100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Samenvatting Globale Juridische Omgeving, alle gastcollege's samengevat

Beoordeling
3,0
(3)
Verkocht
5
Pagina's
49
Geüpload op
24-03-2019
Geschreven in
2018/2019

Alle gastcolleges van globale juridische omgeving (Geert Van Calster). Hierdoor behaalde ik een 18/20. Deze samenvatting is alles wat vereist is om het examen te slagen. Dit is het juridische deel van Globale politieke en juridische omgeving. Masterjaar Handelswetenschappen - Internationaal zakenwezen.

Meer zien Lees minder
Instelling
Vak











Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Geschreven voor

Instelling
Studie
Vak

Documentinformatie

Geüpload op
24 maart 2019
Aantal pagina's
49
Geschreven in
2018/2019
Type
Samenvatting

Onderwerpen

Voorbeeld van de inhoud

Globale politieke omgeving
Inleiding: van Ideaal naar Gemeenschap naar Unie
Europees president: Donald Tusk
Schuman Plan: BENELUX, Duitsland en Italië: plan voor Kolen en Staal: begin Europese Unie.
BENELUX: 1944 opgericht.
BLEU: Belgisch Luxemburg economische unie.

Bestuursniveaus

 Lokaal: gemeentes en provincies
 Regionaal: Vlaamse gemeenschap, Vlaams gewest
 Federaal
 EU
 Internationaal: VN, WTO, IMF, World Bank, ..

 EU en internationaal begint meer en meer te
botsen. EU is bv geen lid van de VN (geen stemrecht).




Mercosur, Asean, .. zijn allemaal economische zones 
gaan niet zo ver als de EU.

Raad van Europa
Raad Europa staat volledig los van EU, is ouder dan de Europese Unie (1949).
 Zetel in Straatsburg
 bevat hele continent, ook Turkije, Rusland etc. (47 lidstaten)
 kan geldboetes opleggen maar soms niet uitvoerbaar.
 EVRM: Europees verdrag van de rechten van de mens: Enige internationaal hof dat
mensenrechten kan afdwingen. Dit is permanente instelling.

Europese unie = verdragsrechtelijke constitutionele rechtsorde
2 verdragen waarop EU is opgericht:

 Verdrag betreffende de Europese unie
 Verdrag betreffende de werking van de Europese unie

De staten richten de Unie op  zij dragen bevoegdheden over aan de Unie.

Geschiedenis:

 1951: EGKS (European Coal and steel community)
 1957: EEG en Euratom (Verdrag van Rome): Euratom = voor nucleaire energie
 1965: Fusieverdrag
 1985: Schengenverdrag: UK en Ierland is GEEN lid
 1986: Single European Act (SEA): eengemaakte economische zone.


1

,  1992: Verdrag van Maastricht: start Europese UNIE ipv Europese gemeenschap
 1997: Verdrag van Amsterdam
 2001: Verdrag van Nice
 2004: Verdrag tot vaststelling GW  negatief referenda gestemd: opvolger = Verdrag van
Lissabon, dit verdrag vervangt dit, Lissabon bepaalt hoe EU er nu uit ziet.
 2007: Verdrag van Lissabon (1 december 2009)

Pijlers voor verdrag van Lissabon:

 European communities
 Common foreign & security policy
 Police & Judicial Cooperation

Na het verdrag van Lissabon:
 Pijlers verdwijnen maar bijzondere bepalingen voor GVBV (Gemeenschappelijk buitenlands en
veiligheidsbeleid)
 unanimiteit zorgt voor moeilijke beslissingsprocedure: bv sancties vs Rusland.
 Toch krijgt de EU een eigen buitenlandse diplomatieke dienst: “EEAS” (European External Action
Service: zitten overal in de wereld. Coördineren met ambassades in EU. )

Supranationaal karakter:
= je kan tegen leden ingaan en dingen afdwingen. Het is een overkoepelend tussenniveau.
Supranationaal heeft eigen bevoegdheden, dat is het verschil met internationaal.
EU recht komt boven nationaal recht. Kenmerken supranationaal karakter:

 Onafhankelijke instellingen
 Besluitvorming bij meerderheid
 Toezicht op nakoming Unierecht
 Eigen rechtsorde met voorrang en rechtstreekse werking

EU-instellingen:

 Europese raad: wordt voorgezeten
door Europese president.
 Raad van ministers: Oostenrijk zit nu
de raad voor van de raad van
ministers, dit wisselt af tussen
landen.
 Europese parlement: wordt direct
verkozen door volk.
 Agentschappen: bv Frontex: grensbewaking van Europa, Europees bankagentschap, ..
 ECB: Mario Draghi.
 Europese commissie: 28 commissarissen. Marian Thijssen is de commissaris van België.
Juncker is de president van buitenlandse commissie.

