Organisatie en informatie
Hoofdstuk 1 organiseren en informeren
1.1.Belang van informate en ICT: ICT leidt tot grote veranderingen -> meer informate eschik aar,
informate opslaan en verspreiden gaat steeds eter en universeler.
1.2.Enkele egrippen gedefnieerd: organisatie = een samenwerkingsver and van mensen die met
elkaar communiceren -> actviteiten uitvoeren m v middelen en een relate onderhouden met de
omgeving gericht op het realiseren van epaalde doelen. Communicatie = proces van informate-
uitwisseling tussen personen -> het over rengen van informate door een zender met de edoeling
de mening of de handeling van de ontvanger daarmee te eïnvloeden. Bericht wordt verzonden ->
omgezet in een code -> ontvanger moet het decoderen = de etekenis uit de code halen en ruis
weghalen. Ruis komt voor in alle fasen van het communicateproces. Communicatimooie:
zender ericht medium ontvanger
terugkoppeling
Gegevens = o jectef waarneem are neerslag van feiten of kennis op een epaald medium, zodat
deze gegevens uitgewisseld kunnen worden. sym olen waar nog geen etekenis aan is gegeven.
informate = met elkaar in ver and ge rachte en geïnterpreteerde gegevens. De ontvanger geef er
etekenis aan en koppelt nieuwe gegevens aan elkaar.
Kennis = stelt mensen in staat om etekenis toe te kennen aan gegevens om daaruit informate te
genereren, waarmee deze kan worden ge ruikt om een eslissing te nemen of taak uit te voeren.
gegevens worden informate als ze voor de ontvanger een etekenis in een epaalde context
he en. Informatievoorziening = heef etrekking op alle middelen die nodig zijn voor het
verstrekken van informate. De informatie en communicatieeechnologie (ICT) wordt gevormd door
de kennis en middelen waarmee informate in en tussen organisates kan worden uitgewisseld:
- Hardware computers en randapparatuur
- Sofware programma’s en hun toepassingen
- Humanware opleiding, introducte en personeel.
De eisen en ehoefen van een organisate zijn epalend voor de communicate.
informatiesyseeem = geheel van mensen, machines en actviteiten gericht op het verzamelen en
verwerken van gegevens om te kunnen voorzien in de informate ehoefe van mensen innen en
uiten de organisate dus iedereen en alles wat zich ezighoudt met gegevens.
de essente van de huidige ICT is de connectivieeie = de ver ondenheid van alles met alles en
iedereen -> internet elangrijke rol. Internet en sociale media vormen het fundament van
connectviteit.
1.3.Informate als productemiddel: productemiddelen = middelden die nodig zijn om een product of
dienst te produceren. Informate is hier ij essenteel.
, 1.4.Impact van trends in ICT: er zijn 6 trends in de ICT:
1. Consumeratie van ICT zowel hard- en sofware als het gedrag van mensen thuis dringen
steeds meer door in organisates. Het meenemen naar het werk van de eigen ICT-apparaten
wordt ‘ ring your own devices BYOD)’ genoemd.
2. In de ‘cloud’ gaan cloud = een wereldwijd netwerk van datacentra die onderling met
elkaar zijn ver onden. Voordelen voor organisate van de cloud zijn fexi iliteit,
kosten esparend en overal kunnen werken. Het kent wel eveiligingsrisico’s en juridische
kwestes. Big data = het samen rengen van gestructureerde en ongestructureerde gegevens.
3. Grenzeloos neewerken grens virtuele en werkelijke wereld vervaagt.
4. Globalisering van werk uitvoeren in andere landen -> verschuiving van de
werkgelegenheid over de hele wereld en invloed van de ICT is in elke sector waarneem aar.
5. Kenniswerken steeds groter deel houdt zich ezig met het produceren, verzamelen of
verwerken van informate en kennis.
6. Ceneraal seaan van mobiel ‘het nieuwe werken’ = altjd en overal werken -> kosten
esparen, maar wel ge rek aan controle.
