Preventie
Les 3.1 ~ Preventie en gezondheidsbevordering in de
GGZ
Doelen
- Uitleggen wat de preventieve taak van de verpleegkundige is bij zorgvragers met
psychische stoornissen
- Uitleggen welke algemene barrières er zijn ten aanzien van gezondheidsbevordering
in de GGZ
- De essentie van signaleringsplannen verwoorden met behulp van een voorbeeld
Literatuur
- Gezondheidsbevordering en zelfmanagement door verpleegkundigen en
verpleegkundig specialisten (BSL)
o 5.5 ~ Intervention Mapping Stap 1 – Analyse van het gezondheidsprobleem
o 5.6 ~ Intervention Mapping Stap 2 – Analyse van leefstijl en gedrag
- Expertisecentrum de Borg (Zie link)
Intervention Mapping
Stap 1 ~ Gezondheidskundige analyse of needs assesment
Stap 2 ~ Definiëren van de gedragsdoelen en specificeren van de veranderingen die
hiervoor nodig zijn
Stap 3 ~ Theory-based methoden en theorieën, om de intentie en het gedrag te
veranderen
Stap 4 ~ Ontwerp van de gezondheidskundige interventie
Stap 5 ~ Implementatieplan (=Uitvoeren)
Stap 6 ~ Evaluatie
,In Intervention Mapping Stap 1 verkennen we of gezondheidsbevordering kan bijdragen aan
de oplossing van het gezondheidsprobleem.
Valkuilen stap 1, de analyse van het gezondheidsprobleem;
- Gezondheidskundige analyse van een niet-bestaand probleem. Ontwikkel geen
interventie voor een probleem dat bij nader inzien niet of nauwelijks bestaat.
- Geen relatie tussen gezondheidsprobleem en gedrag van betrokkenen.
Door het gebruiken van gezondheidsindicatoren kom je er achter de ernst van een
gezondheidsprobleem. De ernst geeft de gevolgen van een gezondheidsprobleem weer voor
de kwaliteit van leven. Door gebruik van gezondheidsindicatoren verkrijg je cijfermatig
inzicht in het gezondheidsprobleem;
- Morbiditeit
- Levensverwachting
- Aantal verloren levensjaren
- Mogelijke multimorbiditeit
- Gezondheidsverschillen
- Ervaren gezondheid
Gedrag/Leefstijl heeft een belangrijk invloed op de meeste gezondheidsproblemen.
Gezondheidsgedragingen kunnen worden onderverdeeld in;
- Gezondheidsschadend gedrag; Health-impairing behavior. Heeft een negatief effect
op de gezondheid of heeft als gevolg dat een persoon komt bloot te staan aan het
gezondheidsprobleem.
- Gezondheid bevorderend gedrag; Health-enhancing behavior. Leidt tot
gezondheidswinst of beschermt de patiënt tegen het ontstaan of het verergeren van
gezondheidsproblemen.
Gedragsanalyse = Inventarisatie van de (gezondheids)gedragingen die het
gezondheidsprobleem veroorzaken, verergeren of in stand houden.
Doel van Intervention Mapping Stap 1.2 ~ Gedragingen in kaart brengen die een relatie
hebben met het gezondheidsprobleem.
Omgevingsanalyse = Inventarisatie van de omgevingsfactoren die het gezondheidsprobleem
veroorzaken, verergeren of in stand houden.
Doel van Intervention Mapping Stap 1.3 ~ Relevante omgevingsfactoren in kaart brengen die
een relatie hebben met het gezondheidsprobleem.
Analyse van leefstijl & Gedrag Intervention Mapping stap 1
Welke invloed heeft leefstijl & gedrag op je gezondheid.
Gezondheidsdeterminanten = Factoren die maken dat mensen zich op een bepaalde manier
gedragen, dus de achterliggende redenen van mensen om bepaald gedrag te vertonen.
Gezondheidsgedrag is complex;
- Meerdere leefstijlfactoren kunnen een rol spelen bij één gezondheidsprobleem
, - Weten of je je risicovol gedraagt
- Gedrag kan bestaat uit meerdere deelgedragingen
Bij het analyseren van gedrag is het belangrijk dat de patiënt zelf wel weet of diegene
gezond of ongezond gedrag vertoont, want als de patiënt zelf niet eens door heeft dat die
ongezond gedrag vertoont, wordt het een hele klus om het dan daadwerkelijk te
veranderen.
TPB-model = Theory of Planned Behavior
ASE-model = Attitude – Sociale invloed – Eigen effectiviteit
Met behulp van het ASE-model kun je het gedrag en leefstijl van een patiënt onderbouwen.
De modellen kunnen mensen redenen waarom zij zich op een bepaalde manier gedragen.
Het model laat je duidelijk zien waar de knelpunten voor veranderingen precies zitten.
De gedragsdeterminanten in ASE-model zijn; attitudes, sociale invloed en eigen-effectiviteit.
Externe variabelen
- Indirecte invloed op het gedrag van mensen
- Je hebt er zelf geen invloed op
- Bijvoorbeeld lengte, stemming of geslacht
Attitudes
- Houding ten opzichte van het gedrag wat je door kennis/informatie hebt opgenomen
- Voor- en nadelen afwegen
- Je eigen mening over iets
Subjectieve normen of sociale invloed
- Opvattingen van mensen om je heen, ook wel referentieopvatting genoemd.
- Sociale steun (positief) en sociale druk (negatief)
Waargenomen gedragscontrole of eigen-effectiviteit
- Inschatting die een persoon maakt van de haalbaarheid van het gedrag
- ‘Denk je dat je het kunt?’
- Je eigen zelfbeeld op iets
Intentie ‘het van plan zijn’
- De overtuiging om ander gedrag te laten zien
- Het omzetten van een positieve intentie in het gewenste gedrag is meestal niet
eenvoudig
Barrières
- Omstandigheden die het doel kunnen verstoren
- Barrières verstoren de relatie tussen de intentie en het gedrag van een persoon