie
- Startpijn en/of -stijfheid bij bewegen - Krachtsverlies knie-extensoren
- Pijn bij palpatie over ligamentum - Startpijn en/of -stijfheid bij bewegen
inguinale
Beloop - zeer heterogeen. Langzaam voortschrijdend proces, waarbij perioden van relatieve stabiliteit zonder
veel symptomen worden afgewisseld met perioden met meer klachten.
Prognostische factoren voor beloop
- Functies en anatomische eigenschappen
- Veel pijn
- Verminderde kracht m. quadriceps
- Grote radiologische afwijkingen bij initiële presentatie
- Activiteiten en participatie
- Veel beperkingen in dagelijkse activiteiten
- Persoonlijke en omgevingsfactoren
- Hoge leeftijd
- Vrouwelijk geslacht
- Genetische aanleg
, - Overgewicht
- Slechtere algehele gezondheid en minder vitaliteit
- Musculoskeletale comorbiditeit
- Overige comorbiditeiten (hart-long aandoeningen, diabetes, visus- of gehoorproblemen)
- Psychosociaal functioneren (depressie, angst, copingstijl, cognitie)
Vrijwel alle bovengenoemde prognostische factoren spelen ook een rol bij het functioneel herstel na een
gewrichtsvervangende operatie. Daarnaast wordt het beloop na een totale heup- of knieoperatie mede
bepaald door de mate en de snelheid van het herstel na de ingreep en aspecten als angst voor de operatie en
de gevolgen daarvan.
Stepped care principe - in overleg met de patiënt, wordt begonnen met relatief eenvoudige modaliteiten en
pas in een later stadium meer complexe, intensieve of invasieve vormen van zorg worden geïntroduceerd.
Rol van fysiotherapeut - voorlichting, leefstijladvisering en oefentherapie.
DIAGNOSTISCH PROCES
American College of Rheumatology (ACR) - behulpzaam bij het herkennen van specifieke klinische kenmerken
van heup- en knieartrose.
Anamnese
- Centraal - hulpvraag, verwachtingen van therapie en beloop van klachten
- Functies en anatomische eigenschappen - pijn, zwelling, ochtend- en/of startstijfheid,
bewegingsbeperkingen, spierkracht, koorts, wondherstel, ontstaan, warmte, giving way of