Hoofdstuk 2 coördinate en informate
2.1.Ar eidsverdeling en coördinate: arbeidsverdeling = het proces van opdelen van taken over
verschillende werknemers en afdelingen. Organisatieseruceuur = samenstel van afdelingen en
hiërarchische niveaus. Het voordeel van het he en van afdelingen is de onderlinge
overeenstemming van de afdelingstaken kan voor een groot deel innen de afdeling plaatsvinden
zonder andere afdelingen of hogere hiërarchische lagen hier ij te etrekken. Nadelen: pro lemen in
de communicate.
2.2.Primair proces en informate: er lijf altjd ehoefe aan informate-uitwisseling met andere
afdelingen en andere hiërarchische lagen in de organisate. Terwijl ar eidsverdeling innen de
afdeling voor een goede afstemming zorgt, ver reekt het de samenhang van de organisate. Zodra
afdelingen zijn gevormd en specifeke taken daaraan zijn toegewezen, worden elangrijke processen
en stromen doorgesneden. Het primaire proces wordt in stukjes gehakt en verdeeld over personen
en afdelingen -> coördinatepro lemen. Alle taken en werkzaamheden van een organisate moeten
op elkaar worden afgestemd en moeten worden gericht op de doelen van de organisate ->
coördinate. Coördineren is alleen mogelijk als de organisate eschikt over informate over datgene
wat de werknemers in de verschillende onderdelen van de organisate doen en moeten doen.
2.3.Coördinatemechanismen, asisonderdelen en organisatestructuren: de asismanieren om de
actviteiten onderling af te stemmen = coördinatiemechanismen. Elk van deze
coördinatemechanismen is overheersend in een epaald type organisatestructuur en geef macht
aan het asisonderdeel dat hiervoor verantwoordelijk is.
Elke organisate heef een van deze typen organisatestructuur of een mengvorm van 2 of meer
structuren. Mintz erg noemt deze structuren configuraties.
Configuratie Coördinatiemechanisme Dominane seruceuurelemene
Enerepreneursorganisatie Directe supervisie Strategische top
Machineorganisatie Standaardisate van werkprocessen Technostructuur
Professioneel organisatie Standaardisate van vaardigheden Uitvoerende kern
Divisieseruceuur Standaardisate van resultaat Middenkader
Adhocratie Onderlinge afstemming Ondersteunende staf
In elke
confgurate verschillen de manier waarop informate is geconcentreerd ij personen of afdelingen,
de wijze waarop de informate wordt doorgegeven en de aard en soort van de informate die
, verspreid wordt. Ook managers he en in verschillende organisatestructuren een andere
taakinhoud en andere informate ehoefen. Informatieproblemen informatevoorziening past
niet ij het type organisatestructuur. Kan ook andersom; de structuur past niet ij de huidige ICT-
mogelijkheden en ICT-eisen.
2.4.Relatei tussen organisatestructuur, coördinatemechanisme en informatesysteem:
Direce eoeziche manager staat aan het hoofd van een afdeling, die overzicht heef over het geheel
van de werkzaamheden van de afdelingsmedewerkers. Managers krijgen weer info van de top.
enerepreneursorganisatie jong en klein. De omgeving is weinig complex, maar wel dynamisch. De
macht zit ij de top, ij de ondernemer (entrepreneur) zelf. Geen sterke ar eidsverdeling. De
ondernemer is de aas -> zegt wat er gedaan moet worden en hij controleert of de opdrachten goed
zijn uitgevoerd. Hij emoeit zich met alle actviteiten in de organisate. Informate is informeel. De
informatistroom lopen van de afzonderlijke afdelingen naar de onderneming, hij stroomt niet
tussen de afdelingen. De informate-uitwisseling met de omgeving is het elangrijkste
aandachtsge ied voor de ondernemer. Alleen de ondernemer eschikt over de totaal informate ->
niks is vastgelegd -> organisate kwets aar -> top valt weg = organisate stuurloos.
Bij de seandaardisatie van de werkprocessen legt de organisate van tevoren in regels, formulieren,
handleidingen en werkvoorschrifen vast wat de wijze van werken is en hoe epaalde handelingen
moete worden verricht. Machineorganisatie kent de volgende kenmerken:
- Een oude en grote organisate
- Een omvangrijk werkterrein
- Sterk gereguleerde processen die geen geavanceerde technologie vragen
- Een sta iel relatenetwerk
De taken zijn gespecialiseerd en het is erg ureaucratsch. Afdelingen zijn ingedeeld naar functe.