Europese commissie moet initiatief nemen voor besluitvorming, parlement heeft geen initiatiefrecht.
Daarna:

 Gewone wetgevingsprocedure: Europees parlement en raad van ministers
 Bijzondere wetgevingsprocedure: meestal overwicht naar raad van ministers.


2

,rechtsgrond: verdrag van EU of verdrag (zie pagina 1) werking Europese unie: hiernaar kijken om te
weten wie bevoegd is.


Bronnen unierecht:

 Primair recht van de EU: bevatten de basis- of grondregels voor alle EU-activiteiten.
 Verdragen, Protocollen, Handvest, Grondrechten en algemene beginselen
(Protocol: aanvulling op verdrag. )
 Secundaire recht: bestaat uit wettelijke instrumenten die zijn gebaseerd op het primair recht
(=afgeleid recht)
o verordeningen: werkt onmiddellijk door in elk land, landen moeten dit doorvoeren
o Richtlijnen: lidstaten mogen dingen aanpassen aan richtlijnen. EU geeft kader maar
lidstaten moeten dit omzetten.
o besluit: individuele verordeningen: van toepassing op subgroep of bedrijf.
o aanbevelingen en adviezen: niet bindend.

Hof van Justitie van de Europese Unie:

 Bestaat uit een gerecht en een hof van justitie
 Hof van justitie is het hoogste EU rechtsorgaan
 Zetel in Luxembourg
 Rechters uit alle lidstaten
 Frans als werktaal: heel goede juridische taal: frans heeft meer juridische woordenschat.
maar elke officiële taal van de Unie (dus vb Engels, Bulgaars, ...) kan wel degelijk gebruikt
worden tijdens de procedures!

Ons recht is gebaseerd op codexen, Engels recht (common law) is gebaseerd op presidenten.

Voorrang & rechtstreekse werking
Voorrang
= EU-recht heeft altijd voorrang op nationaal recht.
Monisme: verdrag werkt rechtstreeks door in nationale rechtsorde.
 Bv wanneer BE een VN-verdrag tekent.
Dualisme: Alle internationale wetgeving, ook EU-recht, moet steeds worden omgezet door het
parlement: Ook een verordening moet dan omgezet worden tot lokale wetgeving. UK en Duitsland
werkt zo, BE niet.

Lidstaten EU zijn verplicht om volledige werking Unierecht te verzekeren. Voorrang is ontwikkeld in
rechtspraak: voor het eerst in 1964: COSTA/ENEL: dit zorgt voor de voorrang van het Europees recht.
 geldt voor primair en afgeleid Unierecht.
 Voorrang boven ELKE strijdige nationale norm, ook GW, toe te passen door élke nationale rechter
 Balans tussen grondwet en EU-recht blijft heel moeilijk.

Gevolgen van voorrang:

 Nationale wetgeving moet geïnterpreteerd worden conform met het unierecht.
 Buiten toepassing laten nationaal recht: Als een EU-wet strijdig is met de nationale
wetgeving, dan wordt de nationale wet geschrapt en gaat de EU-wet wel door.



3

,  Lidstaat is aansprakelijk bij niet geven voorrang (Francovich 1991).
Voorwaarden voor staat aansprakelijkheid te stellen (case 1 is verduidelijking):
o Bepaling met rechten voor particulieren
o Voldoende gekwalificeerde schending moet er zijn voor aansprakelijkheid
o Causaal verband moet er ook zijn.

Rechtstreekse werking
Particulieren kunnen rechtstreeks rechten putten uit het Unierecht (Van Gend & Loos arrest (1963)).
Inhoudelijke voorwaarden hiervoor:

 Wetgeving moet duidelijk zijn
 Wetgeving moet onvoorwaardelijk zijn:
Niet afhankelijk van discretionaire uitvoeringsmaatregel = dwz dat de staat heeft niet veel
marge hoe het precies zou moeten werken (wordt duidelijk in casus).

