Glossary
Mediatechnieken
verkennen
, Hoofdstuk 1: Werken met tekst
Abstract karakter Een letter, ongeacht het lettertype.
Alfabet Groep abstracte karakters, waarin een taal kan worden geschreven.
Ascenders Letters met uitsteeksels aan de bovenkant, boven de x-hoogte.
ASCII American Standard Code for Information Interchange. De meest gebruikte
karakersetstandaard.
Baseline Denkbeeldige lijn waarop digitale tekst “geschreven” is.
Bitmaplettertype Lettertype waarbij de letters worden weergegeven als rasterafbeeldingen.
Capheight De hoogte van hoofdletters
Centered Uitlijning van een tekstblok waarbij alle regels gecentreerd worden, waarbij
de marges links en rechts van het tekstblok even groot zijn, maar niet alle
tekstregels in het tekstblok even breed zijn.
CSS Cascading Style Sheets; specifieke taal die wordt gebruikt om stylesheets
mee te maken. Deze sheets verzorgen de lay-out van XHTML- en
XML-documenten.
Cursief lettertype Lettertype met letters die standaard naar rechts hellen; dit ligt dus al vast in
het lettertype zelf.
Descenders Lettertype met uitsteeksels aan de onderkant.
Display font Lettertype dat niet geschikt is voor lange tekstfragmenten, maar wel voor
korte stukjes tekst die de aandacht moeten trekken, zoals een tekst op een
poster.
EBCDIC Een oude standaard voor karaktersets, ontwikkeld door IBM en vooral op
besturingssystemen en servers van IBM nog in gebruik.
Embedden Het opnemen van een lettertype in een digitale productie, om ervoor te
zorgen dat de eindgebruiker toegang heeft tot het lettertype.
Font Verzameling bij elkaar horende glyphs, zoals Times New Roman of Arial.
Glyph Grieks woord voor “teken”: grafische representatie van een karakter.
ISO 10646 Meerdimensionale karaktersets met subsets.
Karakterset Tabel waarin letters zijn gecodeerd als getallen.
Kerning Aanpassing van de ruimte tussen letters zodat deze meer gelijk verdeeld lijkt.
Leading De ruimte tussen verschillende baselines.
Lettertype Zie font.
Ligatuur Opeenvolging van meerdere letters die als 1 karakter worden weergegeven,
omdat dit de enige manier is om de combinatie van deze letters er goed uit
te laten zien.
Monospaced Lettertype waarbij de afstand tussen de letters overal even groot is.
lettertype
Monostyled Een productie die in één stijl en lettertype moet worden weergegeven.
Multistyled Een productie die in meerdere stijlen en/of lettertypen moet worden weer-
gegeven (bijv. een tekst met verschillende delen verschillend opgemaakt).
Open Type-lettertype Een outline-lettertype met uitgebreide typografie mogelijkheden, zoals het
aanbrengen van ligaturen. (OTF)
Outline-lettertype Lettertype waarbij de letters als vectoren worden weergegeven.
PostScript-lettertype Een populair outline-lettertype, waarbij de glyphs worden vastgelegd als
afbeeldingen in de Postscript-taal.
Mediatechnieken
verkennen
, Hoofdstuk 1: Werken met tekst
Abstract karakter Een letter, ongeacht het lettertype.
Alfabet Groep abstracte karakters, waarin een taal kan worden geschreven.
Ascenders Letters met uitsteeksels aan de bovenkant, boven de x-hoogte.
ASCII American Standard Code for Information Interchange. De meest gebruikte
karakersetstandaard.
Baseline Denkbeeldige lijn waarop digitale tekst “geschreven” is.
Bitmaplettertype Lettertype waarbij de letters worden weergegeven als rasterafbeeldingen.
Capheight De hoogte van hoofdletters
Centered Uitlijning van een tekstblok waarbij alle regels gecentreerd worden, waarbij
de marges links en rechts van het tekstblok even groot zijn, maar niet alle
tekstregels in het tekstblok even breed zijn.
CSS Cascading Style Sheets; specifieke taal die wordt gebruikt om stylesheets
mee te maken. Deze sheets verzorgen de lay-out van XHTML- en
XML-documenten.
Cursief lettertype Lettertype met letters die standaard naar rechts hellen; dit ligt dus al vast in
het lettertype zelf.
Descenders Lettertype met uitsteeksels aan de onderkant.
Display font Lettertype dat niet geschikt is voor lange tekstfragmenten, maar wel voor
korte stukjes tekst die de aandacht moeten trekken, zoals een tekst op een
poster.
EBCDIC Een oude standaard voor karaktersets, ontwikkeld door IBM en vooral op
besturingssystemen en servers van IBM nog in gebruik.
Embedden Het opnemen van een lettertype in een digitale productie, om ervoor te
zorgen dat de eindgebruiker toegang heeft tot het lettertype.
Font Verzameling bij elkaar horende glyphs, zoals Times New Roman of Arial.
Glyph Grieks woord voor “teken”: grafische representatie van een karakter.
ISO 10646 Meerdimensionale karaktersets met subsets.
Karakterset Tabel waarin letters zijn gecodeerd als getallen.
Kerning Aanpassing van de ruimte tussen letters zodat deze meer gelijk verdeeld lijkt.
Leading De ruimte tussen verschillende baselines.
Lettertype Zie font.
Ligatuur Opeenvolging van meerdere letters die als 1 karakter worden weergegeven,
omdat dit de enige manier is om de combinatie van deze letters er goed uit
te laten zien.
Monospaced Lettertype waarbij de afstand tussen de letters overal even groot is.
lettertype
Monostyled Een productie die in één stijl en lettertype moet worden weergegeven.
Multistyled Een productie die in meerdere stijlen en/of lettertypen moet worden weer-
gegeven (bijv. een tekst met verschillende delen verschillend opgemaakt).
Open Type-lettertype Een outline-lettertype met uitgebreide typografie mogelijkheden, zoals het
aanbrengen van ligaturen. (OTF)
Outline-lettertype Lettertype waarbij de letters als vectoren worden weergegeven.
PostScript-lettertype Een populair outline-lettertype, waarbij de glyphs worden vastgelegd als
afbeeldingen in de Postscript-taal.