Medewerkers maken ge ruik van de formele informatesystemen en eroepen zich ij het inwinnen
dan wel achterhouden van informate op formele evoegdheden. In organisates waar dit dominant
is kan er een duurzaam informatesysteem worden opgezet -> is gestandaardiseerd en
geprogrammeerd. De informate tussen de afdelingen wordt niet direct uitgewisseld maar loopt via
de hiërarchische niveaus. Mintz erg stelt dat de technostructuur het dominante
organisateonderdeel is in de machineorganisate. Technoseruceuur = de stafafdelingen die regels en
voorschrifen maken voor de uitvoerende medewerkers. In de machineorganisate gaat de aandacht
naar het eheersen van de interen processen. De organisate neemt eslissingen over onder meer:
- Het inzeten van mensen afankelijk van de werkdruk
- Het aanpassen van procedures
- Het toekennen van udgeten voor specifeke actviteiten
Het hogere management houdt zich vooral ezig met ad-hoc eslissingen. De machineorganisate is
van alle confgurates de meest evenwichtge structuur -> alle onderdelen zijn sterk ontwikkeld.
Zwakke punten -> gericht op standaardisate, niet op klant of urger. De verkokering en verstarring
kunnen groot zijn, doordat alle onderdelen juist zo sterk zijn ontwikkeld.
Seandaardisatie van resuleaae worden de onderdelen vrijgelaten in de manier waarop het
eindresultaat tot stand komt. Voor de afstemming is het alleen van elang dat de onderdelen het van
tevoren afgesproken eindresultaat op het afgesproken tjdstp leveren.
divisieseruceuur organisatestructuur waar ij de afzonderlijke onderdelen een redelijke mate van
autonomie he en en verantwoordelijk zijn voor het eigen resultaat. De informatestromen lopen
vooral via de divisiemanagers -> die wisselen informate uit met hun divisies en extern met die
Hoofdstuk 1 organiseren en informeren
1.1.Belang van informate en ICT: ICT leidt tot grote veranderingen -> meer informate eschik aar,
informate opslaan en verspreiden gaat steeds eter en universeler.
1.2.Enkele egrippen gedefnieerd: organisatie = een samenwerkingsver and van mensen die met
elkaar communiceren -> actviteiten uitvoeren m v middelen en een relate onderhouden met de
omgeving gericht op het realiseren van epaalde doelen. Communicatie = proces van informate-
uitwisseling tussen personen -> het over rengen van informate door een zender met de edoeling
de mening of de handeling van de ontvanger daarmee te eïnvloeden. Bericht wordt verzonden ->
omgezet in een code -> ontvanger moet het decoderen = de etekenis uit de code halen en ruis
weghalen. Ruis komt voor in alle fasen van het communicateproces. Communicatimooie:
zender ericht medium ontvanger
terugkoppeling
Gegevens = o jectef waarneem are neerslag van feiten of kennis op een epaald medium, zodat
deze gegevens uitgewisseld kunnen worden. sym olen waar nog geen etekenis aan is gegeven.
informate = met elkaar in ver and ge rachte en geïnterpreteerde gegevens. De ontvanger geef er
etekenis aan en koppelt nieuwe gegevens aan elkaar.
Kennis = stelt mensen in staat om etekenis toe te kennen aan gegevens om daaruit informate te
genereren, waarmee deze kan worden ge ruikt om een eslissing te nemen of taak uit te voeren.
gegevens worden informate als ze voor de ontvanger een etekenis in een epaalde context
he en. Informatievoorziening = heef etrekking op alle middelen die nodig zijn voor het
verstrekken van informate. De informatie en communicatieeechnologie (ICT) wordt gevormd door
de kennis en middelen waarmee informate in en tussen organisates kan worden uitgewisseld:
- Hardware computers en randapparatuur
- Sofware programma’s en hun toepassingen
- Humanware opleiding, introducte en personeel.