Men maakt een onderscheid tussen verticaal (particulier/ bedrijf tov de overheid) en horizontaal
(tussen particulieren/ tussen bedrijven)  wordt duidelijk in casus.

Primair recht: kan horizontaal en verticaal.
Voorbeeld:

 Mededingingsrecht: horizontaal
 markt moet vrij kunnen werken: geen kartel, monopolie etc.
 EU heeft hier veel macht
Er is nationale en Europese mededingingsautoriteit.
Horizontaal wil zeggen dat bv een bedrijf zich kan verzetten tegen monopolyvorming ander
bedrijf.
 Vier vrijheden: verticaal
= vrij verkeer v persoon, goederen, kapitaal en diensten.
Werken verticaal door: je kan je beroepen als particulier en de overheid dagvaarden op deze
wetgeving.
Voorbeeld: Je studeert in Roemenië (niet als Erasmus) en je merkt dat alle lokale studenten
hier een beurs krijgen en jij niet.

Secundair recht:

 Zelfde inhoudelijke vereisten
 Maar let op aard van de norm: rechtstreekse toepasselijkheid: al dan niet omzetting
Verordening: kan verticaal en horizontaal
 Richtlijn, omzetting nodig: enkel verticaal!
 Verordening: altijd rechtstreekse werking, een richtlijn niet.
Als richtlijn niet is omgezet, dan heeft ze pas rechtstreekse werking. Op een omgezette
richtlijn kan je je niet beroepen, deze is omgezet en kan je dus niet aanklagen.

Wanneer heeft richtlijn rechtstreekse werking, voorwaarden:

 De omzettingstermijn moet zijn verstreken (niet omgezet of onjuist omgezet)
 Voldoende duidelijk en onvoorwaardelijk
 Tegenover lidstaat (enkel verticaal, niet horizontaal; Faccini Dori-arrest)
Richtlijn is dus enkel tegen staat.


4
€9,99
Krijg toegang tot het volledige document:
Gekocht door 5 studenten

100% tevredenheidsgarantie
Direct beschikbaar na je betaling
Lees online óf als PDF
Geen vaste maandelijkse kosten


Ook beschikbaar in voordeelbundel

Beoordelingen van geverifieerde kopers

Alle 3 reviews worden weergegeven
4 jaar geleden

4 jaar geleden

Toch raar, dat andere 4 sterren geven en jij 1 ster geeft op alle samenvattingen. We zullen zien of jij ook met grote onderscheiding zal afstuderen. Als de prof jouw examen even eerlijk beoordeelt als jij deze samenvattingen, dan mag je blij zijn met een zomer vol herexamens.

4 jaar geleden

Ik denk dat jij blij moet zijn met het feit dat de prof niet weet dat dit gewoon diefstal is van zijn intellectueel eigendom. Misschien zal dat veranderen als hij weet dat je geld vraagt door zijn slides gewoon over te nemen.

5 jaar geleden

6 jaar geleden

3,0

3 beoordelingen

5
1
4
0
3
1
2
0
1
1
Betrouwbare reviews op Stuvia

Alle beoordelingen zijn geschreven door echte Stuvia-gebruikers na geverifieerde aankopen.

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
De reputatie van een verkoper is gebaseerd op het aantal documenten dat iemand tegen betaling verkocht heeft en de beoordelingen die voor die items ontvangen zijn. Er zijn drie niveau’s te onderscheiden: brons, zilver en goud. Hoe beter de reputatie, hoe meer de kwaliteit van zijn of haar werk te vertrouwen is.
laurensvleugels Katholieke Universiteit Leuven
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
320
Lid sinds
6 jaar
Aantal volgers
224
Documenten
6
Laatst verkocht
1 jaar geleden
Handelswetenschappen KuLeuven grote onderscheiding

Alle vakken van het schakeljaar en masterjaar handelswetenschappen kan je vinden op mijn profiel (KuLeuven campus Carolus Antwerpen). Door deze samenvattingen ben ik met grote onderscheiding afgestudeerd.

3,4

72 beoordelingen

5
14
4
20
3
26
2
3
1
9

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo makkelijk kan het dus zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen