NATUURKUNDE: Technische automatisering
Automatsche systemen:
Een automatisch systeem reageert op signalen van buiten. Een automaat behandeld een signaal in 3
stappen:
INVOER VERWERKING UITVOER
S₁ S₂ S₃
“Waarnemen” “Denken” “Doen” S₄
Sensors* Elektrische schakelingen Actuatoren**
S₁ wordt veroorzaakt door een grootheid. Een sensor zet deze om in een elektrisch signaal = S₂. Deze
signalen heten ook wel de sensorspanning.
*Een sensor meet een grootheid. De eigenschappen van een sensor kunnen worden weergeven in
een ijkgrafiek. Hieruit kun je de gevoeligheid, de lineair en het bereik van de sensor meten.
De gevoeligheid bepaal je met de raaklijnmethode. De formule
is: ∆U/∆x. De eenheid van gevoeligheid is dan U/de eenheid
A van x.
-Wanneer de steilheid kleiner wordt (Punt A), dan wordt de
gevoeligheid ook minder.
C B
-Punt B geef het stuk weer waar de sensor lineair is. Een
sensor met een grotere lineariteit is makkelijker mee te
rekenen voor een automaat.
-Punt C geef het stuk weer waar de sensor zinvol kan meten.
(Bij een sensor hoort ook het meetbereik en de
nauwkeurigheid. Binnen de grenzen van het meetbereik wordt
nog
** En nauwkeurig
actuator gemeten.
verricht Dena
een acte nauwkeurigheid
aanleiding van komt met een
een afwijking,
metng deze wordt weergegeven in procenten en wil je zo
laag mogelijk houden.)
Er zijn 3 soorten systemen: een meetsysteem, een stuursysteem en een regelsysteem.
MEETSYSTEEM (A): Sensorspanning -> meetwaarde.
STUURSYSTEEM (B): Sensorspanning -> meetwaarde -> actie.
REGELSYSTEEM (C): Sensorspanning -> meetwaarde -> actie, die zichzelf kan stopzetten.
INVOER VERWERKING UITVOER
S₁ S₂ S₃
A “Grootheid “Spanning “Resultaat S₄
meten” digitaliseren” weergeven”
INVOER VERWERKING UITVOER
S₁ S₂ S₃
“Grootheid “Is S₂ > dan “Waarschuwen S₄
B waarnemen” gewenst?” ”
INVOER VERWERKING UITVOER
S₁ S₂ S₃
C “Grootheid “Is S₂ > dan “Acte” S₄
waarnemen” gewenst?”
Een regelsysteem moet een grootheid op een bepaalde waarde houden. Dit gebeurt d.m.v.
terugkoppeling