De eisen en ehoefen van een organisate zijn epalend voor de communicate.
informatiesyseeem = geheel van mensen, machines en actviteiten gericht op het verzamelen en
verwerken van gegevens om te kunnen voorzien in de informate ehoefe van mensen innen en
uiten de organisate dus iedereen en alles wat zich ezighoudt met gegevens.
de essente van de huidige ICT is de connectivieeie = de ver ondenheid van alles met alles en
iedereen -> internet elangrijke rol. Internet en sociale media vormen het fundament van
connectviteit.
1.3.Informate als productemiddel: productemiddelen = middelden die nodig zijn om een product of
dienst te produceren. Informate is hier ij essenteel.
, 1.4.Impact van trends in ICT: er zijn 6 trends in de ICT:
1. Consumeratie van ICT zowel hard- en sofware als het gedrag van mensen thuis dringen
steeds meer door in organisates. Het meenemen naar het werk van de eigen ICT-apparaten
wordt ‘ ring your own devices BYOD)’ genoemd.
2. In de ‘cloud’ gaan cloud = een wereldwijd netwerk van datacentra die onderling met
elkaar zijn ver onden. Voordelen voor organisate van de cloud zijn fexi iliteit,
kosten esparend en overal kunnen werken. Het kent wel eveiligingsrisico’s en juridische
kwestes. Big data = het samen rengen van gestructureerde en ongestructureerde gegevens.
3. Grenzeloos neewerken grens virtuele en werkelijke wereld vervaagt.
4. Globalisering van werk uitvoeren in andere landen -> verschuiving van de
werkgelegenheid over de hele wereld en invloed van de ICT is in elke sector waarneem aar.
5. Kenniswerken steeds groter deel houdt zich ezig met het produceren, verzamelen of
verwerken van informate en kennis.
6. Ceneraal seaan van mobiel ‘het nieuwe werken’ = altjd en overal werken -> kosten
esparen, maar wel ge rek aan controle.
Hoofdstuk 2 coördinate en informate
2.1.Ar eidsverdeling en coördinate: arbeidsverdeling = het proces van opdelen van taken over
verschillende werknemers en afdelingen. Organisatieseruceuur = samenstel van afdelingen en
hiërarchische niveaus. Het voordeel van het he en van afdelingen is de onderlinge
overeenstemming van de afdelingstaken kan voor een groot deel innen de afdeling plaatsvinden
zonder andere afdelingen of hogere hiërarchische lagen hier ij te etrekken. Nadelen: pro lemen in
de communicate.
2.2.Primair proces en informate: er lijf altjd ehoefe aan informate-uitwisseling met andere
afdelingen en andere hiërarchische lagen in de organisate. Terwijl ar eidsverdeling innen de
afdeling voor een goede afstemming zorgt, ver reekt het de samenhang van de organisate. Zodra
afdelingen zijn gevormd en specifeke taken daaraan zijn toegewezen, worden elangrijke processen
en stromen doorgesneden. Het primaire proces wordt in stukjes gehakt en verdeeld over personen
en afdelingen -> coördinatepro lemen. Alle taken en werkzaamheden van een organisate moeten
op elkaar worden afgestemd en moeten worden gericht op de doelen van de organisate ->
coördinate. Coördineren is alleen mogelijk als de organisate eschikt over informate over datgene
wat de werknemers in de verschillende onderdelen van de organisate doen en moeten doen.
2.3.Coördinatemechanismen, asisonderdelen en organisatestructuren: de asismanieren om de
actviteiten onderling af te stemmen = coördinatiemechanismen. Elk van deze
coördinatemechanismen is overheersend in een epaald type organisatestructuur en geef macht
aan het asisonderdeel dat hiervoor verantwoordelijk is.
Elke organisate heef een van deze typen organisatestructuur of een mengvorm van 2 of meer
structuren. Mintz erg noemt deze structuren configuraties.
