Stageopdracht jaar 2
Naam student:
Studentnummer:
Groep:
Naam examinator:
Studieonderdeel:
Studiegidsnummer:
Stage:
Aantal woorden (excl. titelblad, tabellen, inhoudsopgave,
bronnenlijst): 1586 woorden
Inleverdatum:
,Inhoudsopgave
Fase I: Verkenning................................................................................................................................. 2
Fase II: Explicitering............................................................................................................................... 3
Fase III: Analyse.................................................................................................................................... 4
Fase IV: Afweging.................................................................................................................................. 6
Fase V: Aanpak..................................................................................................................................... 7
Bronnenlijst............................................................................................................................................ 8
1
, Fase I: Verkenning
Casus
Dhr. X, 91-jarige weduwnaar, woont alleen in een alleenstaand huis. Dhr heeft een zoon die
in de buurt woont. In de middag komt de zoon van dhr langs maar in de nacht is dhr alleen.
Dhr heeft diabetes mellitus type II waarvoor elke dag insuline moet worden gespoten. De
thuiszorg komt drie keer op een dag (08:00, 12:00 en 18:00) bij dhr langs voor ADL zorg en
medicatie. Dhr is heel vaak verward (hallucinaties, onrustig) wat steeds verergert en hierdoor heeft
dhr meer zorg nodig. De zorgtijden worden nu vier keer op een dag (08:00, 12:00, 18:00 en 22:00).
Omdat dhr steeds sneller achteruitgaat wordt er ook twee zorgmomenten ingepland voor in de
nacht. Dhr heeft veel pijn, vooral in de handen en polsen waar dhr waarschijnlijk veel vocht
vasthoudt, waarvoor dhr morfine krijgt. Dhr krijgt ook haldol voor zijn onrust.
De prognose voor dhr is slecht en bevindt zich in een terminale fase. Omdat dhr op zichzelf
woont en meestal alleen is, voelt het niet fijn voor de nachtverpleegkundigen om dhr weer te
verlaten na de verleende zorg. Hierdoor is er waakzorg aangeboden, zodat er in de nachten altijd
iemand bij dhr blijft en er een fijn gevoel is voor zowel de verpleegkundigen als dhr zelf. De zoon van
dhr daarentegen wilt dit niet en heeft vrede met de nachtzorg hoe die nu is. Dhr zelf kan hier geen
mening over geven door zijn verwardheid.
Moreel dilemma: dhr is terminaal en is in de meeste gevallen alleen thuis, vooral in de nacht. De
zoon van dhr vindt waakzorg niet nodig. Hierdoor wordt dhr helemaal alleen gelaten zodra de
nachtzorg weer moet vertrekken, wat de verpleegkundigen niet fijn vinden. Ik als
wijkverpleegkundige vraag mezelf af wat hier de beste keuze is, om er zo voor te zorgen dat het voor
zowel de verpleegkundigen als dhr en de zoon van dhr een fijn gevoel geeft over de zorg rondom
dhr.
1. Welke vragen roept deze casus op?
- Hoe onrustig is dhr in de nacht?
- Wat veroorzaakt de onrust? Pijn?
- Heeft dhr een verhoogd risico op vallen uit bed?
- Heeft dhr 24uur nabijheid nodig?
2