Biologie - voortplantng
Paragraaf 1 embryonale ontwikkeling
Medisch centrum Fertyl is gericht op alles wat met voortplantng te maken heeft iidens de
ovulate (eispronge komt een eicel vrii uit een van beide ovaria (eierstokkenet De eicel gaat
naar de eileider waar hii kan worden bevrucht door een zaadcelt Bevruchtng is het
versmelten van de kern van de eicel met die van de zaadcelt Aan de bevruchtng gaan de
volgende stappen vooraf:
Een aantal zaadcellen dringt door de follikelcellen heent
Zaadcellen maken contact met de eischilt
Zaadcellen geven enzymen af die de eischil ter plekke afrekent Eén zaadcel dringt
door het celmembraan van de eicelt
De zaadcel geef ziin kern aan de eicel aft Het DNA wordt nu afgegevent
Nu is er een zygote (bevruchte eicele gevormt De eerste delingen na de bevruchtng ziin de
klievingsdelingent Dat ziin delingen waarbii geen plasmagroei optreedt: de cellen groeien
niett
De bevruchte eicel nestelt zich in, in het
baarmoedersliimvliest Het klompie cellen
rangschikt zich rondom de blastulaholtet Het
buitenste laagie cellen van het klompie
(trofoblaste vormt zich later tot de placentat De
kiemschiif bevat cellen die later ontwikkelen tot
het embryot Nu gaan de cellen van de kiemschiif
delen en ontstaan er twee holten: het
dooierblaasie en de amnionholte dat met het
embryo meegroeitt Vervolgens worden er vlokken
gevormd vanuit het trofoblast die zorgen voor de
uitwisseling van stofen tussen moeder en kindt ussen trofoblast en de kiemschriif ontstaat
de hechtsteel: het begin van de navelstrengt Die vormt de transportroute tussen embryo en
placentat Later groeit de amnionholte en vult de hele blastulaholtet Hii is gevuld met
vruchtwatert Het vruchtwater is omgeven door twee vruchtvliezent Het amnion en het
choriont Als een vrouw zwanger is produceert de trofoblast HCG wat te zien is in de urinet
Meisies hebben in hun celkern twee maal een X-chromosoom en iongens hebben in hun
celkernen een X- en een Y-chromosoomt Op een Y chromosoom ligt het SYR-gen dat het
verschil tussen iongens en meisies gaat creërent
De stofwisseling tussen moeder en kind gebeurt via de placentat Het embryo is via de
navelstreng met de placenta verbondent De placenta bevat bloedvaten van zowel moeder
als embryot De bloedsomlopen bliiven gescheiden, maar komen via membranen vlak langs
elkaart na twaalf weken ziin alle organen aangelegdt Van nu heet het embryo foetustt beide
vruchtvliezen vormen de buitenwand van een kussen van vruchtwater dat de foetus
beschermtt
In de ovaria vindt de ontwikkeling van eicellen plaatst Van de puberteit tot de menopauze
(overgange riipt er elke maand één eicelt Een eileider vangt de eicel op die vriikomt bii de
ovulatet rilhaarties en peristaltsche bewegingen vervoeren de eicel in de richtng van de
baarmoedert Bii de menstruate wordt het baarmoedersliimvlies verwiiderdt Het
maagdenvlies is een randie weefsel dat als een soort kraagie rond de ingang van de vagina
aanwezig ist
Paragraaf 1 embryonale ontwikkeling
Medisch centrum Fertyl is gericht op alles wat met voortplantng te maken heeft iidens de
ovulate (eispronge komt een eicel vrii uit een van beide ovaria (eierstokkenet De eicel gaat
naar de eileider waar hii kan worden bevrucht door een zaadcelt Bevruchtng is het
versmelten van de kern van de eicel met die van de zaadcelt Aan de bevruchtng gaan de
volgende stappen vooraf:
Een aantal zaadcellen dringt door de follikelcellen heent
Zaadcellen maken contact met de eischilt
Zaadcellen geven enzymen af die de eischil ter plekke afrekent Eén zaadcel dringt
door het celmembraan van de eicelt
De zaadcel geef ziin kern aan de eicel aft Het DNA wordt nu afgegevent
Nu is er een zygote (bevruchte eicele gevormt De eerste delingen na de bevruchtng ziin de
klievingsdelingent Dat ziin delingen waarbii geen plasmagroei optreedt: de cellen groeien
niett
De bevruchte eicel nestelt zich in, in het
baarmoedersliimvliest Het klompie cellen
rangschikt zich rondom de blastulaholtet Het
buitenste laagie cellen van het klompie
(trofoblaste vormt zich later tot de placentat De
kiemschiif bevat cellen die later ontwikkelen tot
het embryot Nu gaan de cellen van de kiemschiif
delen en ontstaan er twee holten: het
dooierblaasie en de amnionholte dat met het
embryo meegroeitt Vervolgens worden er vlokken
gevormd vanuit het trofoblast die zorgen voor de
uitwisseling van stofen tussen moeder en kindt ussen trofoblast en de kiemschriif ontstaat
de hechtsteel: het begin van de navelstrengt Die vormt de transportroute tussen embryo en
placentat Later groeit de amnionholte en vult de hele blastulaholtet Hii is gevuld met
vruchtwatert Het vruchtwater is omgeven door twee vruchtvliezent Het amnion en het
choriont Als een vrouw zwanger is produceert de trofoblast HCG wat te zien is in de urinet
Meisies hebben in hun celkern twee maal een X-chromosoom en iongens hebben in hun
celkernen een X- en een Y-chromosoomt Op een Y chromosoom ligt het SYR-gen dat het
verschil tussen iongens en meisies gaat creërent
De stofwisseling tussen moeder en kind gebeurt via de placentat Het embryo is via de
navelstreng met de placenta verbondent De placenta bevat bloedvaten van zowel moeder
als embryot De bloedsomlopen bliiven gescheiden, maar komen via membranen vlak langs
elkaart na twaalf weken ziin alle organen aangelegdt Van nu heet het embryo foetustt beide
vruchtvliezen vormen de buitenwand van een kussen van vruchtwater dat de foetus
beschermtt
In de ovaria vindt de ontwikkeling van eicellen plaatst Van de puberteit tot de menopauze
(overgange riipt er elke maand één eicelt Een eileider vangt de eicel op die vriikomt bii de
ovulatet rilhaarties en peristaltsche bewegingen vervoeren de eicel in de richtng van de
baarmoedert Bii de menstruate wordt het baarmoedersliimvlies verwiiderdt Het
maagdenvlies is een randie weefsel dat als een soort kraagie rond de ingang van de vagina
aanwezig ist