Configuratie Coördinatiemechanisme Dominane seruceuurelemene
Enerepreneursorganisatie Directe supervisie Strategische top
Machineorganisatie Standaardisate van werkprocessen Technostructuur
Professioneel organisatie Standaardisate van vaardigheden Uitvoerende kern
Divisieseruceuur Standaardisate van resultaat Middenkader
Adhocratie Onderlinge afstemming Ondersteunende staf
In elke
confgurate verschillen de manier waarop informate is geconcentreerd ij personen of afdelingen,
de wijze waarop de informate wordt doorgegeven en de aard en soort van de informate die
, verspreid wordt. Ook managers he en in verschillende organisatestructuren een andere
taakinhoud en andere informate ehoefen. Informatieproblemen informatevoorziening past
niet ij het type organisatestructuur. Kan ook andersom; de structuur past niet ij de huidige ICT-
mogelijkheden en ICT-eisen.
2.4.Relatei tussen organisatestructuur, coördinatemechanisme en informatesysteem:
Direce eoeziche manager staat aan het hoofd van een afdeling, die overzicht heef over het geheel
van de werkzaamheden van de afdelingsmedewerkers. Managers krijgen weer info van de top.
enerepreneursorganisatie jong en klein. De omgeving is weinig complex, maar wel dynamisch. De
macht zit ij de top, ij de ondernemer (entrepreneur) zelf. Geen sterke ar eidsverdeling. De
ondernemer is de aas -> zegt wat er gedaan moet worden en hij controleert of de opdrachten goed
zijn uitgevoerd. Hij emoeit zich met alle actviteiten in de organisate. Informate is informeel. De
informatistroom lopen van de afzonderlijke afdelingen naar de onderneming, hij stroomt niet
tussen de afdelingen. De informate-uitwisseling met de omgeving is het elangrijkste
aandachtsge ied voor de ondernemer. Alleen de ondernemer eschikt over de totaal informate ->
niks is vastgelegd -> organisate kwets aar -> top valt weg = organisate stuurloos.
Bij de seandaardisatie van de werkprocessen legt de organisate van tevoren in regels, formulieren,
handleidingen en werkvoorschrifen vast wat de wijze van werken is en hoe epaalde handelingen
moete worden verricht. Machineorganisatie kent de volgende kenmerken:
- Een oude en grote organisate
- Een omvangrijk werkterrein
- Sterk gereguleerde processen die geen geavanceerde technologie vragen
- Een sta iel relatenetwerk
De taken zijn gespecialiseerd en het is erg ureaucratsch. Afdelingen zijn ingedeeld naar functe.
Medewerkers maken ge ruik van de formele informatesystemen en eroepen zich ij het inwinnen
dan wel achterhouden van informate op formele evoegdheden. In organisates waar dit dominant
is kan er een duurzaam informatesysteem worden opgezet -> is gestandaardiseerd en
geprogrammeerd. De informate tussen de afdelingen wordt niet direct uitgewisseld maar loopt via
de hiërarchische niveaus. Mintz erg stelt dat de technostructuur het dominante
organisateonderdeel is in de machineorganisate. Technoseruceuur = de stafafdelingen die regels en
voorschrifen maken voor de uitvoerende medewerkers. In de machineorganisate gaat de aandacht
naar het eheersen van de interen processen. De organisate neemt eslissingen over onder meer:
- Het inzeten van mensen afankelijk van de werkdruk
- Het aanpassen van procedures
- Het toekennen van udgeten voor specifeke actviteiten
Het hogere management houdt zich vooral ezig met ad-hoc eslissingen. De machineorganisate is
van alle confgurates de meest evenwichtge structuur -> alle onderdelen zijn sterk ontwikkeld.
Zwakke punten -> gericht op standaardisate, niet op klant of urger. De verkokering en verstarring
kunnen groot zijn, doordat alle onderdelen juist zo sterk zijn ontwikkeld.
Seandaardisatie van resuleaae worden de onderdelen vrijgelaten in de manier waarop het
eindresultaat tot stand komt. Voor de afstemming is het alleen van elang dat de onderdelen het van
tevoren afgesproken eindresultaat op het afgesproken tjdstp leveren.
divisieseruceuur organisatestructuur waar ij de afzonderlijke onderdelen een redelijke mate van
autonomie he en en verantwoordelijk zijn voor het eigen resultaat. De informatestromen lopen
vooral via de divisiemanagers -> die wisselen informate uit met hun divisies en extern met die
