- Reproduceerbaarheid (meetfout)
- Sensitiviteit / specificiteit
- Responsiviteit
- Validiteit
- Richtlijnen
Klinimetrische validiteit
- Reproduceerbaarheid
- Validiteit
- Responsiviteit
Betrouwbaarheid
Of je mensen van elkaar kunt onderscheiden
Of je kunt meten of iemand iets wel / niet heeft (gouden standaard)
Behandelde testen in de colleges (onder stappen raamwerk klinimetrie):
- Hip Injury and Osteoarthritis Outcome Score (HOOS)
- Patiënt Specifieke Klachten (PSK)
- Timed Up and GO (TUG)
- 6-Minuten Wandeltest (6MWT)
- 30sec Chair Stand Test (30s CST)
Wat is de meerwaarde van een test / vragenlijst?
Protocol:
- Astrand test
- 6MWT
- Steep ramp test
- 5M shuttle sprint
- 5M shuttle run
, Onderzoek in de gezondheidszorg
H6: Methoden
Je kunt de variabelen in je onderzoek op verschillende manieren meetbaar maken, oftewel
operationaliseren. Je vertaalt de variabelen als het ware in meetinstrumenten. Binnen de
gezondheidszorg zijn veel verschillende methoden beschikbaar om variabelen te operationaliseren.
Je kunt gebruikmaken van:
- Bestaande gegevens Binnen elke gezondheidszorginstelling worden statussen of medische
dossiers bijgehouden, waarin de gegevens van iedere individuele patiënt geregistreerd zijn.
Een praktische voordeel hier aan is o.a. dat de onderzoeksvraag snel en efficiënt te
beantwoorden is, zonder dat je daar patiënten mee lastig hoeft te vallen. Een van de nadelen
is echter dat deze dossiers niet speciaal voor het onderzoek zijn aangelegd.
- Methoden om nieuwe data te verzamelen Kwantitatief en kwalitatief onderzoek. Dit kan
via verschillende methoden:
o Kwantitatief:
Vragenlijsten
Bestaande tests
Metingen aan het lichaam
Diagnostische tests
o Kwalitatief:
Interview
Focusgroepdiscussie
Observatie
De keuze voor een meetinstrument is o.a. afhankelijk van de onderzoeksvraag, de onderzoeksopzet
en het soort informatie dat je verzamelt. Aangeraden wordt om vooraf de literatuur te bestuderen,
om een beeld te krijgen van de methoden die het meest gebruikt worden om onderzoek te doen
naar een bepaald onderwerp. De kwaliteit van een meetinstrument wordt bepaald door de
betrouwbaarheid en de validiteit van het meetinstrument.
Betrouwbaarheid geeft aan hoe precies de meting is. Andere woorden voor betrouwbaarheid zijn
precisie en reproduceerbaarheid. Bij betrouwbaarheid staat de vraag centraal of je steeds hetzelfde
meet. Met andere woorden: is het resultaat van een meting hetzelfde als je de meting zou herhalen?
Systematische fouten beïnvloeden de validiteit. Bij betrouwbaarheid gaat het om de afwezigheid van
toevallige fouten. Bij toevallige fouten wijkt het resultaat door toeval af van de werkelijkheid. De
richting van de afwijking is niet steeds hetzelfde, waardoor deze fouten elkaar bij voldoende
metingen kunnen opheffen. Als je de meting maar vaak genoeg herhaalt, benader je, gemiddeld
gezien, steeds dichter de werkelijke waarde. De beste remedie tegen het optreden van toevallige
fouten is herhaaldelijk meten. Hoe vaker je een meting herhaalt, des te betrouwbaarder de schatting
van de werkelijke waarde.
De betrouwbaarheid van een meetinstrument kan op verschillende manieren worden beoordeeld:
1. Intrabeoordelaarbetrouwbaarheid Om dit te bepalen wordt de test door één onderzoeker
bij dezelfde personen herhaalt. Als dit steeds hetzelfde resultaat oplevert, is er sprake van
een hoge intrabeoordelaarheid. Dus tussen 2 metingen van dezelfde persoon.
2. Interbeoordelaarbetrouwbaarheid Om dit te bepalen wordt dezelfde test of meting door
twee of meer onderzoekers bij dezelfde personen gedaan. Achteraf wordt gekeken in